Aflevering 5

Over de vraag of de verlengde navorderingstermijn strijdig is met EG-recht wanneer het gaat om inkomsten die zijn opgekomen in een andere EU-lidstaat heeft het Hof van Justitie EG op 11 juni 2009 arrest gewezen. Mr. J.M. van der Vergt bespreekt dit arrest, de praktische gevolgen ervan en de verhouding tot de rechtspraak van de Hoge Raad tot nu toe.

Zowel voor de terugvordering van staatssteun als voor de terugvordering van communautaire steun speelt de vraag hoe voorzien kan worden in een effectieve terugvordering van steun die door de Commissie wordt verlangd. Voor de terugvordering van staatssteun is in Nederland gekozen om het wetsvoorstel inzake terugvordering van staatssteunKamerstukken II, 2007-2008, 31 418 (Terugvordering staatssteun), nr. 1-5. in te dienen. Door invoering van dit wetsvoorstel zal in Nederland in beginsel een goede grondslag ontstaan om tot terugvordering van staatssteun over te gaan. Bij de terugvordering van communautaire steun is commotie ontstaan over de bevoegdheidsgrondslag van de terugvorderingsbeschikking naar aanleiding van het ESF-arrest.HvJ EG 13 maart 2008, gevoegde zaken C-383/06 tot en met C-385/06 (ESF). Uit dit arrest kan met gepaste terughoudendheid afgeleid worden dat een bevoegdheidsgrondslag in de nationale wet niet nodig is, omdat een Europees vangnet bestaat. In deze bijdrage wordt ingegaan op het ‘tweesporenbeleid’ dat bestaat tussen de terugvordering van staatssteun en communautaire steun en hoe dit ‘tweesporenbeleid’ opgeheven kan worden.

In de kroniek procesrecht wordt aandacht geschonken aan relevante jurisprudentie die in het voorbije half jaar is gewezen. De aandacht gaat daarbij voornamelijk uit naar arresten van de Hoge Raad.

Diverse schrijvers hebben moeite met het arrest van de Hoge Raad dat ‘zwart geld’ na een De Hoge Raad heeft beslist dat ‘zwart geld’ na een opzettelijk onjuiste belastingaangifte afkomstig is uit misdrijf en dus een voorwerp kan zijn van witwassen. Diverse schrijvers hebben moeite met dit arrest. In dit artikel wordt een andere visie belicht. Nu het arrest van de Hoge Raad begrijpelijk is, moet de wetgever ingrijpen om onbedoelde consequenties te voorkomen. Inkeer moet volgens de auteur onbestraft blijven en een MOT-melding kan in normale gevallen achterwege blijven.

Prof.mr. Widdershoven bekleedt binnen de Universiteit Utrecht de leerstoel Europees bestuursrecht bij de Afdeling Staats- en bestuursrecht. Op verzoek van de Raad voor de Rechtspraak is onder zijn leiding de evaluatie van de invoering en werking van de tweede feitelijke instantie voor de fiscale rechtspraak uitgevoerd. In het kader van het tweede lustrum van TFB ligt het dan ook voor de hand betrokkene te benaderen voor een interview.