Aflevering 51

In deze Opinie zal ik ingaan op enkele aspecten van het voorgestelde box 3-stelsel die samenhangen met de voorgestelde toepassing van zowel het totaalwinstbegrip als het jaarwinstbegrip (goed koopmansgebruik). In dat kader zal in beginsel slechts vanuit fiscaaltechnisch perspectief worden bezien of de voorgestelde toepassing van beide winstbegrippen (mogelijk) tot onwenselijke uitkomsten leidt.

Minister Kaag biedt de Eerste en de Tweede Kamer het werkprogramma 2024 van de Inspectie belastingen, toeslagen en douane (IBTD) aan.

De Eerste Kamer heeft op 11 en 12 december 2023 gedebatteerd met de minister voor Klimaat en Energie, de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en de staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst over het pakket Belastingplan 2024. Tijdens dit debat zijn 23 moties ingediend.

afwaardering; bron; nagekomen; bedrijfslast; verlies; debiteurenvordering; vertrouwen; voordeelsverwachting; resultaat; row

kenbare fout; herziening; Ziektewet; premiepercentage; werkhervattingskas

De inwerkingtreding van het Besluit SUWI en het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen over de inkomstenverhouding (IKV) verschuift naar 1 januari 2027. Dit schrijft minister Van Gennip (SZW) in een Kamerbrief.

De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of de gehele aflossing van één enkel leningdeel dat behoort tot de bestaande eigenwoningschuld leidt tot het stuiten van de 30-jaarstermijn met betrekking tot de aftrekbare kosten eigen woning.

De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of fiscale partners die niet duurzaam gescheiden leven en die twee woningen in eigendom hebben, waarbij ieder een andere woning als hoofdverblijf heeft, beiden in hun aangifte IB hun woning als hoofdverblijf kunnen aanmerken.

De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of de woning in Nederland een eigen woning is voor de belastingplichtige als hij samen met zijn fiscale partner een eigen woning in Nederland heeft, hij vervolgens zijn hoofdverblijf verplaatst naar een huurwoning in het buitenland omdat hij wordt uitgezonden en tijdens de duur van de uitzending sprake blijft van fiscaal partnerschap.

De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst en de Kennisgroep aanmerkelijk belang hebben de vraag beantwoord of door een APV gehouden aanmerkelijkbelangaandelen kunnen worden betrokken in een gefaciliteerde aandelenfusie, zodat gebruik kan worden gemaakt van de doorschuiffaciliteit van art. 4.41 Wet IB 2001.

vermogensverschuiving; aanmerkelijk belang; privéschuld; aflossing; vergrijpboete; bevoordeling; financiering; lening; vordering; afwaardering; cessie; vaststellingsovereenkomst; navordering; uitdeling; economische eigendom; hypotheekrecht; kredietverstrekking; regulier voordeel

De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft de vraag beantwoord of sprake kan zijn van fiscaal partnerschap in het geval een werknemer zijn of haar partner niet heeft aangemeld bij de pensioenuitvoerder voor een nabestaandenpensioen op basis van een onbepaald partnersysteem.

De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft de vraag beantwoord hoe in het jaar van emigratie de toerekening van het vermogen van een minderjarig kind aan de ouders in box 3 verloopt.

Staatssecretaris Van Rij maakt de tabelcorrectiefactor, de bedragen en percentages arbeidskorting, het percentage eigenwoningforfait en de forfaitaire rendementspercentages box 3 voor 2024 bekend.

Uit onderzoek blijkt dat de aangifte inkomstenbelasting voor de meeste mensen doenlijk is. Staatssecretaris Van Rij (Financiën) informeert de Tweede Kamer over het onderzoek naar doenvermogen en knelpunten bij de aangifte voor inkomstenbelasting.

De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft de vraag beantwoord wanneer sprake is van een hulpmiddel in de zin van art. 6.17 lid 1 onderdeel d Wet IB 2001.

De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft de vraag beantwoord of voor voorlopige verliesverrekening de (definitieve) aanslag waarmee het verlies wordt verrekend onherroepelijk moet vaststaan.

onzakelijke lening; deelnemingsvrijstelling; afwaarderingsverlies

De Kennisgroep deelnemingsvrijstelling heeft de vraag beantwoord of de deelnemingsvrijstelling van toepassing is op een belang dat kleiner is dan 5% van het nominaal gestorte kapitaal van een vennootschap en verkregen is bij of aanstonds na de verkoop van een belang dat groter is dan 5% van het nominaal gestorte kapitaal in dezelfde vennootschap.

De Kennisgroep IBR Vpb & winst heeft de vraag beantwoord of eventuele dubbele belastingheffing over het commanditaire aandeel van een in Nederland gevestigde bv in een in Duitsland gevestigde, naar Nederlandse maatstaven fiscaal niet-transparante GmbH & Co. KG, kan worden weggenomen.

De Kennisgroep dividendbelasting en bronbelasting van de Belastingdienst heeft de vraag beantwoord of de hoogte van de correctie op de afdrachtvermindering van art. 11a lid 2 tweede volzin Wet DB moet worden bepaald op het moment waarop de beleggingsinstelling de opbrengst waar de bronheffing betrekking op heeft ontvangt, dan wel op het moment waarop de beleggingsinstelling zelf de opbrengst waar de bronheffing betrekking op heeft ter beschikking stelt aan haar aandeelhouders.

De Kennisgroep successiewet heeft een vraag beantwoord over het minimale bezit van gewone aandelen voor de BOR bij verkrijging van preferente aandelen.

De Kennisgroep omzetbelasting algemeen heeft het standpunt over het btw-tarief van online software voor dyslectici gewijzigd. De verwijzing naar art. 98 lid 2 Btw-richtlijn is gewijzigd in art. 98 lid 3 Btw-richtlijn.

Staatssecretaris De Vries informeert de Tweede Kamer over het Jaarplan Douane 2024.

tabaksaccijns; voorhanden hebben; keuze belastingplichtige

rollator; hulpmiddel; incontinent; bestelbus; verlaagd; bestelautotarief; chemisch toilet

discretionaire bevoegdheid; schade-auto; taxatierapport; schouw; bewijslast

schorsing; APK-keuring

kwarttarief; kampeerauto; kentekenbewijs; camper

Staatssecretaris Van Rij informeert de Tweede Kamer over een onderzoek naar het digitaliseren van de aangifte voor de belasting op personenauto’s en motorrijwielen (BPM).

Aan belanghebbende is een aanslag in rioolheffing van de gemeente Leidschendam-Voorburg opgelegd. Het tegen de aanslag gemaakte bezwaar ziet op de kostendekkendheid van de rioolheffing. De in de verordening vastgestelde tarieven zouden leiden tot een overschrijding van de opbrengstlimiet. In geschil is of de verordening onverbindend is, toegespitst op de vragen of de heffingsambtenaar inzicht heeft verschaft in de ramingen van de overheadkosten en de toerekening daarvan aan de rioolheffing, of hij de twijfel over het aanmerken van deze kosten als kosten verbonden aan de gemeentelijke watertaken heeft weggenomen en of hij al de op de zaak betrekking hebbende stukken heeft overgelegd.

Belanghebbende is aangeslagen voor de zuiveringsheffing. Volgens de van toepassing zijnde verordeningen is de heffingsmaatstaf de vervuilingswaarde. Voor de bepaling hiervan verwijzen de verordeningen naar een tot de verordeningen behorende bijlage. In die bijlage wordt verwezen naar NEN-normen. Volgens hof Amsterdam (ECLI:NL:GHAMS:2022:2412) zijn de verordeningen onverbindend omdat ten aanzien van de NEN-normen niet is voldaan aan de wettelijke bekendmakingseis. De NEN-normen zijn niet in de verordeningen opgenomen, er is niet verwezen naar een in de Staatscourant gepubliceerde tekst van NEN-normen, en in de verordeningen is niet vermeld dat (en waar) die normen ter inzage liggen en dat afschriften worden verstrekt. In cassatie houdt de hofuitspraak stand. De wetgever beoogt met de bekendmakingsvoorschriften van verordeningen, te verzekeren dat eenieder hierdoor inzicht kan krijgen in de wijze waarop de omvang van de belastingschuld zal worden bepaald. Wanneer dat inzicht door een afwijkende bekendmakingswijze niet wordt verschaft, staat die afwijking aan verbindendheid van de verordening in de weg. Daarbij is niet van belang of een belanghebbende in het concrete geval op de hoogte was of kon zijn van hetgeen bepalend is voor de omvang van de belastingschuld. Aan de arresten ECLI:NL:HR:2019:143, NTFR 2019/367 en ECLI:NL:HR:2019:868, NTFR 2019/1624 kan niet worden ontleend dat de rechter ook bij andere bekendmakingsgebreken dan gebrekkige Staatscourantvermeldingen, van geval tot geval dient te onderzoeken of de voor het naleven van de verordening relevante gegevens voor de belanghebbende voldoende kenbaar waren.

Belanghebbende is aangeslagen in de zuiveringsheffing bedrijven.

Staatssecretaris Van Rij stuurt een voortgangsbrief over de verkenning van aanvullende maatregelen ter verbetering van het WOZ-proces naar de Tweede Kamer.

De Lege; Nemo tenetur-beginsel; informatieverzoek

Hof Arnhem-Leeuwarden heeft een naheffingsaanslag MRB in stand gelaten omdat belanghebbende niet erin is geslaagd het tegenbewijs te leveren dat de auto hem niet de hele naheffingsperiode ter beschikking heeft gestaan (ECLI:NL:GHARL:2023:4900). Een professionele gemachtigde heeft namens belanghebbende daartegen cassatieberoep ingesteld. Bij arrest van 22 september 2023, ECLI:NL:HR:2023:130 (NTFR 2023/1657) heeft de Hoge Raad het cassatieberoep met toepassing van art. 8:36a lid 5 Awb niet-ontvankelijk verklaard, omdat het cassatieberoepschrift niet via het webportaal van de Hoge Raad is ingediend. Nadien is gebleken dat het cassatieberoepschrift wel via het webportaal is ingediend. Het arrest van 22 september 2023 moet daarom vervallen. De behandeling van de zaak zal worden voortgezet in de stand waarin het geding zich bevond toen het arrest van 22 september 2023 werd gewezen.

Belanghebbende heeft twee auto’s waarmee hij in diverse gemeenten structureel op allerlei plekken deels op een betaald-parkeren-plaats parkeerde en deels op de stoep, naar eigen zeggen omdat hij geen zin had om parkeerbelasting te betalen. Op basis van de stelling dat verboden parkeren een verkeersovertreding is en daarom geen ‘parkeren’ is volgens de Gemeentewet, lokten hij en zijn gemachtigde naheffingen parkeerbelasting uit die zij gebruikten om tientallen procedures te starten met het oog op verkrijging van dwangsommen wegens niet-tijdig beslissen en forfaitaire vergoeding van proceskosten en veronderstelde immateriële schade bij termijnoverschrijding in bezwaar en beroep. De rechtbank heeft de beroepen van de belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard wegens misbruik van bevoegdheid. Ook het hof heeft de hoger beroepen tegen die uitspraken niet-ontvankelijk verklaard wegens misbruik, bestaande uit bewust uitlokken van naheffingen en daartegen stelselmatig bezwaar en beroep instellen met geen ander doel dan het genereren van proceskostenvergoedingen, dwangsommen en immateriëleschadevergoedingen. Volgens het hof is de relatie tussen belanghebbende en gemachtigde geen gebruikelijke in het maatschappelijk verkeer, maar een samenwerkingsverband gericht op het genereren van inkomsten door procedures waarbij de parkeerbelasting zelf irrelevant is. Het hof heeft daarom ook geen vergoedingen toegekend en het griffierecht niet teruggegeven.

naheffing; parkeerbelasting; kostenvergoeding; dwangsom; ingebrekestelling; kostenbeschikking

schadevergoeding; ziektekosten; zorgkosten; beddengoed; kleding; giften; voorwenden; redelijke termijn; navordering

vertrouwensbeginsel; winst; arbeidsvergoeding; vertrouwen; loondienst

Staatssecretaris Van Rij informeert de Tweede Kamer over het rapport van het International Bureau of Fiscal Documentation (IBFD) met de resultaten van het rechtsvergelijkend onderzoek naar de fiscale geheimhoudingsplicht. Om een volgend kabinet te voorzien van opties tot een eventuele verruiming van informatieverstrekking onder de fiscale geheimhoudingsplicht zijn de afgelopen periode enkele mogelijkheden verkend.

EU-ambtenaar, verplichte verzekering

regels voor samenwerking m.b.t. financiële steun van de EU aan het begunstigde land, belastingen en fiscale heffingen, kaderovereenkomst IPA Albanië-EG, fiscale woonplaats in Kroatië, inkomstenbelasting in Kroatië, belastingvrijstelling in Albanië, prétoetredingssteun

Art. 35 Wet MRB 1994

Art. 3.20 Wet IB 2001