Aflevering 3

Zoals bekend sluit de Belastingdienst met een groep van zeer grote ondernemingen zogenoemde handhavingsconvenanten. Het betreft een verschuiving van zogenoemd toezicht achteraf naar horizontaal toezicht in de actualiteit. Het gaat hierbij om situaties waarbij er sprake is van wederzijds vertrouwen tussen de belastingplichtige en de Belastingdienst, waarbij de partijen scherper naar elkaar aangeven wat ieders verantwoordelijkheden en mogelijkheden zijn om het recht te handhaven en om de wederzijdse afspraken na te leven.Zie de brief van de staatssecretaris van Financiën van 15 mei 2006, nr. TGB 2006-01212u.

Onder de zogenoemde acte éclairé en acte clair-leer wordt aangegeven wanneer de hoogste nationale rechter mag afzien van het stellen van prejudiciële vragen aan het HvJ EG over de uitleg van gemeenschapsrecht. In het eerste deel van deze bijdrage (gepubliceerd in TFB 2008/2) zijn wij ingegaan op een aantal algemene kenmerken van deze leer. In dit tweede deel gaan wij in op de praktische toepasbaarheid van de acte éclairé en de acte clair-test door de nationale rechter.1. Inleiding

Wie in de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) nazoekt welke bepalingen de belastingplichtigen verplichten om op de juiste wijze gegevens aan de Belastingdienst te verstrekken, stuit op een baaierd van verplichtingen, sancties en strafbedreigingen.

InleidingIn deze kroniek zal ik ingaan op de jurisprudentie op het terrein van ‘heffing’ in de periode maart 2007-maart 2008. Ik zal zowel ingaan op de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Algemene wet bestuursrecht, als de algemene beginselen van behoorlijke bestuur, de berekening van schadevergoeding voor ‘belastingschade’ bij de civiele rechter, de rechtsbescherming en de vaststellingsovereenkomst.

Bij overtreding van belastingwetgeving kan de belastinginspecteur een boete opleggen. Sinds 1 januari 1998 kent de Algmene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) twee soorten boetes. Enerzijds de verzuimboetes,Art. 67a t/m art. 67c AWR. anderzijds de vergrijpboetesArt. 67d t/m art. 67f AWR.. Bij verzuimboetes gaat het veelal om eenvoudig te constateren feiten waarbij de intentie van de dader niet relevant is. Deze boetes worden vastgesteld op een vast bedrag. Vergrijpboetes zijn gesteld op ernstiger handelingen of nalatigheden, waarbij sprake is van opzet dan wel grove schuld. Vergrijpboetes worden in de regel vastgesteld op een percentage van de feitelijk geheven belasting. Het percentage is afhankelijk van de mate van verwijtbaarheid en de recidive.Het wettelijk maximum voor alle vergrijpboetes bedraagt 100%. In het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998 (hierna: BBBB 1998) zijn beleidsregels neergelegd op basis waarvan een inspecteur gehouden kan zijn een lager percentage te hanteren.