Aflevering 38

Gepubliceerd op 20 september 2018

NTFR 2018/2105 - Staatssteunpraatjes vullen geen gaatjes!

Aflevering 38, gepubliceerd op 20-09-2018 geschreven door prof. mr. S.C.W. Douma
Op 4 september 2018 heeft de Europese Commissie haar eindbeschikking van 20 juni 2018 gepubliceerd in zaak SA.44888 (‘State aid implemented by Luxembourg in favour of ENGIE’). De Europese Commissie formuleert hierin enkele nieuwe staatssteunrechtelijke uitgangspunten die mij, eerlijk gezegd, te ver gaan. Na een kort overzicht van de feiten bespreek ik er drie.

NTFR 2018/2106 - Belastingpakket 2019 (Belastingplan 2019 c.a.)

Aflevering 38, gepubliceerd op 20-09-2018
Op Prinsjesdag 2018 heeft het kabinet-Rutte III het pakket Belastingplan bekendgemaakt dat voor een belangrijk deel de wijzigingen regelt die van jaar tot jaar nodig zijn voor de inkomsten van het Rijk. Dit pakket bestaat met name uit plannen die het kabinet al in het regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ heeft aangekondigd. Het betreft plannen die de lasten op arbeid verlagen, belastingontwijking en -ontduiking tegengaan, en goed zijn voor het Nederlandse vestigingsklimaat. Daarnaast zet het kabinet in op een groener en beter uitvoerbaar belastingstelsel. Deze prioriteiten vormen het fundament van het fiscale kabinetsbeleid en vinden hun uitwerking in het pakket Belastingplan 2019. Met dit samenhangende pakket van maatregelen wordt beoogd deze doelstellingen op een doelmatige en doeltreffende wijze te bereiken. Het Belastingpakket 2019 bevat een zevental afzonderlijke wetsontwerpen:

NTFR 2018/2107 - Miljoenennota 2019

Aflevering 38, gepubliceerd op 20-09-2018
Op Prinsjesdag 2018 heeft het kabinet-Rutte III de Miljoenennota 2019 bekendgemaakt. De Miljoenennota is een toelichting op de rijksbegroting. De Miljoenennota bevat samenvattingen van de belangrijkste plannen en keuzes van het kabinet. Ook is te lezen wat deze plannen kosten. Daarnaast geeft het kabinet een toelichting op de economische en financiële situatie van Nederland en de verwachte ontwikkelingen.

NTFR 2018/2108 - Planningsbrief september-december 2018

Aflevering 38, gepubliceerd op 20-09-2018
Minister Hoekstra van Financiën heeft de Tweede Kamer een overzicht gestuurd van de stukken, wetsvoorstellen, brieven, rapportages en dergelijke die staatssecretaris Snel en hij voornemens zijn komend jaar naar de Kamer te verzenden. Deze planning is met enige onzekerheid omgeven.

NTFR 2018/2111 - Beantwoording Kamervragen over lage-inkomensvoordeel (LIV) I

Aflevering 38, gepubliceerd op 20-09-2018
Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft Kamervragen van de leden Omtzigt en Heerma (beiden CDA) beantwoord over het lage-inkomensvoordeel (LIV). De aanleiding voor de Kamervragen is mede gelegen in het bericht dat de FNV af wil van de zogenoemde ‘Primarkpremie’. De FNV vindt dat van het LIV een verkeerde prikkel uitgaat. Het LIV zou ervoor zorgen dat lonen laag blijven omdat bij een te grote loonstijging de subsidie wegvalt. De minister deelt deze mening niet. De uurloongrenzen van het LIV stijgen jaarlijks mee met de gemiddelde contractloonstijging van het minimumloon. Dus ook als de lonen stijgen, blijft er recht bestaan op het LIV. De minister gaat tevens niet in op het verzoek om een lijst openbaar te maken met de tien hoogste bedragen die zijn toegekend aan bedrijven onder het LIV. Een gedetailleerd overzicht op werkgeversniveau is niet wenselijk omdat het vertrouwelijke bedrijfsgegevens openbaar maakt. Daarnaast geeft de minister aan dat de Belastingdienst voor de wettelijke termijn van 1 augustus 2018 alle beschikkingen heeft verzonden naar alle ruim 93.500 werkgevers. Inmiddels heeft in 89.000 gevallen ook uitbetaling plaatsgevonden. De resterende 4.500 gevallen – hoofdzakelijk die waarbij verrekening met openstaande belastingschulden moet plaatsvinden – zijn eind augustus voor verdere behandeling overgedragen aan de belastingkantoren. De betrokken werkgevers zijn hierover geïnformeerd. Ten slotte verklaart de minister dat uit de voorlopige berekeningen van het UWV blijkt dat de LIV-uitgaven in 2018 € 473 miljoen bedragen. Dit betreft de uitbetaling van het LIV over kalenderjaar 2017. Daar staat tegenover dat het CPB, naast het behoud van banen, een positief werkgelegenheidseffect verwacht van circa 7.000 extra voltijdsbanen.

NTFR 2018/2112 - Beantwoording Kamervragen over het lage-inkomensvoordeel (LIV) II

Aflevering 38, gepubliceerd op 20-09-2018
Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft Kamervragen van het lid Van Dijk (SP) beantwoord over het lage-inkomensvoordeel (LIV). De minister geeft aan dat hij nog geen signalen heeft ontvangen die de stelling van de FNV onderschrijven dat het LIV een loonsverhoging in de weg zou staan. In het eerste halfjaar van 2018 zijn de cao-lonen met 1,8% toegenomen. De cao-loonontwikkeling van de eerste maand in het derde kwartaal bedraagt 2,2%. Bovendien stijgen de uurloongrenzen van het LIV elk jaar mee met de gemiddelde contractloonstijging van het minimumloon. Dus bij een dergelijke loonstijging blijft het recht op LIV bestaan. Aan de andere kant is de regeling pas recent ingevoerd en daarom zijn er nog geen harde cijfers bekend over de effecten op de loonvorming. Gedragseffecten rondom de uurloongrenzen zijn bovendien niet helemaal uit te sluiten. Voor de minister staat het stimuleren van werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt voorop. Daarnaast benadrukt de minister nogmaals dat de grootte en/of de winstgevendheid van een bedrijf geen criterium is voor het recht op LIV.

NTFR 2018/2113 - Engelse Limited in Euro-bv-structuur inhoudingsplichtig in Nederland (art. 81 Wet RO)

ECLI:NL:HR:2018:1620, datum uitspraak 14-09-2018, publicatiedatum 14-09-2018
Aflevering 38, gepubliceerd op 20-09-2018
R cv exploiteert in Nederland een onderneming die zich bezighoudt met het vernieuwen en renoveren van woningen. Belanghebbende, een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde Limited, is beherend vennoot van de cv. De in Nederland woonachtige natuurlijk personen P en B zijn de gevolmachtigden van de cv. De activiteiten van de cv worden (onder meer) verricht door P en B. In 2013 stelt de Belastingdienst een boekenonderzoek in bij X Ltd. Naar aanleiding van een boekenonderzoek wordt aan belanghebbende een naheffingsaanslag loonheffingen opgelegd. Met de rechtbank (Rechtbank Noord-Holland 29 juli 2016, nr. 15/2772) oordeelde het hof (Hof Amsterdam 14 november 2017, nr. 16/00383, NTFR 2018/172) dat belanghebbende in Nederland is gevestigd, omdat de feitelijke leiding van belanghebbende in Nederland wordt uitgeoefend. Het hof heeft zich aangesloten bij de overwegingen van de rechtbank. Zo achtte de rechtbank aannemelijk dat P en B leiding hebben gegeven aan belanghebbende en dat zij hun leidinggevende werkzaamheden ook in Nederland hebben verricht. Naar het oordeel van het hof is sprake van een fictieve dienstbetrekking en is de gebruikelijkloonregeling van toepassing. Het hof verlaagde wel het gebruikelijk loon van – de voor 35% arbeidsongeschikte – P.

NTFR 2018/2114 - Verzamelwet pensioenen 2019

Aflevering 38, gepubliceerd op 20-09-2018
Ieder jaar worden de pensioenregels aangepast daar waar kleine(re) wijzigingen, die nauwelijks veranderingen met zich brengen, de efficiency verhogen. Dit jaar zijn met name de regels over waardeoverdracht en afkoop kleine pensioenen en het overbruggingspensioen (fiscaal) van belang.

NTFR 2018/2117 - Inspecteur is niet gebonden aan onjuiste E101-verklaring

ECLI:NL:PHR:2018:845, datum uitspraak 14-08-2018, publicatiedatum 07-09-2018
Aflevering 38, gepubliceerd op 20-09-2018 met annotatie van T. El Ouardi
Belanghebbende is Nederlander en is inwoner van Nederland. Hij werkte als stuurman op een in Nederland geregistreerd binnenvaartschip van een Nederlandse eigenaar dat onder meer op de Rijn voer. Hij stond op de loonlijst van een in Luxemburg gevestigde vennootschap. Het Nederlandse Ministerie van V&W heeft op 25 november 2004 voor het schip een Rijnvaartverklaring afgegeven aan de Nederlandse eigenaar zonder een exploitant te vermelden. De Union des caisses de Maladie Luxembourg heeft de belanghebbende op 1 maart 2006 een E101-verklaring gegeven die verklaart dat de ‘institution compétente dont la législation est applicable’ het Luxemburgse ‘centre commun de la sécurité sociale’ is. Op 14 november 2007 heeft V&W opnieuw een Rijnvaartverklaring aan de Nederlandse eigenaar afgegeven die dit keer de Luxemburgse vennootschap als exploitant noemt. Die laatste aanwijzing is later ingetrokken, maar gegeven het vertrouwen dat zij heeft gewekt, beperkt het geschil zich tot de periode 1 januari 2006 t/m 14 november 2007.

NTFR 2018/2119 - Eerste deelbesluit op WOB-verzoek Nederlandse fiscale vestigingsklimaat

Aflevering 38, gepubliceerd op 20-09-2018
In een WOB-verzoek heeft de indiener gevraagd om informatie inzake het Nederlandse fiscale vestigingsklimaat. Met de indiener is afgesproken dat het verzoek in drie onderdelen is verdeeld. Op 7 september 2018 heeft de minister van Financiën zijn eerste deelbesluit gepubliceerd. Dit besluit ziet op zowel interne stukken als gesprekken en overleggen met (markt)partijen over de tariefverlaging van de vennootschapsbelasting en afschaffing van de dividendbelasting in de periode 1 januari 2004 tot 11 januari 2018. De gevraagde informatie is (deels) openbaar gemaakt. Veel informatie is echter weggelakt vanwege bijvoorbeeld de fiscale geheimhoudingsplicht, het belang van internationale betrekkingen, bedrijfs- en fabricagegegevens, eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, persoonlijke beleidsopvattingen en het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling.

NTFR 2018/2120 - Beslissing op WOB-verzoek inzake Coördinatiegroep Internationale Belastingstrategie

Aflevering 38, gepubliceerd op 20-09-2018
In een WOB-verzoek heeft de indiener, in het kort, gevraagd om alle documenten die de afgelopen tien jaar zijn voorgelegd aan of besproken in de Coördinatiegroep Internationale Belastingstrategie. Op 7 september 2018 heeft de minister van Financiën besloten deze informatie deels openbaar te maken. Veel informatie is echter weggelakt vanwege bijvoorbeeld de fiscale geheimhoudingsplicht, het belang van internationale betrekkingen, het belang van controle, eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, persoonlijke beleidsopvattingen en het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling. In het besluit verduidelijkt de minister de rol van de Coördinatiegroep Internationale Belastingstrategie. Dit betreft een e-mailpostbus waartoe medewerkers van het ministerie die zich bezighouden met belastingontwijking en -ontduiking toegang hebben. Deze wordt bijvoorbeeld gebruikt om kennis te delen en standpunten af te stemmen.

NTFR 2018/2121 - Geen cassatieberoep tegen schadevergoeding onder de deelnemingsvrijstelling

Aflevering 38, gepubliceerd op 20-09-2018 met annotatie van mr. drs. R.J. Bondrager
Belanghebbende, met een middellijk belang via Y in A, heeft een schadevergoeding van € 25 miljoen ontvangen van B, de andere aandeelhouder van A, wegens de verkoop van de aandelen A na een lange (arbitrage)procedure (voor de complete casus zie NTFR 2018/1214). Bij het bepalen van de winst heeft belanghebbende dit bedrag met toepassing van de deelnemingsvrijstelling buiten aanmerking gelaten. De inspecteur heeft dit geweigerd. In hoger beroep voert de inspecteur aan dat naar zijn mening de additionele vergoeding niet valt onder de deelnemingsvrijstelling, omdat de vergoeding in een nauwer verband staat met de aan B toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de Letter Agreement dan met het houden van de deelneming in A. De schade wordt veroorzaakt door contractbreuk en daarmee vloeit de vergoeding niet of onvoldoende voort uit de deelneming. Hof Den Haag 4 april 2018, nr. 17/00760, NTFR 2018/1214 overweegt dat B het additionele bedrag aan Y verschuldigd is geworden wegens het niet nakomen door B van een bindende koop-/verkoopovereenkomst met betrekking tot de aandelen A. Met het sluiten van de overeenkomst was de precontractuele fase afgerond. Het hof rekent de additionele vergoeding toe aan de door Y vervreemde deelneming (zie HR 23 september 2016, nr. 15/02428, NTFR 2016/2376). Ook de additionele vergoeding valt dus onder de deelnemingsvrijstelling. De staatssecretaris is van oordeel dat het hof is uitgegaan van de juiste rechtsopvatting en dat het causaliteitsoordeel niet onbegrijpelijk is. Het instellen van beroep in cassatie acht hij dan ook niet opportuun.

NTFR 2018/2122 - Wijziging van het besluit fiscale eenheid van 14 december 2010

Aflevering 38, gepubliceerd op 20-09-2018
De staatssecretaris van Financiën heeft het besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/4620M (NTFR 2011/321) over de fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting geactualiseerd. Ten opzichte van de vorige versie van het besluit van 16 december 2014, nr. BLKB2014/2137M (NTFR 2015/363), is het onderdeel over het vormen van een Zusjes-fiscale-eenheid en een Papillon-fiscale-eenheid vervallen. Dit onderdeel is niet langer noodzakelijk door invoering van de Wet aanpassing fiscale eenheid op 9 december 2016 (voor meer hierover zie NTFR-A 2017/6). Vanwege een gebrek aan belang is tevens het onderdeel over de verrekening van aanloopverliezen over het voegingstijdstip vervallen.

NTFR 2018/2123 - Besluit WOB-verzoek gesprekken met Unilever

Aflevering 38, gepubliceerd op 20-09-2018
De indiener heeft verzocht om de openbaarmaking van documenten inzake gesprekken tussen Unilever en het Ministerie van Financiën over de dividendbelasting en/of eventuele verplaatsing van (hoofd) kantoren. Dit verzoek is op 7 september 2018 afgewezen, omdat het betrekking heeft op reeds openbare informatie. Deze reeds openbare informatie betreft deels op dezelfde dag openbaar gemaakte informatie in andere WOB-verzoeken.

NTFR 2018/2124 - Kamervragen over informatievoorziening over vertraging opleggen aanslagen erfbelasting

Aflevering 38, gepubliceerd op 20-09-2018
De staatssecretaris van Financiën heeft Tweede Kamervragen van het Kamerlid Omtzigt beantwoord over de onvolledige antwoorden op de vragen over de erf- en schenkbelasting en de herhaalde weigering om gevraagde stukken aan de Kamer te sturen. De staatssecretaris geeft aan dat hij de Kamer in geobjectiveerde vorm heeft voorzien van de relevante informatie waarom is gevraagd. Het is staand beleid van het kabinet om documenten die zijn opgesteld voor intern beraad geen onderwerp te maken van het politieke debat. Voor het goed functioneren van het ambtelijke apparaat is het noodzakelijk dat het mogelijk is om in vertrouwelijke sfeer van gedachten te wisselen. Een bewindspersoon kan de Kamer voldoende informeren zonder de onderliggende originele documenten aan de Kamer te zenden. Als er vervolgens op grond van de WOB een verzoek wordt gedaan naar de onderliggende documenten zelf, kan het zijn dat er (delen van) documenten openbaar worden gemaakt. Een goede informatievoorziening staat immers niet gelijk aan het toezenden van alle documenten waarover een bewindspersoon beschikt. De staatssecretaris verwijst naar het op 12 september jl. genomen besluit op een WOB-verzoek over de problemen bij de schenk- en erfbelasting, te vinden op https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-financien/documenten/wob-verzoeken/2018/09/05/besluit-wob-verzoek-over-schenkbelasting-en-erfbelasting.

NTFR 2018/2125 - Herroepelijke schenking en verhoogde vrijstelling schenkbelasting

Aflevering 38, gepubliceerd op 20-09-2018
De staatssecretaris van Financiën heeft vragen van de Tweede Kamer beantwoord over de herroepelijke schenking en de verhoogde vrijstelling schenkbelasting. De Tweede Kamer heeft die vragen gesteld naar aanleiding van een brief van 9 april 2018 waarin de staatssecretaris uitleg heeft gegeven over de toepassing van de verhoogde vrijstelling schenkbelasting na herroeping van een schenking.

NTFR 2018/2126 - Raad van State adviseert heroverweging van het wetsvoorstel Wet centraal aandeelhoudersregister

Aflevering 38, gepubliceerd op 20-09-2018
De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert de indieners van het initiatiefwetsvoorstel Wet Centraal aandeelhoudersregister (CAHR) het wetsvoorstel te heroverwegen. De Afdeling wijst erop dat, het register van uiteindelijk begunstigden (UBO-register) het zelfde zal beogen als het CAHR. Omdat beide registers een belangrijke overlap kennen, zullen er op termijn twee (deels) vergelijkbare registers bestaan. De Afdeling concludeert dat het CAHR door zijn opzet slechts van beperkte betekenis zal zijn bij de bestrijding van de genoemde financiële delicten. Daarnaast is de toegevoegde waarde van het CAHR ten opzichte van het UBO-register beperkt. Het is de Afdeling daarom niet duidelijk in hoeverre de baten van de introductie van het CAHR opwegen tegen de lasten die gepaard gaan met het naast elkaar bestaan van twee (deels) vergelijkbare registers.

NTFR 2018/2128 - Monumentenfonds Aruba is ondernemer, maar is als instelling van algemeen belang vrijgesteld

ECLI:NL:OGHACMB:2018:145, datum uitspraak 18-04-2018, publicatiedatum 08-08-2018
Aflevering 38, gepubliceerd op 20-09-2018 met annotatie van drs. J. van der Laan en mr. J.P.W.H.T. Becks
Belanghebbende is een stichting en heeft als doel het herstel en behoud van monumenten op Aruba. De activiteiten betreffen vooral het aankopen, restaureren en exploiteren van monumenten. De huuropbrengsten bedragen jaarlijks meer dan Afl. 1.000.000. Tot 2009 heeft belanghebbende subsidie ontvangen. Daarna is belanghebbende meer bedrijfsmatig gaan werken. De inspecteur heeft in 2013 een naheffingsaanslag belasting op bedrijfsomzetten (BBO) opgelegd. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie vernietigt de naheffingsaanslag. Weliswaar is belanghebbende door haar economische activiteiten aan te merken als ondernemer, maar valt zij als behartiger van het algemeen belang – het behouden van het cultureel erfgoed van Aruba – onder de vrijstelling voor culturele en charitatieve instellingen. Van een ernstige verstoring van de concurrentieverhoudingen is geen sprake, omdat er nauwelijks een markt is voor de door belanghebbende verworven monumenten.

NTFR 2018/2130 - Weigering vrijstelling bij invoer bij fraude door afnemer?

Aflevering 38, gepubliceerd op 20-09-2018 met annotatie van mr. A.J. Blank
Twee Bulgaarse ondernemingen (B en K) hebben bij een onderneming in Zwitserland goederen aangekocht en in Zwitserland de beschikkingsbevoegdheid over deze goederen gekregen. Deze goederen werden in opdracht van B en K door Vetsch Int. Transporte GmbH (hierna: ‘Vetsch’) in Oostenrijk ingevoerd. Vervolgens werden de goederen in opdracht van B en K door een expediteur – die de desbetreffende vrachtbrieven aan Vetsch overlegde – verder naar Bulgarije naar B en K vervoerd.

NTFR 2018/2131 - Bezwaartermijn btw-correctie privégebruik zakelijke auto over de tweede helft 2011 tot en met 2016

Aflevering 38, gepubliceerd op 20-09-2018
De staatssecretaris van Financiën is niet bereid de termijn te verlengen voor het nader onderbouwen van een bezwaarschrift in het kader van de collectieve uitspraak op massaal bezwaar inzake privégebruik auto naar aanleiding van HR 21 april 2017, nr. 15/02004, NTFR 2017/1035. In zijn brief van 9 mei 2018 (nr. 2018-0000029309, NTFR 2018/1223) heeft hij de Tweede Kamer geïnformeerd over de afdoening van bezwaarschriften tegen de btw-correctie voor het privégebruik van een zakelijke auto over de tweede helft van 2011 tot en met 2016. In reactie hierop heeft de vaste commissie voor Financiën hem gevraagd de Kamer te informeren of hij wil overwegen de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift te verlengen naar twaalf weken. De termijn voor het (tijdig) indienen van een bezwaarschrift is op grond van art. 6:6 Awb zes weken. Die termijn kan de staatssecretaris niet verlengen. Het verlengen van de termijn vereist een wijziging van de Awb.

NTFR 2018/2134 - Reactie op inbreng verslag schriftelijk overleg Evaluatierapport Wet Dezentjé

Aflevering 38, gepubliceerd op 20-09-2018
Staatssecretaris Snel van Financiën reageert op een verzoek van de vaste commissie van Financiën van 20 januari 2017, om te verkennen op welke wijze met knelpunten volgend uit het evaluatierapport inzake de informatiebeschikking van 30 november 2016 moet worden omgegaan en welke maatregelen genomen moeten worden. De staatssecretaris stelt een aantal oplossingsrichtingen voor.

NTFR 2018/2137 - Afwaardering van tbs-vordering die na emigratie is ontstaan, is niet aftrekbaar als row

ECLI:NL:PHR:2018:467, datum uitspraak 26-04-2018, publicatiedatum 18-05-2018
Aflevering 38, gepubliceerd op 20-09-2018 met annotatie van dr. mr. M van Dun
Belanghebbende heeft een aanmerkelijk belang in A bv, dat een meerderheidsbelang heeft in B bv. Beide vennootschappen zijn in Nederland gevestigd. Belanghebbende is in 2006 naar België geëmigreerd. Aan hem is een conserverende aanslag inzake zijn aandelen in A bv opgelegd, waarbij een fictief vervreemdingsvoordeel uit aanmerkelijk belang in aanmerking is genomen. In 2009, derhalve ná de emigratie van belanghebbende naar België, heeft hij twee leningen van in totaal € 140.000 aan B bv verstrekt. Belanghebbende heeft in 2011 aangifte IB/PVV gedaan als buitenlands belastingplichtige. In deze aangifte heeft hij een belastbaar resultaat aangegeven van € 118.077 negatief. In dat resultaat was onder meer een afwaardering van de leningen ter grootte van € 140.000 begrepen alsmede de daarmee samenhangende afwaardering van de rentevorderingen ter grootte van € 5.156. De inspecteur heeft het afwaarderingsverlies van € 145.156 niet geaccepteerd.