TFB 2008, afl. 2 - The Code of Conduct for Business Taxation als soft law-instrument
Aflevering 2, gepubliceerd op 01-03-2008 geschreven door J.L.M. GribnauSoft law geniet geen grote populariteit onder fiscalisten; het ligt te dicht tegen politiek aan en heeft daarmee iets ongrijpbaars. Men concentreert zich liever op harde rechtsregels als wetten, jurisprudentie en verdragen (denk bijvoorbeeld aan de vier vrijheden). Dat zijn erkende rechtsbronnen die de zo gekoesterde rechtszekerheid bieden. Dat is anders in het domein van de politiek, waar de waan van de dag heerst. Fiscalisten laven zich daarom graag aan de wet, het ‘geponeerde’ recht bij uitstek. Maar ook dan is de politiek niet zo ver weg, de wet is uiteindelijk een politiek product. Met name belastingwetten lijken soms als speelbal van budgettaire en instrumentalistische overwegingen gedegradeerd tot wegwerprecht. Hoe dan ook, soft law past niet goed in een legalistische en rechtspositivistische manier van denken. Toch is soft law ook van belang voor fiscalisten. Hier zal ik met name een bepaalde vorm van EU soft law behandelen, namelijk de Code of Conduct for Business Taxation.Ik herneem hier een aantal punten uit H. Gribnau (2007), ‘Improving the legitimacy of soft law in EU tax law’, Intertax 2007/1, waarvan een verdere theoretische onderbouwing te vinden is in J.L.M. Gribnau, ‘Betere regelgeving, soft law en communicatief recht’, in: J.A. Pontier e.a. (red.), Alles afwegende, Ars Aequi, Nijmegen 2007.