TFB 2015, afl. 8 - Omkering van bewijslast: al meer dan honderd jaar een steen des aanstoots
Aflevering 8, gepubliceerd op 11-12-2015 geschreven door Hageman LL.M, E.P.Omkering van de bewijslast kent een lange geschiedenis in het Nederlandse belastingrecht. Op aandringen van de Tweede Kamer werd namelijk in art. 33 van de Wet op de vermogensbelasting 1892 het volgende opgenomen: ‘De Raad is echter onbevoegd den aanslag, opgelegd aan hem, die geene aangifte heeft gedaan, te verlagen, tenzij de aangeslagene hebbe aangetoond dat de aanslag te hoog was.’48 22 jaar later werd in art. 80, lid 1, Wet IB 1914 een vergelijkbare bepaling geïntroduceerd: ‘Indien de volgens hoofdstuk VIII vereischte aangifte niet is gedaan (…), wordt de aanslag (…) gehandhaafd, zoo niet den raad is gebleken, dat en in hoever hij onjuist is.’ Opvallend is dat de op de belastingplichtige rustende bewijslastbepalingen verschillend werden omschreven (aangetoond vs. gebleken). De vraag is echter welke betekenis hieraan moet worden toegekend.