TFB 2011, afl. 1 - Evaluatie van art. 18a AWR (deel 1): waarop ziet deze bepaling?
Aflevering 1, gepubliceerd op 01-02-2011 geschreven door Mr. P.G.M. Jansen en Mw. mr. L.Y. GramsbergenIn verband met de invoering van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) is in 1997 een nieuwe bepaling in de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) opgenomen: art. 18a AWR. De wetgever heeft daarmee willen bereiken dat, indien de waarde van een onroerende zaak opnieuw wordt vastgesteld, hetzij op een hoger, hetzij op een lager bedrag, deze nieuwe waarde in alle gevallen alsnog kan doorwerken in de belastingheffing.Kamerstukken II, 1996-1997, 25 037, nr. 3, p. 11. Belasting die in eerste instantie niet of tot een te laag bedrag is geheven, kan op grond van art. 18a AWR in beginsel worden nagevorderd, ook indien dat op grond van art. 16 AWR niet meer mogelijk zou zijn. De wetgever heeft in art. 18a AWR tevens aan de belastingplichtigen een rechtsingang willen geven voor alle gevallen waarin de vaststelling van een nieuwe, lagere WOZ-waarde alsnog moet worden doorgevoerd in de belastingheffing.