Aflevering 5

Gepubliceerd op 1 juli 2011

TFB 2011, afl. 5 - Afscheid van Richard Happé

Aflevering 5, gepubliceerd op 01-07-2011 geschreven door A. Klein Sprokkelhorst
Richard Happé (1946) was sinds 1997 hoogleraar belastingrecht aan de Universiteit van Tilburg. Aandachtsgebieden tijdens zijn hoogleraarschap waren het formele belastingrecht en methodologie van het belastingrecht. Kwam de ethische vraag naar fiscale rechtvaardigheid vanaf de zeventiger jaren steeds meer in de schaduw te staan van de juridische vraag naar rechtmatigheid, door Happé’s regelmatige publicaties op dit terrein is de ethiek van het belastingrecht de afgelopen jaren in een nieuw licht komen te staan. Eerder dit jaar verscheen van zijn hand het preadvies ‘Belastingethiek: een kwestie van fair share’. Op 20 mei 2011 nam hij afscheid. Ter gelegenheid van zijn emeritaat vond een minisymposium plaats, waarin vier formeelrechtelijke onderwerpen aan de orde kwamen: Het vertrouwensbeginsel bij de beëindiging van staatssteun, door Ed van der Ouderaa, Partners, alimentatie en het gelijkheidsbeginsel, door Nicole Gubbels, De hardheidsclausule, sluitstuk van de rechtsbescherming? door Paul Slijpen; en Fraus legis als antimisbruikbeginsel, maatschappelijke en ethische opvattingen en recht als open stelsel, door Guido de Bont. Hieronder geef ik twee daarvan kort weer.

TFB 2011, afl. 5 - Bezuinigende minister doet afbreuk aan belastingrechtspraak

Aflevering 5, gepubliceerd op 01-07-2011 geschreven door Mr. S. Bosma
Recent heeft de Minister van Veiligheid en Justitie zijn gedachten over de verhoging van griffierechten neergelegd in een conceptwetsvoorstel. Zijn bedoeling is om te komen tot kostendekkende griffierechten, hetgeen op de rijksbegroting een netto besparing moet opleveren van € 240 miljoen. De impact van dit voorstel raakt nagenoeg alle rechtsgebieden, ook het belastingrecht. Voor toegang tot de rechter zal dieper in de buidel moeten worden getast, niet alleen door de rechtzoekende belastingplichtige, ook door de bestuursorganen.

TFB 2011, afl. 5 - De fiscale vaststellings­overeenkomst in het licht van art. 64 AWR

Aflevering 5, gepubliceerd op 01-07-2011 geschreven door Mr.dr. P. van der Wal
In deze bijdrage zal ik trachten de fiscale vaststellingsovereenkomst te duiden in het licht van het bepaalde van art. 64 Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR), de zogenoemde doelmatigheidsbepaling. Daartoe zal ik eerst een korte schets geven van de regeling van de vaststellingsovereenkomst en haar fiscale verschijningsvorm. Daarna zal ik in deze bijdrage de reikwijdte van de regeling van art. 64 AWR onderzoeken, om vervolgens te komen met een conclusie.

TFB 2011, afl. 5 - Een man een man, een woord een woord: over het terugkomen door de inspecteur op een ingenomen standpunt

Aflevering 5, gepubliceerd op 01-07-2011 geschreven door Mr.drs. H.J.F. Spreen Brouwer en mw. mr. S. Okma
In de fiscale praktijk neemt de inspecteur veelvuldig standpunten in om in een vroeg stadium zekerheid te creëren over de hoogte van de op te leggen aanslag. Vaak gebeurt dit na overleg met belanghebbende. Het ingenomen standpunt resulteert vervolgens in een toezegging die belastingplichtige krijgt of in een afspraak die gezamenlijk wordt gemaakt. Door de toezegging of afspraak schriftelijk vast te leggen wordt discussie over het ingenomen standpunt en de fiscale gevolgen zo veel mogelijk voorkomen.‘Men hoeft niet altijd hetzelfde standpunt in te nemen, want niemand kan je beletten wijzer te worden.’ (Konrad Adenauer)

TFB 2011, afl. 5 - Kenbaarheidsvereiste bij navordering

Aflevering 5, gepubliceerd op 01-07-2011 geschreven door Mw. mr. P. de Haas
Het afgelopen jaar zijn diverse publicaties verschenen over de navordering op basis van de kenbare fout, zoals neergelegd in art. 16, lid 2, onderdeel c, Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR).Zoals van R.E.C.M. Niessen, ‘Navordering zonder nieuw feit bij kenbare fout’, NTFR Beschouwingen 2010/21, alsmede zijn artikel, ‘Nieuwe regels bij navordering’, TFB 2011/02. Verder nog E. Poelmann, Navorderen op grond van het kenbaarheidsvereiste, FED 2010/82 en P.J. van Amersfoort en L.A. de Blieck, ‘Navordering ter zake van fouten’, in: Wetgevingskunsten, vriendenbundel Jan Kees Bartel, de fiscale kunstenaar,Sdu Uitgevers, Den Haag 2010 en Bartels reactiein MBB 2011, nr. 3. In die publicaties worden de elementen van dit nieuwe artikellid toegelicht en aangegeven onder welke voorwaarden de inspecteur gebruik kan maken van dit artikel. In de onderhavige bijdrage worden ook de elementen en voorwaarden besproken, waarbij enkele situaties worden behandeld waarin de inspecteur (mogelijk) geen beroep toekomt op navordering wegens een kenbare fout. Daarnaast zal worden beschreven welke invloed art. 16, lid 2, onderdeel c, AWR kan hebben op het leerstuk van de interne compensatie en vice versa. Deze bijdrage eindigt met een conclusie.