Aflevering 1

Naar aanleiding van een WOB-verzoek heeft de Belastingdienst de interne ‘praktijkhandleiding bedrijfsopvolging vastgoedexploitanten’ openbaar gemaakt. De Praktijkhandleiding is bedoeld om de Inspecteurs handvaten te geven om een standpunt te kunnen bepalen bij het toepassen van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOR) bij vastgoedexploitanten.

Op Prinsjesdag 2016 werd bekend gemaakt dat de fiscale aftrek van onderhoud aan rijksmonumenten zou worden beëindigd en zou worden vervangen voor een subsidieregeling. Omdat dit wetsvoorstel weinig bijval kreeg is besloten het een jaar uit te stellen, zodat in 2017 fiscale aftrek van de onderhoudskosten aan monumentenpanden blijft.

Hof Arnhem heeft geoordeeld dat het mogelijk is een herinvesteringsreserve (HIR) te vormen voor een herwaarderingswinst die het gevolg is van het van toepassing zijn van de sanctiebepaling van art. 15ai, van de Wet VPB 1969. De Inspecteur meende dat de vorming van een HIR niet mogelijk was omdat er geen sprake was van een overdacht van een bedrijfsmiddel. Naar het oordeel van het hof beoogt art. 15ai, Wet VPB 1969, gelet op zijn totstandkomingsgeschiedenis, in feite met terugwerkende kracht de interne overdrachtswinst alsnog bij de fiscale eenheid te belasten en wel op het niveau van de overdragende vennootschap op basis van de waarde ten tijde van de overdracht. Gelet op deze bedoeling is het hof van mening dat de regels van de HIR – overeenkomstig het oordeel van de Hoge Raad in BNB 2016/22 – in beginsel kunnen worden toegepast.

De overheid heeft bepaald dat woningcorporaties in 2017 de huren maximaal met 1,3 procent mogen laten stijgen, waarbij zij op individueel niveau de mogelijkheid hebben om de huren verder te laten stijgen. Op individueel niveau is de maximaal toelaatbare stijging afhankelijk van het inkomen van de huurder en bijzondere typen huurders:

Op 17 januari 2017 heeft het hof een uitspraak gedaan over de vraag wat de impact is op een (door)levering door een veiling koper van een object dat hij heeft gekocht in een executieveiling indien na zijn doorlevering het executievonnis wordt vernietigd.

De overheid maakte in december 2016 bekend dat zij jaarlijks voor ruim 60 miljard euro aan goederen en diensten koopt. De overheid maakte ook bekend dat die aanschaf veel duurzamer moet worden. In dat kader is op 8 december jl. het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Inkopen gesloten door diverse overheden. De kern van dat manifest is dat de overheden zich verplichten veel scherpere eisen qua duurzaamheid toe te passen voor hun inkoop van goederen en diensten. Volgens opgave van de overheid variëren deze scherpere eisen van effecten die de producten en diensten hebben op het milieu tot aan arbeidsomstandigheden in de fabrieken waar de producten worden gemaakt.

De wetgever is bezig om het mogelijk te maken dat ook in bepaalde situaties in het Engels geprocedeerd mag worden in Nederlandse rechtszalen.

In dit jaaroverzicht beperk ik mij tot drie thema’s: de herinvesteringsreserve (par. 1), voorzieningen (par. 2) en materieel ondernemen in vastgoed (par. 3). Bij de herinvesteringsreserve ging de Hoge Raad om in casussen met uitdelingen en onttrekkingen. Ten aanzien van de beide laatstgenoemde thema’s trokken enkele publicaties van de Belastingdienst met stellingnames en interne werkwijzen de aandacht.

‘Tekort aan bouwvakkers in herstellende sector’, zo kopt het FD in de laatste dagen van 2016. Het vastgoed heeft duidelijk weer de weg naar boven gevonden en dat geeft weer nieuwe uitdagingen. Een uitdaging die door alle jaren heen hetzelfde blijft, is het up-to-date houden van uw fiscale kennis. Wellicht dat het onderstaande hierbij van nut kan zijn.

De Hoge Raad heeft gedurende 2016 meerdere relevante uitspraken gedaan voor de vastgoedpraktijk. In dit artikel worden enkele behandeld. De uitspraken gaan over een oude boerderij met vele gebreken en bodemverontreiniging, een andere boerderij met een agrarische in plaats van een woonbestemming, de situatie dat een bouwer failliet gaat en de curator de met consumenten gesloten (koop-/)aannemingsovereenkomsten voor een nieuwe woning niet gestand doet, de herziening van de canon en de algemene er

In 2016 heeft de bestuursrechter weer een groot aantal uitspraken gedaan op het gebied van het omgevingsrecht. In deze bijdrage wordt een selectie van deze uitspraken besproken. Daarbij wordt eerst ingegaan op rechtspraak over de Wet ruimtelijke ordening en vervolgens op uitspraken over de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Aan het slot wordt nog kort stilgestaan bij enkele overige ontwikkelingen in het omgevingsrecht.