TFB 2008, afl. 4 - Is Liechtenstein een ‘schurkenstaat’?
Aflevering 4, gepubliceerd op 01-06-2008 geschreven door Prof.dr. K.L.H. van MensRecent heeft de alom bekende ‘Liechtensteinaffaire’ de gemoederen bij met name belastingontduikers, banken en fiscus aanzienlijk verhit.De Duitse overheid betaalde recent € 4,2 miljoen voor een databank waarop gespecificeerd 750 Duitse ingezetenen staan vermeld, die een bij de Duitse fiscus onbekende rekening aanhouden bij een bank in Liechtenstein. De informatie werd aan de fiscus ter hand gesteld. Ook andere landen, naar verluidt in ieder geval Zweden, Groot-Brittannië, Canada en Nederland kunnen mogelijk hun voordeel doen met dit fiscale lek om zo spaarders in de belastingheffing te betrekken. Zie over de feiten Het Financieele Dagblad van 22, 26 en 28 februari en 5 maart 2008. Het internationale politieke debat met de despotische prins van het ministaatje heeft ook nog eens een operetteachtige allure gekregen. Voor juristen vormt de affaire belangwekkend en intrigerend materiaal. Er kan worden gesteld dat de individuen die een bij de Belastingdienst onbekende Liechtensteinse bankrekening houden een moreel deficit hebben.Wat in ander verband wel als graaicultuur wordt aangeduid, heeft met name in Duitsland tot grote commotie geleid, omdat gezaghebbende leiders een geheime bankrekening bleken aan te houden. Aan de andere kant kan dit ook worden gesteld voor overheden die de relevante gegevens op een oneigenlijke manier hebben verworven. Nederlandse belastingplichtigen kunnen in het fiscale circuit een navorderingsaanslag vermeerderd met rente en maximaal 100% boete verwachten, indien bekend wordt dat zij zijn ‘vergeten’ om hun bankrekening aan te geven. En hoe vergaat het een Staat? Kan een Staat strafrechtelijk worden vervolgd op grond van bijvoorbeeld heling, met allerlei schadevergoedingen van dien? Handelt een Staat niet net zo laakbaar en strafbaar als belastingontduikers op het moment dat voor de beantwoording van de vraag of juist dan wel onjuist aangifte is gedaan, gebruik wordt maakt van gestolen gegevens? Mag deze informatie worden aangewend voor de vaststelling van een navorderingsaanslag dan wel strafbaarstelling?In dit kader kan niet nader worden ingegaan op deze strafrechtelijke vraag. In principe kan de Staat in deze niet strafrechtelijk worden betrokken. Zie onder meer het Volkel-arrest (HR 25 januari 1994, NJ 1994, 598). De Staat zou vervolgde en vervolger tegelijk zijn en opgelegde boetes aan zichzelf verschuldigd zijn. Relevant in deze is de brief van 20 september 2000 van de toenmalige minister van Justitie A.H. Korthals aan de Tweede Kamer. Welke gevolgen heeft dit alles ten aanzien van de rechtszekerheid? Bovendien kan men zich afvragen welke rol banken hebben. Kan een bank direct worden aangesproken en verplicht worden gesteld om informatie aan een andere Staat te verschaffen en kan diezelfde bank, die immers beweert een bankgeheim te hebben, verantwoordelijk worden gehouden voor daaruit voortvloeiende schade? Vragen te over die aanstonds aan de KB-Luxaffaire doen denken. Gezien het korte bestek van deze opinie zal ik in het hiernavolgende op twee van de vele vragen ingaan, namelijk: in hoeverre kunnen gestolen gegevens in Nederland fiscaal en strafrechtelijk worden aangewend en hoe lang kan Liechtenstein zijn bankgeheim nog volhouden?