TFB 2011, afl. 3 - Het ‘overlijden van een rechtspersoon’ en de bestuurlijke boete
Aflevering 3, gepubliceerd op 01-05-2011 geschreven door Mr.drs R. Lemmens en Mr. E.J.M. RosierZodra een rechtspersoonIn dit artikel begrijpen wij onder een rechtspersoon ook ‘de vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, de maatschap, de rederij en het doelvermogen’, zoals is opgesomd in art. 51, lid 3, Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), tenzij anders wordt aangegeven. ophoudt te bestaan, kunnen nog belastingaanslagen worden opgelegd indien de belastingschulden materieel zijn ontstaan in de tijd dat de rechtspersoon nog bestond.HR 19 september 2003, BNB 2003/370. De aanslagen kunnen worden vastgesteld, maar moeten wel aan die rechtspersoon worden bekendgemaakt indien de Belastingdienst aan deze aanslagen rechtsgevolgen wenst te verbinden.Een aanslag is immers een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Op grond van art. 3:40 Awb treedt een besluit niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Zie verder ook art. 3:41 e.v. Awb. Over deze problematiek heeft de Hoge Raad enkele arresten gewezen.Zie HR 19 september 2003, BNB 2003/370 en het commentaar op dit arrest in het artikel van J.H.A. Verweij en J.T.E. Knijnenburg, ‘Het opleggen en invorderen van belastingaanslagen opgelegd aan niet meer bestaande rechtspersonen’, WFR 2004/473. Zie echter ook een recente nuancering in HR 18 december 2009, BNB 2010/72 en HR 18 december 2009, BNB 2010/72. De Rechtbank Haarlem heeft in haar uitspraak van 10 januari 2011, LJN BP1407, daarop wéér een interessante nuancering aangebracht. Onduidelijk is tot welk moment nog een bestuurlijke boete kan worden opgelegd. Deze vraag is niet van belang ontbloot voor de rechtspersoon en de daarbij betrokken natuurlijke personen. In verband met een mogelijke aansprakelijkheid voor de belastingschuld inclusief de bestuurlijke boete kan de vraag echter ook voor derden van belang zijn.Zie bijvoorbeeld art. 36 van de Invorderingswet 1990 (hierna: IW 1990). Let wel: art. 32, lid 2, IW 1990 is op een aansprakelijkstelling voor een bestuurlijke boete van toepassing. Bovendien mag het ‘doorlekeffect’ niet worden nderschat: vermogen van de vennootschap dat wordt aangewend voor het betalen van boeten kan niet voor belastingbetalingen worden aangewend. Derden (denk bijvoorbeeld aan inleners en aannemers) kunnen daardoor voor grotere bedragen aansprakelijk worden gesteld. Van belang is nog om op te merken dat de hoogte van de boete waarvoor aansprakelijk gesteld kan worden onder andere afhankelijk is van de financiële omstandigheden van de rechtspersoon en de aansprakelijk gestelde.