Aflevering 9

Gepubliceerd op 1 maart 2023

NTFR 2023/323 - Fiscale armoede

Aflevering 9, gepubliceerd op 01-03-2023 geschreven door prof. mr. dr. P.G.H. Albert
Van 29 november 2022 tot en met 31 januari 2023 heeft staatssecretaris Van Rij een internetconsultatie gehouden ter inventarisatie van ‘opmerkelijke belastingconstructies’.1 Bij opmerkelijke belastingconstructies ‘wordt gebruikgemaakt van de verschillen in tarieven en grondslagen en vrijstellingen dan wel aftrekposten. Dit gebruik staat op gespannen voet met wat met de wetgeving bij invoering is beoogd.’ ‘Het gaat’, aldus de staatssecretaris, ‘om gevallen waarbij weliswaar wordt gehandeld naar de letter van de wet, maar niet naar de geest van de wet.’ Ik kan de internetconsultatie moeilijk anders zien dan als een slimme marketingactie: maatschappij, politiek en publieke opinie, kijk eens hoe serieus het kabinet belastingontwijking neemt! Maar het werkelijke motief van de internetconsultatie is volgens mij niet de wens om belastingontwijking tegen te gaan, maar het verbloemen van de fiscale inertie van het kabinet. De stelling dat de internetconsultatie slechts een afleidingsmanoeuvre vormt om fiscale onevenwichtigheden in stand te kunnen laten, licht ik hierna toe met drie fiscale dossiers (het globale evenwicht, de BOR en box 3).2

NTFR 2023/328 - Afspraken over fiscale aspecten MGA-1-regeling

Aflevering 9, gepubliceerd op 01-03-2023
LTO Nederland meldt dat er recent afspraken gemaakt zijn met de Belastingdienst over een groot aantal fiscale vragen inzake de regeling Maatwerk Gerichte Aankoop en beëindiging veehouderijbedrijven (MGA-1). De vragen en antwoorden bieden hiermee fiscale duidelijkheid aan agrarische ondernemers die aan deze regeling deelnemen.

NTFR 2023/332 - Hof past verkeerd toetsingskader toe voor vertrouwensbeginsel bij VAR-beschikking

ECLI:NL:HR:2023:292, datum uitspraak 24-02-2023, publicatiedatum 24-02-2023
Aflevering 9, gepubliceerd op 01-03-2023 met annotatie van mr. J. de Haan
Belanghebbende is werkzaam als ziekenverzorgende. Zij heeft voor de jaren 2012 en 2013 aanvragen gedaan voor een verklaring arbeidsrelatie (VAR). Belanghebbende heeft daartoe aanvraagformulieren ingevuld. De Belastingdienst heeft voor beide jaren beschikkingen VAR-wuo verstrekt. Bij het vaststellen van de aanslagen heeft de inspecteur de inkomsten van belanghebbende echter niet aangemerkt als wuo. Hof Arnhem-Leeuwarden (8 december 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:10184, NTFR 2021/90) heeft het beroep op het vertrouwensbeginsel verworpen, omdat belanghebbende de vragen op de aanvraagformulieren onjuist en onvolledig heeft beantwoord. De Hoge Raad vernietigt de hofuitspraak. Een VAR-beschikking is als een toezegging op te vatten expliciete uitlating van de inspecteur. De belastingplichtige kan zich met succes beroepen op daarmee door de inspecteur gewekt vertrouwen. Daartoe is wel vereist dat de inspecteur heeft kennisgenomen van alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Met een VAR-beschikking wordt geen vertrouwen gewekt als i) de belastingplichtige onjuiste of onvolledige inlichtingen heeft verstrekt terwijl ii) hij redelijkerwijs had moeten weten dat de inspecteur daardoor niet in staat was het verzoek goed en volledig te beoordelen. Voor de beoordeling onder i) komt het erop aan of de belastingplichtige de in een aanvraagformulier gestelde vragen redelijkerwijs heeft mogen opvatten zoals hij heeft gedaan. In dit geval heeft het hof nagelaten dit te beoordelen. Ook heeft het hof niet beoordeeld of belanghebbende redelijkerwijs had moeten weten dat de inspecteur op basis van de gegeven antwoorden niet in staat was de aanvraag voor de VAR goed en volledig te beoordelen.

NTFR 2023/342 - Een verlaging maatstaf van heffing voor verzekeraar die verzekerden voor niet-betaling vergoedt (Euler Hermes)

ECLI:EU:C:2023:83, datum uitspraak 09-02-2023,
Aflevering 9, gepubliceerd op 01-03-2023 met annotatie van drs. C. Verweij
Euler Hermes is een verzekeringsmaatschappij die zich ertoe heeft verbonden haar verzekerden een bedrag uit te betalen als de klanten van die verzekerden nalaten bepaalde vorderingen te betalen. De vergoeding die Euler Hermes aan de verzekerde betaalt, bedraagt in beginsel 90% van de niet-voldane vordering inclusief btw. Voor dat deel worden alle rechten die de verzekerden uit hoofde van hun vordering hebben, overgedragen aan Euler Hermes. De verwijzende rechter vraagt zich af of de BTW-richtlijn zich verzet tegen een nationale regeling die de verlaging van de maatstaf van heffing bij niet-betaling niet toepast ten aanzien van de gevallen waarbij een vordering niet wordt betaald en Euler Hermes een deel van het bedrag aan de verzekerde uitkeert.

NTFR 2023/346 - Wetsvoorstel Wet implementatie Richtlijn kleineondernemersregeling ingediend

Aflevering 9, gepubliceerd op 01-03-2023
Het wetsvoorstel Wet implementatie Richtlijn kleineondernemersregeling is ingediend. De implementatie moet uiterlijk 31 december 2024 zijn afgerond, zodat de wijzigingen die met de implementatie samenhangen met ingang van 1 januari 2025 van toepassing zijn. Het wetsvoorstel voorziet erin dat het vanaf 1 januari 2025 mogelijk wordt om de kleineondernemersregeling in andere lidstaten toe te passen.

NTFR 2023/351 - Hof verzuimt grief over toepassing correctiebeleid te behandelen

ECLI:NL:HR:2023:249, datum uitspraak 17-02-2023, publicatiedatum 17-02-2023
Aflevering 9, gepubliceerd op 01-03-2023 met annotatie van mr. P.T. van Arnhem
Aan belanghebbende is een navorderingsaanslag IB/PVV 2013 opgelegd. Hof Amsterdam (24 mei 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:1520, NTFR 2022/2449) heeft deze navorderingsaanslag gehandhaafd. Verder heeft het hof geoordeeld dat de redelijke termijn in de bezwaarfase wordt verlengd met het uitstel dat op verzoek van belanghebbende is verleend voor de behandeling van het bezwaar, totdat de procedure over 2014 was beëindigd. De Hoge Raad heeft de daartegen gerichte klacht verworpen onder verwijzing naar art. 81 Wet RO. Verder heeft belanghebbende in cassatie erover geklaagd dat het hof zijn beroep op het correctiebeleid niet heeft behandeld. Deze klacht slaagt. De Hoge Raad doet de zaak zelf af, nu tussen partijen reeds bij het hof geen geschil meer bestond over toepassing van het correctiebeleid. De Hoge Raad beslist dat de navorderingsaanslag IB/PVV 2013 als vernietigd moet worden beschouwd.

NTFR 2023/352 - Geheimhoudingskamer: overleg FIOD en Belastingdienst is intern beraad, coderen namen belastingambtenaren

ECLI:NL:RBNNE:2023:124, datum uitspraak 10-01-2023, publicatiedatum 18-01-2023
Aflevering 9, gepubliceerd op 01-03-2023 met annotatie van mr. J.W. Bosman
Belanghebbende heeft beroep ingesteld inzake een naheffingsaanslag OB. Bij het overleggen van de op de zaak betrekking hebbende stukken beroept de inspecteur zich voor een deel van de stukken, 17 bijlagen, op art. 8:29 Awb. De inspecteur stelt dat deze stukken zien op intern beraad, dan wel dat het stukken zijn van intern strategische aard. De geheimhoudingskamer overweegt dat in het kader van art. 8:29 Awb de uitwisseling van stukken tussen ambtenaren die optreden namens de inspecteur en ambtenaren van de FIOD als een interne uitwisseling van stukken kan worden beschouwd, omdat bij de beoordeling van de organisatie van de Belastingdienst moet worden uitgegaan van hetgeen is beschreven in art.3 Uitv reg Bd 2003. Belanghebbende heeft aangevoerd dat uit HR 25 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:995, NTFR 2021/2183 volgt dat de FIOD niet onder de geheimhouding van art.8:29 Awb kan vallen. De geheimhoudingskamer overweegt dat deze conclusie niet volgt uit het arrest. De geheimhoudingskamer toetst vervolgens of de betreffende bijlagen of geheimhouding gerechtvaardigd is en is van oordeel dat de inspecteur de betreffende stukken ten onrechte geheel niet heeft verstrekt en daarmee belanghebbende het zicht heeft onthouden op de aard, de context en de omvang van de stukken. De geheimhoudingskamer oordeelt dat het alsnog overleggen van de stukken met doorhaling van de tekstdelen die zien op intern beraad of intern strategisch overleg, alsmede de namen en contactgegevens van ambtenaren, een goed alternatief is.