Aflevering 6

Gepubliceerd op 1 september 2011

TFB 2011, afl. 6 - Belastingontduiking, horizontaal toezicht en compliance Over de noodzaak van interdisciplinair onderzoek voor de fiscaliteit

Aflevering 6, gepubliceerd op 01-09-2011 geschreven door Mw. mr.dr. A.K.H. Klein Sprokkelhorst
Het onderwerp belastingontduiking en de keerzijde daarvan, fiscale compliance, is met name de laatste veertig jaar steeds belangrijker geworden. Honderden publicaties zijn over het onderwerp verschenen, maar over de dimensies van belastingontduiking is nog steeds weinig bekend. Tot voort kort werd het fenomeen vrijwel uitsluitend benaderd vanuit economisch perspectief en bleef het (sociaal-)psychologische aspect onderbelicht. Onbegrijpelijk, want het is van algemene bekendheid dat belastingontduiking behalve door economische motieven ook door psychologische factoren wordt beïnvloed. Wil men het verschijnsel bestuderen, dan moet het onderzoek op drie terreinen plaatsvinden: fiscale wetgeving, economie en sociale psychologie.

TFB 2011, afl. 6 - De oplegging van een vergrijpboete aan een belastingplichtige bij inschakeling van een derde

Aflevering 6, gepubliceerd op 01-09-2011 geschreven door Mw. C.E.M. van de Loo en Prof.dr. A.O. Lubbers
Sinds HR 1 december 2006, nr. 40.369, BNB 2007/151, is het bij de oplegging van een (bestuursrechtelijke) fiscale vergrijpboete niet mogelijk opzet of grove schuld van een ander dan de belastingplichtige aan die belastingplichtige toe te rekenen. Grove fouten begaan door bijvoorbeeld een belastingadviseur worden sindsdien niet aangemerkt als grove fouten van de belastingplichtige. De inspecteur moet voor het opleggen van een vergrijpboete aannemelijk maken dat bij de belastingplichtige zelf grove schuld of opzet aanwezig is geweest, aldus BNB 2007/151. Daar waar de belastingplichtige de hulp van een derde Het kan hier bijvoorbeeld gaan om een belastingadviseur, boekhouder, familielid of werknemer. inroept voor het verzorgen van zijn aangifte, rijst de vraag wat van de belastingplichtige mag worden verwacht bij de keuze van die derde en de samenwerking met die derde. De vraag wat de gevolgen zijn van de inschakeling van een derde door de belastingplichtige kan overigens ook aan de orde komen bij de oplegging van een verzuimboete. Zie bijvoorbeeld HR 15 juni 2007, nr. 42.687, BNB 2007/251, waarin het ging om een inhoudingsplichtige die op het punt van de betaling van de op aangifte af te dragen belasting in verzuim was. Hij had die betaling opgedragen aan een bank. De Hoge Raad overwoog dat een inhoudingsplichtige met vrucht een beroep kan doen op afwezigheid van alle schuld indien hij stelt en bij betwisting aannemelijk maakt dat hij alle in de gegeven omstandigheden van hem in redelijkheid te vergen zorg heeft betracht om te bewerkstelligen dat het verschuldigde bedrag tijdig op de rekening van de Belastingdienst zou zijn bijgeschreven. Wij proberen in dit artikel een bijdrage te leveren aan de beantwoording van die vraag.

TFB 2011, afl. 6 - Een standbeeld voor de zwartspaarder

Aflevering 6, gepubliceerd op 01-09-2011 geschreven door Mr. E.J.M. Rosier
Ik stel voor een fonds te stichten dat tot doel heeft een standbeeld op te richten voor ‘De Zwartspaarder’. De locatie van het standbeeld: tegenover het Korte Voorhout nr. 7 te Den Haag, waar het Ministerie van Financiën is gevestigd. Alle donaties worden geaccepteerd. Er worden geen (moeilijke) vragen gesteld over de oorspong van de donatie. Niet dat ik de zwartspaarder sympathiek vind, maar hij heeft wel voor veel interessante jurisprudentie gezorgd. In de BNB tref ik alleen al elf ‘hits’ onder ‘KB-Lux’ aan.Tijdens het concipiëren van dit artikel werden al weer nieuwe arresten van de Hoge Raad met hetzelfde onderwerp gepubliceerd: 13 mei 2011 in V-N 2011/26.3 en 26.4 en 10 juni 2011 in V-N 2011/29.5. Deze arresten borduren voort op de hier te bespreken arresten en worden hier niet verder behandeld. Die jurisprudentie verheldert de rechtspositie van alle belastingplichtigen aanmerkelijk en dat is wel een standbeeld waard. Een raadsheer van het Supreme Court van de Verenigde Staten heeft wel eens gezegd dat ‘het recht’ vaak pas tot volle ontplooiing komt in zaken die niet sympathiek zijn en met niet echt sympathieke belanghebbenden. Deze kwalificatie lijkt ook van toepassing op de jurisprudentie die de Hoge Raad met betrekking tot de zwartspaarder heeft gewezen.Op 15 april 2011 heeft de Hoge Raad weer een tweetal arresten gewezen waarin de belastingheffing en beboeting van een zwartspaarder centraal stonden en die zeker de moeite waard zijn om grondig te worden bestudeerd.O.a. gepubliceerd in V-N 2011/20.4. Deze arresten hebben zelfs tot Kamervragen geleid.O.a. gepubliceerd in V-N 2011/26.5.

TFB 2011, afl. 6 - Pleitbaar standpunt – toepassing in het fiscale strafrecht

Aflevering 6, gepubliceerd op 01-09-2011 geschreven door Mr. A.D. van Riel
In deze bijdrage wordt nader ingaan op het leerstuk van het pleitbare standpunt in de verhouding tot het opzetbegrip. Daarbij zal de auteur uiteenzetten dat het leerstuk van het pleitbare standpunt in de strafrechtelijke rechtspraktijk anders wordt toegepast dan in de fiscale rechtspraktijk, waardoor die andere toepassing wordt veroorzaakt en hoe kan worden gekomen tot een eensluidende toepassing.