TFB 2007, afl. 2 - Schuld en boete; over toerekening van opzet en schuld van de fiscale gemachtigde
Aflevering 2, gepubliceerd op 01-02-2007 geschreven door Mr.dr. P. van der WalDe bestuurlijke boete onderscheidt zich van andere bestuursrechtelijke sancties (zoals omkering en verzwaring van de bewijslast) hierin dat het opleggen van een bestuurlijke boete moet worden aangemerkt als een ‘criminal charge’ in de zin van art. 6 EVRM.Zie onder meer HR 19 juni 1985, nr. 22.076, BNB 1986/29, HR 24 januari 1990, nr. 26.135, BNB 1990/287, en EHRM 27 maart 1998, FED 1998/264 (J.J. tegen Nederland). Om die reden is er in de jurisprudentie een verschil in toerekening van opzet en grove schuld als element voor het opleggen van een vergrijpboete, ten opzichte van de toerekening van andere innerlijke feiten te ontwaren. Hoewel de Hoge Raad expliciet besliste dat op de fiscale boete niet de bepalingen van het nationale strafrecht van toepassing zijnZie onder meer HR 7 september 1988, nr. 25.150, BNB 1988/298, HR 11 oktober 1989, nr. 24.582, BNB 1990/87 en HR 31 januari 1990, nr. 26.109, BNB 1990/93., is dit verschil met de andere vormen van toerekening van innerlijke feiten en (rechts)handelingenNalaten van (rechts)handelingen daaronder begrepen. het eenvoudigst verklaarbaar vanuit (of beter: ten opzichte van) het strafrecht.