Aflevering 38

Er is alweer ruim vier jaar verstreken sinds de VAR-systematiek is afgeschaft. En sindsdien is de discussie over de duiding van een arbeidsrelatie in volle gang. De plannen die in het regeerakkoord waren opgenomen als opvolger van de Wet DBA zijn inmiddels deels alweer gesneuveld. En ook de webmodule waarmee op voorhand meer duidelijkheid verkregen zou kunnen worden wat betreft de vraag of al dan niet buiten dienstbetrekking gewerkt kan worden, laat nog op zich wachten. Op grond van de huidige regels omtrent de dienstbetrekking blijkt het keer op keer lastig om op voorhand te kunnen inschatten wat de aard van de relatie is.

Vandaag op Prinsjesdag 2020 heeft het kabinet-Rutte III de Miljoenennota 2021 bekendgemaakt. Voor veel mensen zijn dit heftige tijden. Voor mensen die kampen met de nasleep van een coronabesmetting en merken hoe lang het herstel duurt. Voor mensen die hun baan zijn verloren, zelfstandigen die opdrachten zien teruglopen, werkgevers die geliefde medewerkers niet langer in dienst kunnen houden omdat er door het coronavirus minder geld binnenkomt. Voor mensen bij wie het sociale leven is stilgevallen.

Op Prinsjesdag 15 september 2020 heeft het kabinet-Rutte III het pakket Belastingplan 2021 bekendgemaakt. Het pakket bestaat dit jaar uit de volgende acht wetsvoorstellen:

Minister Van Ark voor Medische Zorg heeft de Beleidsregel tegemoetkoming verhuurders sportaccommodaties COVID-19 gepubliceerd.

Minister Koolmees van SWZ informeert de Tweede Kamer over vaststelling van de voorschriften voor de accountantsonderzoeken voor de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid 1.0 (NOW 1). Zoals hij eerder heeft aangegeven, worden de voorschriften voor de accountantsonderzoeken voor de NOW 1 vastgesteld in overleg met de Nederlandse beroepsorganisatie voor accountants (NBA). Dit door middel van een accountantsprotocol van het Ministerie van SZW en twee standaarden van de NBA. Het Accountantsprotocol behorend bij de Eerste tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid1 (NOW 1) is als bijlage meegestuurd naar de Kamer.

In het kalenderjaar 2020 hoeven werkgevers toch geen hogere WW-premie af te dragen voor vaste werknemers die in een kalenderjaar meer dan 30% hebben overgewerkt. Vanwege het coronavirus leidt deze bepaling nu tot onbedoelde effecten in sectoren waar veel extra overwerk nodig is, zoals de zorg. De Stichting van de Arbeid heeft verzocht deze regeling aan te passen en het kabinet heeft dit ook in maart 2020 toegezegd (Kamerstukken II, 2019-2020, 35 420, nr. A). Minister Koolmees van SWZ heeft dit nu vastgelegd in een AMvB, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2020. Omdat een gerichte sectorale maatregel zeer bewerkelijk voor de uitvoering is, is ervoor gekozen een generieke uitzondering te maken voor de toepassing van de 30%-herzieningssituatie. Een generieke oplossing die geldt voor alle werkgevers voorkomt daarnaast discussie over wie er wel of niet onder de uitzondering moet vallen.

Het kabinet wil geen Tozo-uitkering geven aan ondernemers met een bedrijf in Nederland en woonachtig in het buitenland. Staatssecretaris Van ’t Wout antwoordt dit op Kamervragen van de leden Palland, Amhaouch, Van der Molen, Van Helvert (allen CDA) en Van Weyenberg (D66) over het bericht ‘Nederland moet ondernemers in het buitenland mogelijk toch TOZO-uitkering geven’. De aanleiding voor de Kamervragen is het verzoek van de Europese Commissie om haar te informeren of de Tozo, naar de zienswijze van de Nederlandse regering, een uitkering is die onder de reikwijdte van de coördinatieverordening valt. De Europese Commissie heeft in afwachting van de reactie van Nederlandse regering nog geen definitief standpunt ingenomen.

Het kabinet wil toestaan dat bedrijven de NOW-subsidie op werkmaatschappijniveau kunnen aanvragen. Staatssecretaris Van ’t Wout van SWZ heeft dit toegezegd in een reactie op de motie-Tielen (Kamerstuk 35473, nr. 13) over te identificeren of er nog resterende knelpunten in de NOW zijn die ervoor zorgen dat er afwijzingen op de aanvraag om NOW plaatsvinden vanwege administratieve redenen. De staatssecretaris onderzoekt ook het probleem dat bedrijven soms aan lopen tegen het feit dat zij bij de subsidieaanvraag voor de NOW-regeling niet dezelfde referentieperiode hebben gekozen voor hun omzetdaling als andere onderdelen van de groep. De staatssecretaris brengt nu de uitvoeringstechnische consequenties van een herstelmogelijkheid voor bedrijven op dit punt in kaart.

De staatssecretaris heeft het besluit Aanspreekpunt vastgoedfondsen opnieuw vastgesteld. Het betreft een actualisering van het besluit van 26 oktober 2001, nr. CPP2001/2904M (NTFR 2001/158).

De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst heeft zijn besluit gepubliceerd over een WOB-verzoek om het beleid dat in de jaren tot en met 2014 werd toegepast bij de fiscale kwalificatie van APV-structuren bekend te maken alsmede de ontwikkelingen in het beleid sinds die periode tot en met heden. Op basis van het verzoek zijn twee documenten aangetroffen en grotendeels openbaar gemaakt:

Staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid, Welzijn en Sport reageert op het onderzoek van het RIVM naar een suikertaks (belasting op suikerhoudende frisdranken). Het RIVM geeft aan dat een suikertaks een van de mogelijke maatregelen is om overgewicht tegen te gaan. De staatssecretaris kiest op dit moment niet voor deze maatregel omdat in het Nationaal Preventieakkoord andere afspraken zijn gemaakt over suikerreductie. Levensmiddelenproducenten hebben zelf het aanbod gedaan om de via frisdranken geconsumeerde suikers terug te dringen. Op basis van hun eigen cijfers liggen ze hierbij overigens voor op schema (doelstelling voor 2020 in 2019 behaald).

Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een wetsvoorstel ingediend tot ‘Wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen om te voorzien in differentiatie naar grootte van werkgever bij de premieheffing voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds en om de systematiek van voortschrijdend cumulatief rekenen aan te passen’. Het wetsvoorstel voorziet in een gedifferentieerde premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) naar de grootte van de werkgever. De Aof-premie wordt gedifferentieerd naar een lagere premie voor kleine werkgevers en een hogere premie voor middelgrote en grote werkgevers (overige werkgevers). De grens tussen kleine werkgevers en overige werkgevers wordt in het Besluit Wfsv vastgelegd, waar de grenzen voor de grootte van de werkgever voor de Whk-premie ook worden bepaald.

De minister van Financiën heeft documenten gepubliceerd in reactie op een verzoek over de juridische houdbaarheid van de vermogensrendementsheffing (box 3). Daarnaast heeft de minister, in vervolg op het eerste deelbesluit op een WOB-verzoek over box 3 (NTFR 2020/411), nu deel twee gepubliceerd. Dit verzoek ziet op informatie die betrekking heeft op de aanpassing van de vermogensrendementsheffing in box 3 over de periode 9 juni 2017 tot en met 9 september 2019. Daarbij is in overleg met de verzoeker de verstrekte informatie toegespitst op documenten in aanloop naar de Kamerbrief van 6 september 2019 over box 3.

kunstmatige constructie, substance-vereisten

actieve holding, kunstmatige constructie, reële betekenis, substance-vereisten

Belanghebbende is een internationaal concern dat opslagruimte verhuurt (self storage). In 2015 verwierf zij alle aandelen in een belangrijke concurrent op de Nederlandse self-storage-markt B. B levert naast terbeschikkingstelling van opslagruimte ook diensten zoals verkoop van sloten en opslagmateriaal, assistentie bij de opslag, verzekering van de opgeslagen spullen, terbeschikkingstelling van steekkarretjes, verhuur van aanhangwagens, enzovoorts. Daarnaast bestaat de bedrijfsvoering van B uit onder meer intensief management en actieve marketing.

ontgaan, richtlijn, uitstellen, zakelijke overwegingen

advocatenmaatschaparrest, bedrijfsvermogen, champignonkwekerijarrest, Charles-Tijmens, privégebruik

doorbelasting van kosten, doorlopende post, evenredigheid met verleende diensten, forfait, uitschot van belasting, verhaalsrecht

aangewezen ondernemer, bestemmeling, eigenaar, schuldenaar, utb, verrekening

Nederland zet zich samen met Duitsland in voor extra uitstel van de inwerkingtreding van het btw-e-commercepakket tot 1 januari 2022. Uit de Uitvoeringstoets bij het wetsvoorstel is gebleken dat de Belastingdienst het btw-e-commercepakket ‘pas’ per 1 januari 2022 kan uitvoeren. Dit houdt verband met de omvang van de wijzigingen en de status van de bestaande ICT-systemen van de Belastingdienst.

Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën stuurt de Tweede Kamer antwoorden op vragen over de btw-verlaging op e-books. De directe aanleiding vormt een bericht van RTL Z dat de consument niks zou merken van het lagere btw-tarief op e-books vanaf 1 januari 2020.

De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs heeft in een brief aan de Tweede Kamer haar visie gegeven op het voorliggende wetsvoorstel over de implementatie van de richtlijnen elektronische handel (wetsvoorstel 35527). De Orde gaat in op de (inherente) fraudemogelijkheden in het nieuwe systeem. Daarnaast wordt ingegaan op mogelijke dubbele heffing en te verwachten problemen bij de invoering van de btw-plicht voor elektronische interfaces en daarbij te verwachten hogere administratieve lasten. De NOB kijkt ten slotte ook kritisch naar verschillende artikelen uit het wetsvoorstel.

Dit besluit wijzigt het Kaderbesluit BPM en het Kaderbesluit MRB (NTFR 2015/3242) ten aanzien van de vereisten voor de vlakke laadvloer van een bestelauto.

Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst heeft de Eerste Kamer de memorie van antwoord gestuurd op het wetsvoorstel Wet vliegbelasting.

In geschil is of belanghebbende op grond van zijn diplomatieke status is vrijgesteld van de parkeerbelasting als bedoeld in art. 225, lid 1, aanhef en onderdeel a, Gem.w.

Erflater hield aandelen in A bv. In 2010 is erflater overleden. In de aangifte IB/PVV 2010 van erflater is geen inkomen uit aanmerkelijk belang aangegeven met betrekking tot de fictieve vervreemding van de aandelen. Vast staat dat belanghebbende zelf geen aandeelhouder was in de bv – de vennootschap van haar echtgenoot –, maar dat de huwelijksgemeenschap voor haar resulteerde in het hebben van een aanmerkelijk belang in die vennootschap. Hof Amsterdam 20 december 2018, nr. 17/00484, NTFR 2019/544, heeft vastgesteld dat zowel in de aangifte van belanghebbende als in de aangifte van haar echtgenoot melding wordt gemaakt van aanmerkelijk belang in de bv. Het hof is van oordeel dat de inspecteur bij het vaststellen van de aanslag niet bekend was met de omstandigheid dat tussen belanghebbende en haar echtgenoot een huwelijksgemeenschap bestond. De vermelding van het aanmerkelijk belang in de aangifte kon betekenen dat belanghebbende een aanmerkelijk belang had, maar kon evengoed betekenen dat dit het geval was voor haar echtgenoot, die het aanmerkelijk belang immers ook in zijn aangifte had vermeld. Onder deze omstandigheden is naar het oordeel van het hof geen aanleiding voor twijfel over de in de aangifte vermelde gegevens, omdat de niet onwaarschijnlijke mogelijkheid aanwezig was dat de in de aangifte opgenomen gegevens juist zijn. Met de rechtbank (Rechtbank Noord-Holland 25 augustus 2017, nr. 16/4724, NTFR 2017/2679) is het hof van oordeel dat geen sprake is van een ambtelijk verzuim.

De Kamervragen van het lid Leijten zijn gesteld naar aanleiding van het commentaar in NTFR 2020/695 bij het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter – vragen en antwoorden. In het commentaar wordt geconstateerd dat de aanscherping van het rulingbeleid op een belangrijk punt niet effectief lijkt te zijn. Daarbij wordt gedoeld op gevallen waarin geen ruling meer wordt afgegeven omdat sprake is van een transactie met een entiteit die is gevestigd in een laagbelastend land of van een informeelkapitaalstructuur. Volgens Vleggeert in zijn commentaar bij NTFR 2020/695 zou het in feite nog steeds mogelijk zijn daarvoor zekerheid vooraf van de Belastingdienst te verkrijgen. Het gaat dan met name om de storting van patenten, goodwill en andere immateriële activa in een Nederlandse bv door een entiteit die is gevestigd in een laagbelastend land. Uit het antwoord op vraag 16 van het Besluit blijkt in eerste instantie dat de Belastingdienst geen ruling afgeeft over de waardering van de immateriële activa en de afschrijvingstermijn van deze activa. Maar dan volgt het antwoord op vraag 17, dat voortborduurt op vraag 16. De bv waarin de immateriële activa zijn ingebracht en die de daarbij behorende functies uitoefent, gaat deze immateriële activa vervolgens exploiteren met groepsmaatschappijen die niet zijn gevestigd in een laagbelastend land. Uit het antwoord op deze vraag blijkt dat vooraf wél een ruling (een APA) kan worden verkregen over de fiscale gevolgen van de exploitatie van de immateriële activa. Leijten vraagt of ‘het op deze wijze via de achterdeur van de APA over de exploitatie van de immateriële activa toch mogelijk is om afspraken vooraf te maken over transacties met een entiteit die is gevestigd in een laagbelastend land of een informeel-kapitaalstructuur’ (vraag 5).

genoten

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

handelsinkoopwaarde

beledigingen en beschuldigingen, Bijlage I, onderdeel 3.5, hoorplicht, immateriëleschadevergoeding, leeftijdskorting, misbruik van procesrecht, moment van betaling, rentenadeel, schade, schadecalculatie, strijd met Unierecht, taxatierapporten, verdedigingsbeginsel

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

begunstigend beleid, bemanning, meerderheidsregel, oogmerk van begunstiging

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

belastingrente, heropening, invorderingsrente, Irimierente