Vastgoed Fiscaal & Civiel 2019/16 - Ontruimingsbescherming; wat is dat ook al weer?
Aflevering 3, gepubliceerd op 04-09-2019 geschreven door Strijen, J.A. Van en Egteren, L. vanEen huurder moet bij het einde van de huur het gehuurde in beginsel direct aan de verhuurder ter beschikking stellen. Bij de huur van een ruimte waarop het regime van art. 7:230a BW van toepassing is (hierna ‘230a-ruimte’), is dit an-ders: in beginsel is de huurder niet direct tot ontruiming verplicht, maar mag hij nog minimaal twee maanden van de voorheen gehuurde 230a-ruimte ge-bruikmaken. Dit wordt de ‘ontruimingsbescherming’ van de huurder genoemd. In dit artikel wordt allereerst kort ingegaan op de vraag wanneer sprake is van een 230a-ruimte. Alhoewel het artikel niet nieuw is, komt in jurisprudentie nog regelmatig de vraag aan de orde wanneer de huurder recht heeft op ontrui-mingsbescherming en hoe deze kan worden verlengd. Aan de hand van recente uitspraken worden zeven punten van aandacht voor huurder en verhuurder ge-geven met betrekking tot 230a-ruimte.