TFB 2012, afl. 3 - Boetetermijn is van openbare orde: krijgt art. 64 AWR dan toch betekenis?
Aflevering 3, gepubliceerd op 01-05-2012 geschreven door Mr. M.J. PelinckOp 29 april 2011 heeft de Hoge Raad uitgemaakt dat de belastingrechter ambtshalve dient te toetsen of de boete binnen de termijn is opgelegd, en dat hij daarbij voorbij moet gaan aan afspraken over verlenging van de boetetermijn.HR 29 april 2011 met conclusie van A-G Wattel, LJN: BN9685, BNB 2011/249. De regel is herhaald in HR 10 juni 2011, BNB 2011/250. Het arrest is besproken door De Bont in zijn noot onder BNB 2011/250, door R.M.P.G. Niessen-Cobben in FED 2012/23, D.N.N. Jansen in NTFR 2011/1201, in de noot van de redactie onder de weergave in V-N 2011/23.6 en door W.E. Nent en C.P.M. van der Woude, ‘Aanslag te laat: boete van tafel!’, WFR 6924 (2011), p. 1695. Belastingplichtige en Belastingdienst kunnen dus geen bindende afspraak maken over de boetetermijn, terwijl dat over de aanslagtermijn wel kan.