Aflevering 3

Men neme: een failliete fabriek met vierhonderd werknemers. De machines zijn gefinancierd middels een sale-and-leasebackconstructie, door de fabriek aangegaan met een dochtermaatschappij van de bank, en bevinden zich dus in de fabriekshallen van het failliete bedrijf. Voor de fiscale schulden legde de belastingdeurwaarder vóór faillissement bodembeslag. Dat beslag treft het machinepark, bestemd tot stoffering als bedoeld in art. 22 Invorderingswet 1990 (hierna: IW 1990). Er is een koper voor he

De Invorderingswet 1990 (hierna: IW 1990) kent tal van aansprakelijkheidsartikelen op grond waarvan de ontvanger de schulden van een belastingschuldige – onder voorwaarden – bij één of meer derden kan invorderen. De meest bekende (en voorkomende) bepalingen die in dit verband worden gebruikt, zijn de inleners- en ketenaansprakelijkheid, de bestuurdersaansprakelijkheid en ‘het leeghalen van de vennootschap’ (art. 40 IW 1990), waarover de laatste tijd veel uitspraken zijn gepubliceerd. Eén aanspr

Art. 6, lid 1 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM) schrijft voor dat eenieder bij het vaststellen van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen of bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde vervolging, recht heeft op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn. Gelet op de bewoordingen ‘ingestelde vervolging’ is in ieder geval beoogd strafzaken onder de beschermin

Medeplegen is ‘hot’ in het strafrecht. De grenzen tussen medeplegers en medeplichtigen zijn steeds meer vervaagd. Dit is niet alleen van belang voor het ‘gewone’ (commune) strafrecht of zelfs alleen voor het fiscale strafrecht, maar ook voor fiscale boetes. Hoewel fiscale boetes niet rechtstreeks onder de werking van alle strafvorderlijke regels en beginselen vallen, wordt voor de uitleg van vraagstukken in fiscale boeteprocedures aansluiting gezocht bij de bepalingen en uitleg daarvan in het s

In deze kroniek zullen de belangrijkste ontwikkelingen op het terrein van heffing in de periode van 25 maart 2014 tot en met 26 maart 2015 worden besproken. Er zijn drie zaken die bijzonder in het oog springen: (1) de vernietiging van aanslagen omdat de naam van een tipgever niet bekend is gemaakt, (2) de overvloedige jurisprudentie wanneer bij de vaststelling van aanslagen voldoende voortvarend is gehandeld en (3) de uitwerking in de jurisprudentie wanneer een informatiebeschikking kan worden

Vanouds wordt in de Algemene wet inzake rijksbelastingen onderscheid gemaakt tussen de heffing van belasting bij wege van aanslag en de heffing van belasting bij wege van voldoening of afdracht op aangifte. De keuze voor een bepaalde wijze van heffing wordt in de heffingswet zelf gemaakt. Voor zowel aangiftebelastingen als aanslagbelastingen geldt dat de inspecteur de belastingplichtige kan uitnodigen tot het doen van aangifte. Een belangrijk verschil is echter dat bij aangiftebelastingen het i

Het komt nog al eens voor dat een belastingplichtige de inspecteur om inzage in zijn fiscale dossier vraagt, al dan niet met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: WOB) en/of de Wet bescherming persoonsgegevens (hierna: Wbp). In dit artikel beschrijf ik of en in hoeverre een dergelijk verzoek slaagt en welke rechtsmiddelen die belastingplichtige kan aanwenden indien de inspecteur het verzoek afwijst.

De fiscus heeft, als uitvoerende macht, de taak de belastingen te innen conform de fiscale wetgeving. Om dit op een rechtvaardige manier te laten verlopen heeft hij informatie nodig, veel informatie. Maar waar haalt de fiscus deze informatie vandaan en wat weet hij nu eigenlijk echt van u?

Tijdens het recent bij de Radboud Universiteit gehouden symposium over Formeel Belastingrecht is het centrale onderwerp het heffen van belasting op basis van de daarvoor relevante feiten en omstandigheden. Daarbij is uitermate belangrijk de wijze waarop de heffende overheid op de hoogte raakt van die feiten en omstandigheden.Na de door de dagvoorzitter prof.dr.mr. R.E.C.M. Niessen1 gegeven introductie en enige recente ontwikkelingen in de rechtspraak zijn de volgende onderwerpen behandeld: de i