Aflevering 37

Gepubliceerd op 14 september 2022

NTFR 2022/3212 - Het Besluit proceskosten bestuursrecht: over dubbele redelijkheidstoets en meten met twee maten

Aflevering 37, gepubliceerd op 14-09-2022 geschreven door mr. E.D. Postema
Art. 8:75 lid 1 Awb bepaalt dat de bestuursrechter bij uitsluiting bevoegd is een partij te veroordelen in de kosten die een andere partij in verband met de behandeling van het beroep bij de bestuursrechter en van het bezwaar of van het administratief beroep redelijkerwijs heeft moeten maken.1 Deze bepaling bevat een dubbele redelijkheidstoets. Niet alleen de kosten moeten redelijk zijn, ook het inroepen van rechtsbijstand moet redelijk zijn geweest.2 Nadere regels omtrent de te vergoeden kosten en de hoogte daarvan zijn te vinden in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). Het Bpb bevat een limitatieve opsomming van de kosten die kunnen worden vergoed. Het gaat hierbij niet om een volledige schadevergoeding, maar om een tegemoetkoming in de kosten van de procedure.3

NTFR 2022/3213 - Onderzoeksopzet evaluatie Toezicht Belastingdienst

Aflevering 37, gepubliceerd op 14-09-2022
De minister van Financiën heeft de Tweede Kamer de onderzoeksopzet voor de evaluatie ‘Toezicht Belastingdienst’ gestuurd. De evaluatie volgt uit de Strategische Evaluatie Agenda (SEA) en zal zich richten op doeltreffendheid en doelmatigheid van (de ontwikkelingen in) het (massale) toezicht in het fiscale domein in de periode 2017-2023. Er wordt onder meer gekeken naar hoe uitvoering wordt gegeven aan de ‘beweging naar de voorkant’ in plaats van het toezicht achteraf. De evaluatie wordt gedeeltelijk intern uitgevoerd en gedeeltelijk uitbesteed aan een extern, onafhankelijk onderzoeksbureau. De eindrapportage van deze evaluatie wordt in 2024 opgeleverd en zal aansluiten op de beleidsdoorlichting Toezicht, opsporing en massale processen over de periode 2010-2016. Als het onderzoek afgerond is wordt dit, voorzien van een beleidsreactie, aan de Tweede Kamer aangeboden.

NTFR 2022/3214 - Beleidsreactie 'Startpunt voor dialoog' van de IBTD

Aflevering 37, gepubliceerd op 14-09-2022
De staatssecretarissen van Financiën hebben een beleidsreactie aan de Tweede Kamer gestuurd op de publicatie ‘Startpunt voor dialoog’. In deze publicatie heeft de Inspectie belastingen, toeslagen en douane (IBTD) de eerste observaties aangeboden aan de minister van Financiën. De bewindslieden geven op de vijf thema’s uit de publicatie per thema hun eerste reflecties op de observaties van de IBTD. Daarbij geven zij ook een zo compleet mogelijk en samenhangend overzicht van relevante activiteiten die nu op deze thema’s plaatsvinden. Zij gaan graag in gesprek met de inspecteur, de Kamer en alle andere betrokkenen om samen te bekijken waar de observaties hun activiteiten op het terrein van Belastingen, Toeslagen en Douane verder kunnen richten en of verrijken.

NTFR 2022/3221 - Hoge Raad stelt in kader van renteaftrekbeperking prejudiciële vragen over uitleg Lexel-arrest

ECLI:NL:HR:2022:1121, datum uitspraak 02-09-2022, publicatiedatum 02-09-2022
Aflevering 37, gepubliceerd op 14-09-2022 met annotatie van mr. N.I. Groenland
Voor de financiering van een externe acquisitie heeft belanghebbende leningen opgenomen bij een Belgisch concernfinancieringslichaam (‘coördinatiecentrum’). Deze leningen zijn door het coördinatiecentrum verstrekt uit kapitaalstortingen door de houdstervennootschap. In geschil is of de renteaftrekbeperking van art. 10a Wet Vpb 1969 (tekst 2007) in strijd is met de in art. 49, 56 en 63 VWEU neergelegde vrijheden. Volgens de Hoge Raad kan art. 10a lid 1 letter c Wet Vpb 1969 een beperking inhouden van deze vrijheden, maar is die beperking gerechtvaardigd door haar specifieke doelstelling, te weten bestrijding van belastingfraude en -ontwijking, en is deze beperking daartoe proportioneel. Door het arrest HvJ 20 januari 2021, zaak C-484/19 (Lexel), NTFR 2021/524 twijfelt de Hoge Raad echter aan zijn tot dusver gehanteerde opvattingen over art. 10a Wet Vpb 1969. Daarom stelt de Hoge Raad de volgende drie prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU:

NTFR 2022/3226 - Antwoorden op Kamervragen over baby-bv’s

Aflevering 37, gepubliceerd op 14-09-2022
De staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst heeft vragen beantwoord over zogenoemde ‘baby-bv’s’. Het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Vermogensverdeling gaat nader in op vormen van belastingarbitrage dan wel opmerkelijk gebruik van fiscale regeling, en beschrijft ook de baby-bv. Het schenken onder fiscaal gunstige voorwaarden van aandelen aan minderjarige kinderen is mogelijk.

NTFR 2022/3229 - Volgens A-G moet bij invoering verlaagd tarief worden nagegaan of deze maatregel evenredig is

ECLI:NL:PHR:2022:645, datum uitspraak 30-06-2022, publicatiedatum 22-07-2022
Aflevering 37, gepubliceerd op 14-09-2022 met annotatie van mr. A. Vroon
Belanghebbende brengt producten op de markt voor de behandeling van huidaandoeningen, die voldoen aan de wettelijke omschrijving van ‘medische hulpmiddelen’. Vóór de aanscherping van post a.6 van Tabel I Wet OB 1968 per 1 januari 2018 – en zelfs ook vóór de tandpasta-en-zonnebrandarresten van de Hoge Raad – was de levering van deze producten aan het verlaagde omzetbelastingtarief onderworpen. Belanghebbende meent dat de levering van haar producten ook na de wijziging van de tabelpost aan het verlaagde btw-tarief voor ‘geneesmiddelen’ is onderworpen. Zo dat niet het geval is, betoogt zij dat het Unierechtelijke neutraliteitsbeginsel of het evenredigheidsbeginsel noopt tot toepassing van het verlaagde tarief.

NTFR 2022/3235 - Wet Vrachtwagenheffing

Aflevering 37, gepubliceerd op 14-09-2022
De wet van 22 augustus 2022, houdende regels voor het in rekening brengen van een vrachtwagenheffing voor het rijden met een vrachtwagen op aangewezen wegvakken (Wet vrachtwagenheffing) is in het Staatsblad gepubliceerd.

NTFR 2022/3240 - Besluit proceskosten bestuursrecht is discriminatoir inzake lagere waarde per punt in BPM- en WOZ-zaken

ECLI:NL:HR:2022:1149, datum uitspraak 09-09-2022, publicatiedatum 09-09-2022
Aflevering 37, gepubliceerd op 14-09-2022 met annotatie van mr. E.J.M. Bohnen
Hof Arnhem-Leeuwarden (19 oktober 2021, nr. 19/00769, NTFR 2021/3806) heeft in een BPM-zaak het hoger beroep gegrond verklaard. Daarbij is een proceskostenvergoeding toegekend naar het lage tarief (€ 541) zoals dat sinds 1 juli 2021 in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) is neergelegd. De Hoge Raad vernietigt de hofuitspraak voor wat betreft de beslissing omtrent de proceskosten, onder verwijzing naar het arrest HR 27 mei 2022, nr. 21/02977, NTFR 2022/2490. Redengevend daarvoor is dat het onderscheid tussen enerzijds WOZ- en BPM-procedures (€ 541 per punt) en anderzijds andere fiscale procedures (€ 759 per punt) discriminatoir is. De regeling inzake de waarde per punt van € 541 voor BPM- en WOZ-zaken moet daarom buiten toepassing blijven, zodat de algemene regel van de waarde per punt van € 759 van toepassing is. De Hoge Raad doet de zaak zelf af en kent voor het beroep en hoger beroep een proceskostenvergoeding toe naar een waarde per punt (€ 759) zoals deze geldt op het moment dat dit arrest is gewezen.

NTFR 2022/3244 - Wegingsfactor 0,25 ook zonder nadere motivering hof niet onbegrijpelijk

ECLI:NL:HR:2022:1162, datum uitspraak 09-09-2022, publicatiedatum 09-09-2022
Aflevering 37, gepubliceerd op 14-09-2022 met annotatie van mr. F.A.C. den Ouden
Hof Amsterdam (28 oktober 2021, nr. 20/00231, NTFR 2022/294) heeft in een zaak over parkeerbelasting het hoger beroep gegrond verklaard en de zaak op verzoek van de heffingsambtenaar teruggewezen naar de bezwaarfase. Daarbij heeft het hof een proceskostenvergoeding toegekend voor het bezwaar, het beroep en het hoger beroep, waarbij is uitgegaan van wegingsfactor 0,25. In cassatie bestrijdt belanghebbende de toegekende proceskostenvergoeding. Ten eerste klaagt hij erover dat het hof niet een kostenvergoeding voor de bezwaarfase kan toekennen, omdat door de terugwijzing nog niet vaststaat dat het bezwaar gegrond is. Volgens de Hoge Raad kan deze klacht belanghebbende niet in een betere positie brengen, zodat deze klacht faalt bij gebrek aan belang. Ten tweede klaagt belanghebbende erover dat wegingsfactor 1 moet worden toegepast, nu het hof een afwijking daarvan (factor 0,25) niet heeft gemotiveerd. Ook deze klacht faalt. De vaststelling van de gewichtscategorie berust op een waardering van feitelijke aard. De beslissing van het hof om factor 0,25 toe te passen is ook zonder nadere motivering niet onbegrijpelijk.

NTFR 2022/3252 - Kamerbrief over vormgeving versoepeling betalingsregeling (corona)belastingschuld

Aflevering 37, gepubliceerd op 14-09-2022
Staatssecretaris Van Rij (Fiscaliteit en Belastingdienst) heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de vormgeving van de versoepelingen van de betalingsregeling van het Besluit noodmaatregelen coronacrisis. Voor een deel van de ondernemers die gebruikmaken van de regeling zal het mogelijk zijn om de opgebouwde belastingschuld af te lossen in zeven in plaats van vijf jaar. Het wordt voor ondernemers ook mogelijk om per kwartaal af te lossen in plaats van per maand, en ondernemers kunnen eenmalig een betaalpauze van drie maanden aanvragen.