Aflevering 42

Gepubliceerd op 18 oktober 2023

NTFR 2023/1761 - Democratische legitimatie van internationale belastinghervorming

Aflevering 42, gepubliceerd op 18-10-2023 geschreven door prof. mr. S.C.W. Douma
De afgelopen jaren hebben veel verandering gebracht in het internationale fiscale landschap. Ik doel hier natuurlijk op de resultaten van het BEPS-project, de ondertekening van het multilaterale instrument en de Europese richtlijnen ATAD1 en ATAD2, die deze resultaten implementeren (en op onderdelen verder gaan). Door de ratificatie van het multilaterale instrument en de basis van de richtlijnen in de Europese verdragen is democratische legitimatie gewaarborgd. Dat is ook het geval bij de voorgenomen invoering van Amount A van Pijler 1. Op 11 oktober 2023 werd immers het multilaterale verdrag gepubliceerd dat hiertoe moet dienen. Bij de invoering van Pijler 2 is het echter anders gegaan. De internationale naleving van deze minimumbelasting voor grote multinationals wordt niet verzekerd door een internationaal verdrag, maar door een onderbelastewinstbijheffing (UTPR) die nationale parlementen die Pijler 2 niet willen invoeren in feite dwingt dit tóch te doen. Wenst een land Pijler 2 immers niet in te voeren – en dus de mogelijkheid wil blijven behouden een effectief belastingtarief te hanteren dat lager ligt dan 15% zonder een binnenlandse bijheffing in te voeren – dan zullen andere jurisdicties de in dat land onderbelast gebleven winst alsnog belasten. Van een soevereine, vrije keuze Pijler 2 al dan niet in te voeren, is aldus geen sprake meer – en dat zal ongetwijfeld ook een rol hebben gespeeld bij de aanvaarding van de Europese richtlijn terzake.1 Problemen van democratische legitimatie doen zich evenzeer voor bij het recente Europese voorstel voor een geharmoniseerde grondslag voor de vennootschapsbelasting. Dit komt door de dynamische doorwerking van standaarden voor de jaarverslaggeving die rechtstreeks van invloed zullen zijn op de hoogte van de verschuldigde vennootschapsbelasting. Dat dit een constitutioneel probleem kan opleveren, volgt uit een arrest van de Hoge Raad van vorig jaar.2

NTFR 2023/1771 - Kennisgroepstandpunt over onderbroken loontijdvak

Aflevering 42, gepubliceerd op 18-10-2023
In de handreiking op Forum Salaris is in een voorbeeld antwoord gegeven op de vraag ‘Welk tijdvaktabel gebruikt u bij een onderbroken loontijdvak?’ Een parttimer die vier dagen per week werkt, neemt één dag per week onbetaald ouderschapsverlof op. Zijn collega die fulltime werkt, neemt twee dagen onbetaald ouderschapsverlof op. Voor een parttimer blijft de maandtabel gelden en geldt het uitbetalingstijdvak in plaats van het loontijdvak. Voor een fulltime werknemer leidt opname van onbetaald ouderschapsverlof in beginsel tot doorbreking van het loontijdvak. Maar als hij gedurende een langere periode één of meer dagen/weken onbetaald verlof opneemt, dan is hij voor die periode een parttimer.

NTFR 2023/1778 - Kennisgroepstandpunt inhouding dividendbelasting bij terugbetaling agio

Aflevering 42, gepubliceerd op 18-10-2023 geschreven door mr. F. van Horzen
De Kennisgroep dividendbelasting en bronbelasting heeft de vraag beantwoord of bij een terugbetaling van agio, zonder de agioreserve eerst om te zetten in nominaal aandelenkapitaal, dividendbelasting is verschuldigd over de gehele terugbetaling, ongeacht de hoogte van de aanwezige zuivere winst. Een Nederlandse vennootschap betaalt agio terug aan haar aandeelhouders zonder dit om te zetten in nominaal aandelenkapitaal. De terugbetaling bedraagt meer dan de aanwezige zuivere winst. Over een terugbetaling van agio is slechts dividendbelasting verschuldigd indien en voor zover er sprake is van zuivere winst. Onder zuivere winst dient ook eventuele winstanticipatie te worden verstaan.

NTFR 2023/1779 - Verkenning vrijstellingen overdrachtsbelasting

Aflevering 42, gepubliceerd op 18-10-2023 geschreven door drs. R. van Haperen
Staatssecretaris Van Rij stuurt de Tweede Kamer het ambtelijk rapport ‘Verkenning vrijstellingen in de overdrachtsbelasting’, waarin in kaart wordt gebracht voor welke fiscale regelingen in de overdrachtsbelasting er aanleiding is om nader onderzoek te doen. De verkenning heeft betrekking op alle vrijstellingen van overdrachtsbelasting. Het per 2011 ingevoerde verlaagde tarief voor woningen (2%) wordt ook meegenomen, net als de tariefdifferentiatie die per 2021 is ingevoerd.

NTFR 2023/1804 - Nota van wijziging wetsvoorstel Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Aflevering 42, gepubliceerd op 18-10-2023 geschreven door prof. dr. M.F. de Wilde
Op 13 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Financiën, Fiscaliteit en Belastingdienst, de nota van wijziging wetsvoorstel Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2) aan de Tweede Kamer aangeboden. De staatssecretaris bood dezelfde dag de Tweede nota van wijziging Belastingplan 2024 aan de Tweede Kamer aan met onder andere flankerende maatregelen op Pijler 2-terrein in de vennootschapsbelasting. De nota’s maken deel uit van een omvangrijkere set stukken die de staatssecretaris, mede namens de staatssecretaris van Financiën, Toeslagen en Douane, die dag aan de Kamer aanbood in het kader van het pakket Belastingplan 2024 (zie ook Kamerbrief 13 oktober 2023, nr. 2023-0000226627).

NTFR 2023/1805 - Kennisgroepstandpunt kwalificatie Albanese rechtsvorm ‘Shoqëri me përgjegjësi të kufizuar’

Aflevering 42, gepubliceerd op 18-10-2023
De Kennisgroep belastingplicht & kwalificatie rechtsvormen heeft de Albanese rechtsvorm ‘Shoqëri me përgjegjësi të kufizuar’ (hierna: SH.P.K), gekwalificeerd als een kapitaalvennootschap, zijnde een niet-transparant lichaam. Deze kwalificatie is van toepassing op de heffing van vennootschapsbelasting, inkomstenbelasting, dividendbelasting en bronbelasting.