Aflevering 37

Gepubliceerd op 16 september 2021

NTFR 2021/2971 - Vruchtbare belastingheffing: over ivf en homoseksualiteit

Aflevering 37, gepubliceerd op 16-09-2021 geschreven door mr. drs. C.M. Dijkstra
Op 28 juli 2021 deed Rechtbank GelderlandRechtbank Gelderland 28 juli 2021, nr. 19/6813, NTFR 2021/2718 uitspraak inzake de aftrekbaarheid van de uitgaven (€ 38.077) van ivf-behandeling (met behulp van een draagmoeder) à raison de $167.000 voor een homostel. De rechtbank concludeert dat de uitgaven op grond van art. 6.17 Wet IB 2001 niet als specifieke zorgkosten aftrekbaar zijn omdat het verband met ziekte of invaliditeit ontbreekt. Vervolgens oordeelt de rechtbank dat dit op zichzelf in strijd is met het (Europeesrechtelijke) gelijkheidsbeginsel. Immers, heteroseksuele koppels die door ziekte of handicap onvruchtbaar zijn kunnen de uitgaven voor ivf-behandeling wel aftrekken. Rechtsherstel kan de rechtbank echter niet bieden. De wetgever is aan zet.

NTFR 2021/2972 - COVID-19: Wijzigingsregelingen NOW najaar 2021 en vaststelling NOW-1

Aflevering 37, gepubliceerd op 16-09-2021
Accountants en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben een oplossing gevonden voor enkele complexe problemen waar accountants tegen aanlopen bij de controle van de NOW-regeling, schrijft minister Koolmees van SZW in een brief aan de Tweede Kamer. Bedrijven kunnen tot veertien weken na de vaststellingsaanvraag nog een accounts- of derdenverklaring indienen, mits de vaststelling uiterlijk 31 oktober aanstaande is aangevraagd. Het accountantsprotocol en de Standaarden bij grote complexe internationale bedrijven die leiden tot omvangrijke accountantsonderzoeken worden aangepast om de controle beter bewerkbaar te maken.

NTFR 2021/2979 - Verhuur onderneming binnen vijf jaar na verkrijging staat niet in de weg aan toepassing BOR

ECLI:NL:GHSHE:2021:2396, datum uitspraak 29-07-2021, publicatiedatum 24-08-2021
Aflevering 37, gepubliceerd op 16-09-2021 met annotatie van mr. M.B. Lucas Luijckx
Belanghebbende heeft van zijn vader aandelen in een bv geschonken gekregen. In de dochtermaatschappij wordt een tankstation geëxploiteerd. In de aangifte schenkbelasting is een beroep op toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) gedaan. Een jaar na de schenking is de dochtermaatschappij het tankstation gaan verhuren. De inspecteur is van mening dat door de verhuur niet wordt voldaan aan het voortzettingsvereiste en legt daarom een navorderingsaanslag op. Het hof overweegt dat de BOR wat betreft het voortzettingsvereiste in beginsel het stakings- en vervreemdingsbegrip uit de Wet IB 2001 volgt. Voor de inkomstenbelasting leidt de verhuur van een aanvankelijk zelf gedreven onderneming niet tot een staking of een overdracht van die onderneming. Uit de tekst noch de totstandkomingsgeschiedenis van de SW 1956 kan worden afgeleid dat de wetgever het voortzettingsvereiste zo strikt heeft willen uitleggen, dat de oorspronkelijk verkregen onderneming ongewijzigd moet worden voortgezet, aldus het hof. De oorspronkelijke onderneming is voortgezet, alleen de wijze van exploitatie van de onderneming is gewijzigd. De navorderingsaanslag moet dan ook worden vernietigd.

NTFR 2021/2980 - Kamervragen invoeren prijsopdrijvende startersvrijstelling

Aflevering 37, gepubliceerd op 16-09-2021
De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst beantwoordt vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) over het invoeren van de prijsopdrijvende startersvrijstelling. De staatssecretaris geeft aan dat de prijsvorming van woningen van verschillende economische factoren afhankelijk is, zoals rente, aanbod en fiscale regelingen. Hij geeft aan dat het eerder door het CPB begrote prijsopdrijvende effect van 2,4% niet werkelijkheid is geworden, omdat de differentiatie minder ruim is ingevoerd dan hoe het in het Dialogic-rapport is onderzocht. Zo is er in het Dialogic-onderzoek van uitgegaan dat een belegger vanaf de derde woning in bezit een verhoogd tarief zou gaan betalen. Daarnaast heeft de wetgever het zelfbewoningscriterium geïntroduceerd, zowel voor de starter als voor de doorstromer. De staatssecretaris is van mening dat met de afwijkingen in de daadwerkelijke Wet differentiatie overdrachtsbelasting ten opzichte van het Dialogic-onderzoek tegemoet is gekomen aan de bezwaren die er op de differentiatie waren. Ook aan de bezwaren die zijn geuit vanuit de ambtelijke organisatie is naar mening van de staatssecretaris met deze aanpassingen ten opzichte van het eerdere onderzoek tegemoetgekomen. De staatssecretaris heeft omwille van de snelheid om de motie Ronnes-Dik Faber van maart 2019 (Kamerstukken II, 2018-2019 32 487, nr. 504) in te willigen geen internetconsultatie gehouden over het wetsvoorstel. Tot slot geeft de staatssecretaris aan dat de enige manier om anticipatie op wetgeving tegen te gaan de introductie van wetgeving met terugwerkende kracht is. Een dergelijk middel wordt als te zwaar beschouwd. Overigens gaat het kabinet ervan uit dat het volume woningen in handen van beleggers in de loop van de tijd weer zal normaliseren.

NTFR 2021/2981 - Hofoordeel dat rechtstreeks verband tussen levering schoolgebouw en tegenprestatie ontbreekt is niet cassatieproof

ECLI:NL:HR:2021:1230, datum uitspraak 10-09-2021, publicatiedatum 10-09-2021
Aflevering 37, gepubliceerd op 16-09-2021 met annotatie van mr. P.F. Zijlstra
Belanghebbende, een gemeente, heeft een gebouw doen oprichten voor de huisvesting van een brede school. De totale stichtingskosten van het gebouw bedroegen € 5.274.440 inclusief omzetbelasting. De verkoopsom tussen belanghebbende en de woningcorporatie is vastgesteld op € 550.000. De hierover verschuldigde omzetbelasting van € 104.500 heeft belanghebbende op aangifte voldaan. De aan belanghebbende door de aannemer in rekening gebrachte omzetbelasting van € 628.320 wenst zij in aftrek te brengen. Volgens Hof Den Haag (NTFR 2019/2252) heeft de inspecteur dat terecht geweigerd. Volgens het hof is de levering van het schoolgebouw niet verricht onder bezwarende titel. Daarom bestaat geen recht op aftrek van omzetbelasting, aldus het hof.

NTFR 2021/2986 - Onderzoek naar de effecten op Nederland van een koolstofheffing aan de EU-buitengrens

Aflevering 37, gepubliceerd op 16-09-2021
Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst heeft de Tweede Kamer het ex-ante onderzoek gestuurd naar de effecten op Nederland van een koolstofheffing aan de EU-buitengrens (Carbon Border Adjustment Mechanism, CBAM). Dit onderzoek is aangekondigd in de Strategische Evaluatie Agenda bij de begroting van het Ministerie van Financiën voor 2021 en is uitgevoerd door onderzoeksbureau Trinomics. Doel van het onderzoek is het inschatten van de effecten van een CBAM op de koolstoflekkagerisico’s bij Nederlandse bedrijfstakken. Dit met het oog op het aangekondigde, en inmiddels gepubliceerde, voorstel voor een CBAM door de Europese Commissie.

NTFR 2021/2987 - Publicatie sluiting heffingsvermindering verhuurderheffing voor verduurzaming

Aflevering 37, gepubliceerd op 16-09-2021
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft op 9 september 2021 het besluit van 7 september gepubliceerd waarin de bedragen voor heffingsvermindering voor verduurzaming (art 1.11, lid 1, onderdeel k tot en met n, Wet maatregelen woningmarkt) per 1 oktober 2021 op nihil worden gesteld. De minister verwacht dat het initiële budget 2021 (= € 150 miljoen) voor heffingsvermindering zal worden overtekend als de regeling open blijft tot 1 januari 2022. Op 7 september is er € 19,5 miljoen aangevraagd aan heffingsverminderingen. Echter, omdat er bij het dichtzetten van dezelfde regeling in 2019 in de laatste maand € 190 miljoen is aangevraagd, verwacht de minister dat het langer openhouden van de regeling een overschrijding van het budget tot gevolg zal hebben.

NTFR 2021/2989 - Maximale parkeerbelasting in 2022 vastgesteld op € 66,50

Aflevering 37, gepubliceerd op 16-09-2021
De maximum-naheffingsaanslag parkeerbelasting wordt voor het kalenderjaar 2022 verhoogd tot € 66,50. Deze verhoging van art. 3, lid 1, Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen volgt uit de jaarlijkse aanpassing aan de hand van de consumentenprijsindex. Het nieuwe maximum geldt vanaf 1 januari 2022. Het maximumtarief voor 2021 is € 65,30. De kosten verbonden aan het opleggen en innen van de naheffing zullen per gemeente verschillen. Het gaat om de kosten die gemeenten ten hoogste aan een belastingplichtige in rekening mogen brengen voor het opleggen van een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De in rekening te brengen kosten zijn gemaximeerd om te voorkomen dat de kosten van een minder efficiënte aanpak door gemeenten worden afgewenteld op de belastingplichtige. Het verhogen van het maximumbedrag hoeft dan ook niet automatisch te leiden tot verhoging van het tarief tot het maximumbedrag.

NTFR 2021/2990 - Wrakingsverzoek buiten behandeling gelaten omdat dit niet is gemotiveerd

ECLI:NL:HR:2021:1215, datum uitspraak 03-09-2021, publicatiedatum 03-09-2021
Aflevering 37, gepubliceerd op 16-09-2021 met annotatie van mr. M.B. Weijers
Verzoeker heeft de wraking verzocht van drie raadsheren van de Hoge Raad die in zijn zaak zouden beslissen. Zijn wrakingsverzoek bevat echter geen feiten of omstandigheden die een of meer van de gewraakte raadsheren kunnen betreffen of die meebrengen dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Het verzoek voldoet dus niet aan de eis dat het wrakingsverzoek is gemotiveerd en kan dus niet worden aangemerkt als een wrakingsverzoek in de zin van art. 8:15 Awb. Om die reden laat de wrakingskamer van de Hoge Raad het verzoek buiten behandeling.

NTFR 2021/2997 - Wijziging van de Leidraad FATCA/CRS (Stcrt. 2021, nr. 39266)

Aflevering 37, gepubliceerd op 16-09-2021
Bij besluit van 20 augustus 2021 (nr. 2021-165572) heeft de staatssecretaris van Financiën enkele onderdelen van de bij besluit van 23 juni 2020 (nr. 2020-115390) vastgestelde Leidraad FATCA/CRS gewijzigd. Het gewijzigde besluit is op 30 augustus 2021 in de Staatscourant gepubliceerd (Stcrt. 2021, 39266) en een dag later in werking getreden.