Aflevering 27

‘Papa, mogen we nog even in de speeltuin blijven?’ Zomaar een vraag afkomstig van een van mijn zoons (van respectievelijk zeven en vijf jaar) op een zomerse middag. Op deze vraag bestaan diverse varianten. Ik noem (zonder het oogmerk van volledigheid) de volgende:

De staatssecretaris van Financiën heeft de Tweede Kamer een brief gestuurd over de business case intensivering toezicht en invordering (ITI). De Tweede Kamer had daar in het vragenuurtje van 20 juni 2016 om gevraagd.

De staatssecretaris van Financiën heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de eerste resultaten van een onderzoek naar databeveiliging binnen de afdeling Data & Analytics (D&A) van de Belastingdienst over de periode februari 2016 – februari 2017. Volgens de voorlopige resultaten is binnen de afdeling D&A geen invulling gegeven aan een vorm van reguliere monitoring volgens de interne richtlijnen voor informatiebeveiligingen. De onderzoekers zijn gestuit op tien gevallen waarin persoonsgegevens op een ongeoorloofde manier de Belastingdienst hebben verlaten. Op basis van de voorlopige resultaten zijn direct maatregelen genomen. In één geval is aangifte gedaan. Tevens is melding gedaan aan de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) van de tien gevallen. De AP oriënteert zich nog op een eventueel onderzoek. Op korte termijn zullen betrokken bedrijven en personen conform de vereisten uit de Wet bescherming persoonsgegevens worden geïnformeerd over dit informatielek. Verdere juridische consequenties worden bezien.

De staatssecretaris van Financiën heeft Kamervragen beantwoord naar aanleiding van het rapport van de Algemene Rekenkamer ‘Zicht op belastingverlichtende regelingen’. Volgens de Algemene Rekenkamer is van zes op de tien fiscale aftrekposten niet bekend wat zij kosten of wat het effect is. Volgens het kabinet is het onder meer een kwestie van definitie. Het jaarlijkse overzicht van fiscale regelingen in Bijlage 6 bij de Miljoenennota beperkt zich tot de belastinguitgaven (volgens de definitie die in de Miljoenennota werd gehanteerd) en een tweetal fiscale regelingen (eigen woning en pensioenen) die niet onder de definitie van belastinguitgave vielen, maar wel een substantieel budgettair belang hebben. Het merendeel van de belastinginstrumenten waarvan de ARK constateert dat er geen cijfers beschikbaar zijn, betreft een wettelijke vrijstelling van belasting, waarover geen gegevens beschikbaar zijn. De staatssecretaris geeft aan dat bij het bepalen van de budgettaire en beleidsmatige relevantie van regelingen er geen absolute maatstaf is, maar er zal een zekere flexibiliteit worden gehanteerd zodat de lijst in de toekomst kan worden aangepast, mede rekening houdend met wensen van het parlement op dit vlak. Daarbij speelt ook de budgettaire omvang van een regeling een rol, vanwege een afweging hoe de inzet van extra middelen om gegevens te verzamelen het best kan worden ingezet.

De staatssecretaris van Economische Zaken heeft, mede namens de staatssecretaris van Financiën, de beleidsevaluatie van zes fiscale vrijstellingen op het gebied van bos en natuur aan de Tweede Kamer gestuurd. De evaluatie is gericht op de doeltreffendheid en doelmatigheid van de vrijstellingen in de periode 2010-2015. De evaluatie heeft vooral een kwalitatief karakter omdat gegevens over gebruik en effecten van de fiscale vrijstellingen beperkt zijn vastgelegd. De staatssecretaris verwelkomt de algemene conclusie uit de evaluatie dat de zes fiscale vrijstellingen bijdragen aan het bereiken van doelen van het overheidsbeleid. Zij brengen geen hoge administratieve lasten en uitvoeringskosten met zich mee. Het budgettaire belang is beperkt. De fiscale vrijstellingen zijn over het algemeen goed bekend bij en ook aantrekkelijk voor de betreffende doelgroepen.

identiteit onderneming, staking, verplaatsing onderneming

buitensporige individuele last, doel en strekking, eigendomsgrondrecht, toetsloon, werkgeversheffing

bewaarplicht, bewijslast, bewijsvermoeden, negatieve persoonsgebonden aftrek, subsidie

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft, mede namens de staatssecretaris van Financiën, Kamervragen beantwoord naar aanleiding van het ambtelijke rapport met varianten voor de kwalificatie van de arbeidsrelatie. In de antwoorden komt onder meer naar voren dat van de gepresenteerde tien varianten sommige tegelijkertijd kunnen worden ingevoerd, maar dat niet alle combinaties evenveel voor de hand liggen.

De staatssecretaris van Financiën heeft Kamervragen beantwoord over de belastingplicht van voortvluchtige criminelen. De staatssecretaris geeft aan dat een voortvluchtige crimineel die hier niet woont en die hier geen inkomen heeft moet, zoals alle voortvluchtige criminelen, worden gepakt, maar er is geen reden om hem in Nederland belasting te laten betalen. Zoals een ieder is een voortvluchtige crimineel binnenlands belastingplichtig in zijn woonland. Daarnaast kan een voortvluchtige crimineel, wederom zoals een ieder, buitenlands belastingplichtig zijn in het land waarin hij niet woont maar wel inkomen geniet. Anders dan in de onderhavige vragen besloten lijkt te liggen, kunnen mensen zonder een duurzame band met Nederland dus wel degelijk hier – buitenlands – belastingplichtig zijn en belasting moeten betalen. Misdaad mag niet lonen. De staatssecretaris benadrukt dat de overheid er hard aan werkt om dit te voorkomen en om voortdurend de meest effectieve maatregelen te nemen en te verbeteren. Hij ziet geen aanleiding om specifiek voor voortvluchtige criminelen een inbreuk te maken op het woonplaatsbeginsel. De afbakening van onbeperkte heffingsrechten naar de woonplaats een wereldwijd aanvaard principe en kan een ieder die niet in Nederland woont wel degelijk worden belast voor inkomen dat in Nederland wordt genoten, met dien verstande dat een verdrag de feitelijke effectuering van dat heffingsrecht kan beïnvloeden. Dit zou niet anders zijn indien Nederland voortvluchtige criminelen als fictief binnenlands belastingplichtigen zou aanmerken.

afkoopsom, eigendomsgrondrecht, gelijkheidsbeginsel, lijfrentepremie, saldomethode

In zijn brief van 13 april 2017 gaf de staatssecretaris antwoord op Kamervragen over het verschil tussen een bepaald en een onbepaald elders verzekerd deel bij een pensioen in eigen beheer. De vaste commissie voor Financiën had daarna nog enkele nadere vragen over dat onderwerp. In zijn brief van 27 juni 2017 geeft de staatsecretaris hierop antwoord.

gepensioneerde ingezetene, heffingsbevoegdheid, Renteversicherung

Op 24 mei 2017 is in het Staatsblad de goedkeuringswet gepubliceerd betreffende wijzigingen van het Verdrag en het Administratief Akkoord tussen Nederland en Marokko inzake sociale zekerheid.

Op 27 juni 2017 hebben vertegenwoordigers van Nederland en India te Den Haag het wijzigingsprotocol betreffende het sociale zekerheidsverdrag tussen beide landen ondertekend. Dit wordt gemeld door Tax Notes n.a.v. berichten in de Indiase media. Het wijzigingsprotocol is nog niet in het Tractatenblad verschenen. De wijziging betreft de opname van het woonlandbeginsel in het verdrag. Het woonlandbeginsel houdt in dat de hoogte van een uitkering wordt afgestemd op het kostenniveau van het land waar de belanghebbende of diens kind woont. In verband met de Wet woonlandbeginsel in de sociale zekerheid heeft Nederland om deze aanpassing verzocht. In een persbericht van 22 juni 2017 gaf de Indiase regering reeds aan dat het Indiase kabinet hiermee instemt.

De staatssecretaris van Financiën heeft, namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Tweede Kamervragen beantwoord over het in stand houden van de restschuldregeling voor de eigen woning in de inkomstenbelasting. De vragen zijn gesteld naar aanleiding van een signaal van de Vereniging Eigen Huis. De restschuldregeling is in 2012 geïntroduceerd als crisismaatregel met als doel de doorstroming op de woningmarkt te bevorderen en loopt op 31 december 2017 af. De staatssecretaris concludeert aan de hand van cijfers dat de woningmarkt zich heeft hersteld en ziet dan ook geen aanleiding om de regeling te verlengen.

ambtshalve vermindering, bewijslast

bijzondere verhoging, discriminatie, vrijgesteld salaris

De echtgenoot van belanghebbende is een ingenieur informatietechniek. Hij is beroepsmatig bezig geweest als ontwerper van elektronica en procesautomatisering. Hij is sinds 1990 niet meer beroepshalve werkzaam en ontvangt een uitkering. Hij heeft in eigen beheer studie en onderzoek verricht, buiten een regulier leertraject. Het betreft een studie naar de aard van de technologie gebruikt bij informatisering en digitalisering in het bestuursapparaat met als doel exploiteren van kennis, lobby en belangenbehartiging over elektronica en haar toepassingsmogelijkheden. Belanghebbende brengt in haar aangifte IB/PVV een bedrag van € 14.500 in aftrek als scholingskosten. Hof Arnhem-Leeuwarden (8 november 2016, nr. 16/00065, NTFR 2016/2913) heeft die aftrek niet toegestaan. Een belastingplichtige komt alleen voor een aftrek van scholingskosten in aanmerking indien hij een opleiding of studie volgt. Daarvan is sprake indien het studeren plaatsvindt in het kader van een leertraject, waarvoor in ieder geval nodig is dat het verwerven van de kennis onder enige begeleiding of toezicht van een derde plaatsvindt. De echtgenoot stond niet onder toezicht van een derde en werd evenmin door een derde begeleid.

algemene beginselen van behoorlijk bestuur, toezegging, vertrouwensbeginsel

belastingrente, gelijkheidsbeginsel, intramurale zorg, mantelzorgcompliment

causaal verband, negatief rendement, rente, tegenprestatie

levering, salderingsregeling

Hof Den Haag (7 september 2016, nrs. 15/01025 en 15/02026, NTFR 2016/2422) heeft de aanslag bouwleges vernietigd wegens onverbindendheid van de tarieventabel bij de legesverordening (Rotterdam). In deze tabel zijn vaste legesbedragen vastgesteld voor een bepaalde bandbreedte aan bouwkosten (tariefklasse), waarbij de leges hoger worden als een hogere tariefklasse van toepassing is. Volgens het hof leidt een overschrijding van een tariefklasse met € 0,01 tot een stijging van de leges die willekeurig en onredelijk is. De Hoge Raad vernietigt de hofuitspraak. Gemeenten zijn vrij in de keuze van een heffingsmaatstaf. Het staat hun derhalve ook vrij om tariefklassen te hanteren die gerelateerd zijn aan de hoogte van de bouwsom. Dat is niet strijdig met de wet of enig algemeen rechtsbeginsel, aldus de Hoge Raad. In het onderhavige geval zijn de verschillen tussen de tariefklassen ook niet zodanig dat inbreuk wordt gemaakt op het gelijkheidsbeginsel of enig ander rechtsbeginsel.

bewuste bevoordeling, gelijkheidsbeginsel, raming

verblijfsrecreatie, volgtijdig gebruik, woning

Belanghebbende heeft aangifte voor de winstbelasting Aruba gedaan naar een winst van AWG 33.172. De inspecteur heeft een aanslag opgelegd naar een winst van AWG 100.000, zonder dat hij kenbaar maakt waarom van de aangifte is afgeweken. Na bezwaar heeft de inspecteur zonder enige toelichting de aanslag verminderd overeenkomstig de aangifte. Voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (8 december 2016, nr. AUA2016H00014) heeft belanghebbende bepleit dat de aanslag in zijn geheel moet worden vernietigd omdat deze wettelijke grondslag mist. Volgens de Hoge Raad heeft het Gemeenschappelijk Hof dit standpunt terecht verworpen. De omstandigheid dat de inspecteur ongemotiveerd afwijkt van een ingediende aangifte betekent niet dat een dergelijke aanslag ambtshalve is vastgesteld zoals bedoeld in art. 10, lid 1, Algemene landsverordening belastingen (ALB). De wijze waarop de inspecteur de aanslag heeft vastgesteld, is geen reden om de gehele aanslag te vernietigen. De aanslag mist immers het karakter van een voorlopige aanslag die zou moeten worden vernietigd in een situatie waarin de definitieve aanslag niet meer kan worden vastgesteld, aldus de Hoge Raad.

controle, herstelmogelijkheid

De staatssecretaris van Financiën heeft op 7 april 2017, Stcrt. 2017, 22374, het Besluit Beroep in Belastingzaken (BBB) aangepast. De enige inhoudelijke wijziging betreft de vastlegging dat de inspecteur bij fiscale massaalbezwaarprocedures zal instemmen met openbare behandeling. Aanleiding daarvoor is de toezegging van de staatssecretaris in de antwoorden op Kamervragen van 13 oktober 2016, TK 2016-2017, 196, Aanhangsel van de Handelingen. Die toezegging luidt: ‘Gelet op het karakter van een massaalbezwaarprocedure, die per definitie een grote groep belastingplichtigen raakt, zal ik voor de toekomst ten aanzien van dergelijke procedures in een instructie aan belastinginspecteurs opnemen dat als de belastingplichtigen wier zaken ter zitting worden behandeld om een openbare behandeling verzoeken, de inspecteur daar, behoudens buitengewone omstandigheden, mee zal instemmen.’

Naar aanleiding van een bericht in het Financieele Dagblad van 29 maart 2017 over de ‘Belastingdienst in de knoop met renteheffing’ heeft Tweede Kamerlid Aukje de Vries staatssecretaris Wiebes van Financiën vragen gesteld over de regeling van de Belastingdienst omtrent het ontvangen en vergoeden van belastingrente (vragen ingezonden op 30 maart 2017, nr. 2017Z04273). Kamerlid De Vries maakt uit het krantenbericht op dat de Belastingdienst meer belastingrente over door belastingplichtigen te weinig betaalde belasting in rekening brengt dan dat er over te veel betaalde belasting wordt vergoed. Kamerlid De Vries vraagt de staatssecretaris inzichtelijk te maken hoeveel belastingrente voor aanslagen over 2012 en daarna door de Belastingdienst is ontvangen en vergoed en vraagt of de staatssecretaris zich kan voorstellen dat belastingplichtigen de beperking van de rentevergoeding ten opzichte van de situatie vóór de invoering van de belastingrenteregeling als onrechtvaardig ervaren.

Belanghebbende exploiteerde een coffeeshop. De inspecteur heeft bij informatiebeschikking de administratie verworpen omdat naar zijn mening niet is voldaan aan de administratieplicht. Rechtbank Noord-Nederland 26 maart 2015, nr. 13/3146, NTFR 2015/1933, heeft geoordeeld dat belanghebbende wel aan de administratieplicht heeft voldaan. Hof Arnhem-Leeuwarden 13 september 2016, nr. 15/00593, NTFR 2016/2504, is tot een gelijkluidend oordeel als de rechtbank gekomen. Het hof heeft geoordeeld dat de inspecteur de gestelde aanwezigheid van een stash niet feitelijk heeft onderbouwd, dat de vastlegging in de primaire aantekeningen en het grootboek volledig is te volgen en dat belanghebbende een afdoende verklaring heeft gegeven voor de geconstateerde negatieve kassen. Het hof heeft aannemelijk geacht dat belanghebbende kant-en-klare producten heeft ingekocht en dat daardoor het brutowinstpercentage wordt gedrukt en dat de door de inspecteur opgestelde vermogensvergelijking onvolledig was omdat daarin het inkomen van de partner van belanghebbende niet was verwerkt.

Aan belanghebbende is over het jaar 2005 een navorderingsaanslag opgelegd, omdat in dat jaar sprake zou zijn van staking van het door belanghebbende gedreven cafébedrijf. De termijn voor het opleggen van de navorderingsaanslag eindigde op 31 december 2011. De navorderingsaanslag is gedagtekend 31 december 2011 en wordt eerst op 5 januari 2012 ontvangen. Belanghebbende stelt dat de navorderingsaanslag niet tijdig is opgelegd. De inspecteur maakt echter aannemelijk dat de navorderingsaanslag op 28 december 2011 is verzonden naar het juiste adres. Volgens Hof Den Bosch (NTFR 2017/741) is de bekendmaking tijdig. Voorts heeft het hof een nieuw feit voor navordering aanwezig geacht. Anders dan belanghebbende heeft gesteld, heeft de overdracht van het cafébedrijf niet in 2006, maar in 2005 plaatsgevonden. De omvang van de stakingswinst, zoals berekend door de inspecteur, is juist.

datumstempel, feitelijk leidinggever, melding betalingsonmacht, vertrouwensbeginsel

Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. 12/29, 12/30, 12/152 t/m 12/154, NTFR 2016/2222) heeft in de zaken X en X Fund prejudiciële vragen aan de Hoge Raad voorgelegd over de Nederlandse behandeling van portfoliodividenden uitgekeerd aan een in Duitsland gevestigd beleggingsfonds. De Hoge Raad heeft daarover prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ (HR 3 maart 2017, nr. 16/03954, NTFR 2017/686. Op 8 mei 2017 heeft X Fund zijn beroep bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant ingetrokken. De rechtbank heeft echter ook in de zaak X behoefte aan beantwoording van haar tweede prejudiciële vraag in de ingetrokken zaak X Fund. Zij legt daarom die vraag, hernummerd tot vraag 1b, opnieuw aan de Hoge Raad voor in de zaak X.

De staatssecretaris van Financiën beantwoordt Kamervragen van het lid Leijten (SP) over het bericht dat op Malta 70.000 bedrijven staan geregistreerd met als doel om belasting te ontlopen. Dit zou blijken uit een USB-stick waarover de minister van Financiën van Noordrijn-Westfalen via een anonieme tip de beschikking heeft gekregen. Deze minister heeft toegezegd de informatie op de USB-stick te zullen delen met andere landen. De staatssecretaris verwacht dat de – voor Nederland – relevante informatie in de loop van dit jaar aan Nederland zal worden verstrekt. Nadat de informatie is ontvangen, heeft de Belastingdienst enige tijd nodig om deze te analyseren.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.