TFB 2012, afl. 2 - Is het opzettelijk doen van een onjuiste aangifte nog een kwaliteitsdelict?
Aflevering 2, gepubliceerd op 01-03-2012 geschreven door Mw. mr. P. de HaasNaar aanleiding van twee arresten van de strafkamer van de Hoge Raad van 5 juli 2011HR 5 juli 2011, nr. 08/04258, NJ 2011/323, NTFR 2011/1882. en 12 juli 2011HR 12 juli 2011, nr. 09/04763, LJN: BQ3673.is in de rechtspraktijk de vraag gerezen of het opzettelijk niet (tijdig) of onjuist doen van een aangifte nog wel langer een (impliciet) kwaliteitsdelict is.D. Liem, ‘De bij de belastingwet voorziene aangifte’, NTFR 2011/1906. Deze vraag dient mijns inziens nog steeds bevestigend te worden beantwoord. De Hoge Raad heeft zich in voornoemde arresten namelijk slechts uitgelaten over de vraag wanneer sprake is van ‘een bij de belastingwet voorziene aangifte’. Dat deze uitleg voor het tweede lid ten dele ruimer wordt opgevat dan geldt voor het eerste lid van art. 69 Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR), maakt niet dat art. 69 AWR in geen geval (meer) een (impliciet) kwaliteitsdelict is.Zie voor een vergelijkbare opvatting G.J.M.E. de Bont en J.M. Sitsen, ‘Tour d’horizon fiscaal strafrecht 2011’, TFB 2012/1, p. 28.