Aflevering 45

Er zijn inmiddels al bijna acht maanden verstreken sinds de Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart 2021, en er is nog steeds geen nieuw kabinet c.q. kabinet-Rutte IV. Het huidige kabinet-Rutte III is op 15 januari 2021 afgetreden en heeft sindsdien een demissionaire status. Gevolg is dat belangrijke fiscale hervormingen steeds opnieuw op de lange baan worden geschoven. Er zijn legio fiscale problemen die om een oplossing vragen. Ik memoreer er enkele:

De Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 is gewijzigd om extra steun mogelijk te maken voor organisatoren van evenementen. Vanwege de verruimingen is het subsidieplafond verhoogd naar € 450 miljoen. De gewijzigde regeling treedt in werking met ingang van 9 november 2021 en werkt voor een aantal onderdelen terug tot en met 18 juni 2021 en 24 juli 2021.

Professionele organisatoren van culturele evenementen kunnen een tegemoetkoming vragen voor inkomstenverlies geleden door capaciteitsbeperkingen als gevolg van de COVID-19-maatregelen. Het bestuur van het Fonds Podiumkunsten heeft in de Regeling ter tegemoetkoming van geleden verlies bij culturele evenementen door 25%-COVID-19-maatregel de voorwaarden opgenomen voor de subsidie. Deze regeling biedt een financiële tegemoetkoming voor evenementen die hebben plaatsgevonden in de periode van 25 september 2021 tot en met 12 november 2021.

Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst ) heeft schriftelijk vragen beantwoord die de Tweede Kamer heeft gesteld tijdens het 2e wetgevingsoverleg Belastingplan 2022 (WGO II).

In de derde nota van wijziging op het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen (OFM) 2022 is een redactionele wijziging aangebracht op de in het wetsvoorstel opgenomen wijziging van de Wet BPM. Er wordt redactioneel duidelijker vastgelegd dat in de Wet BPM een nieuw art. 16a wordt ingevoegd, in plaats van dat het bestaande art. 16a wordt vervangen. Het voorgestelde art. 16a moet opnieuw worden ingevoegd, omdat het bestaande art. 16a vervalt als gevolg van het Belastingplan 2021.

bestendige gedragslijn, goed koopmansgebruik, pgb, resultaatbepaling, uitbetaling, voorzichtigheidsbeginsel

dispositievereiste, schade, toezegging, vertrouwensbeginsel

bewijslast, daling WOZ, forfaitair rendement, individuele en buitensporige last, interen op vermogen, vermogenspositie, vermogensrendementsheffing

forfaitair rendement, interen op vermogen, minimuminkomen, rechtsherstel, vermogensrendementsheffing

bewindvoerder, bezittingen, erfenis, executeur testamentair, grondslag sparen en beleggen

antimisbruikregel, group relief-regeling, letterlijke tekst, liquidatieverliesregeling, moment van liquidatie, niet verrekende verliezen, niet-tegemoetkomingseis, ratio, ruw en forfaitair, systematiek, tegemoetkoming, verliesverdamping, wetshistorische uitleg, wettekst

Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst) heeft de Tweede Kamer de schriftelijke antwoorden gestuurd op een deel van de vragen die zijn gesteld tijdens het wetgevingsoverleg van 25 oktober 2021 over het pakket Belastingplan 2022. De resterende vragen zijn op maandag 1 november 2021 mondeling beantwoord. De antwoorden op de vragen van de NOB (Nederlandse Orde van Belastingadviseurs) en het RB (Register Belastingadviseurs) over het Belastingpakket 2022 zijn opgenomen in de bijlage bij de brief. Hierna wordt ingegaan op de antwoorden over het wetsvoorstel Wet implementatie belastingplichtmaatregel uit de tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking, waarin een integrale belastingplicht voor de vennootschapsbelasting wordt gecreëerd voor een omgekeerde hybride.

A-G IJzerman heeft conclusie genomen over de vraag in hoeverre recht van successie kan worden nagevorderd van belanghebbende, nu die jaren na het overlijden van erflater alsnog mede-erfgenaam is geworden ingevolge een procedure tot gerechtelijke vaststelling van vaderschap.

180 dagen, eigen woning, fictieve verkrijging, jubelton, schenkingsvrijstelling, tijdelijke verhoging

arbeid-plus, bedrijfsopvolgingsregeling, beheer onroerende zaken, rendement-plus

tegenprestatie

In een nieuwsbericht op de site van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl) staat dat licenties voor softwareproducten die gegevens uit een AED gebruiken voor feedback, diagnose of onderhoud, belast zijn met 21% btw. Een AED is een hartstimulator en is belast met het lage btw-tarief van 9%. Ook afzonderlijk geleverde toebehoren voor de AED zijn belast met 9% btw. Met het begrip ‘toebehoren’ worden producten bedoeld die speciaal voor de AED zijn bestemd én die nodig zijn voor de goede werking van het apparaat. Ook het plegen van onderhoud aan een AED is belast met 9% btw. AED-apparatuur kan worden uitgebreid met speciaal daarvoor ontwikkelde softwareproducten. Deze software kan het gebruik van het apparaat evalueren, helpt artsen om diagnoses te stellen en kan gebreken in het apparaat signaleren. De software beïnvloedt dus niet direct de werking van de AED. Bovendien verricht de software geen onderhoud aan de AED (dat wordt door technici gedaan), maar geeft deze alleen onderhoudssignalen. Het verstrekken van deze software is daarom volgens de Belastingdienst belast met 21% btw.

Belanghebbende heeft een AGP en heeft een aantal zendingen gedistilleerde dranken geleverd gekregen, waarvan zij dacht dat er reeds accijns over was betaald. Zij heeft dan ook verzocht om teruggaaf van die betaalde accijns. De inspecteur heeft een naheffingsaanslag accijns opgelegd omdat uit onderzoek van de FIOD was gebleken dat de facturen van de opdrachtgever vals waren. Na verwijzing door de Hoge Raad heeft Hof Amsterdam 22 september 2020 (NTFR 2020/3428) geoordeeld dat de naheffingsaanslag accijns terecht aan belanghebbende is opgelegd en niet aan de opdrachtgever. Er is geen sprake van een situatie waarin te weinig belasting is geheven ten gevolge van het niet-naleven van bepalingen van de belastingwet door de opdrachtgever (art. 20, lid 2, AWR). De naheffing vindt haar grond in het feit dat belanghebbende accijns heeft teruggevraagd ter zake van de inslag van gedistilleerde dranken in haar AGP, terwijl op deze dranken op dat moment geen accijns drukte. Belanghebbende heeft daarmee om een teruggaaf verzocht in strijd met de daarvoor geldende voorwaarden. Het hof heeft ook geen reden gezien om in verband met overmacht (indien en voor zover daar al sprake van zou zijn) de naheffingsaanslag te vernietigen.

De Regeling CO2–heffing industrie is gewijzigd. De eisen voor accreditatie en verificatie van het industriële emissieverslag zijn in de regeling opgenomen en er worden een aantal technische aanpassingen doorgevoerd.

De vierde nota van wijziging op het Belastingpakket 2022 bevat een nadere aanpassing van het compensatiepakket voor de energieprijzen 2022. In aanvulling op de derde nota van wijziging over de verlaging van de energiebelasting over 2022 wordt het MKB verder tegemoetgekomen. De compensatiemaatregelen via de energiebelasting zijn aangepast om uitvoering te geven aan de motie van de leden Grinwis en Stoffer.

De Tweede Kamer heeft op 2 november 2021 de motie-Grinwis (CU) en Stoffer (SGP) aangenomen om het MKB een hoger deel te geven van het compensatiepakket voor belastingvermindering van energiebelasting. De indieners willen het MKB met een hoger energieverbruik tegemoetkomen bij de herverdeling van kosten van de hogere energierekening. De Kamer verzoekt een aangepaste nota van wijziging voor het Belastingplan 2022 voor te leggen.

elektronisch proces, inhoudingsplichtige, jaarcontributie, kansbepaling

Belanghebbende heeft in 1989 een lijfrenteverzekering afgesloten met als einddatum 2015. Belanghebbende heeft in 2015 informatie ingewonnen over de mogelijkheid van een afkoop van de lijfrenteverzekering, onder meer door de website van de Belastingdienst te raadplegen. Daarop is vermeld dat over de afkoop van een lijfrenteverzekering die is afgesloten vóór 16 oktober 1990 geen revisierente hoeft te worden betaald. Belanghebbende heeft de lijfrente in 2015 afgekocht, waarna de inspecteur revisierente in rekening heeft gebracht. Hof Den Haag (4 augustus 2020, nr. 19/00528, NTFR 2020/3716) heeft – onder verwijzing naar het arrest HR 26 september 1979, ECLI:NL:HR:1979:AM4918 – geoordeeld dat het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt. Weliswaar moet de fiscus zijn voorlichtende taak onbelemmerd kunnen vervullen, maar in dit geval is aan het dispositievereiste (‘daarenboven geleden schade’) voldaan door de revisierente die is verschuldigd. De Hoge Raad acht dit laatste oordeel onjuist. De revisierente die in rekening moet worden gebracht, is niet aan te merken als ‘daarenboven geleden schade’. Niettemin laat de Hoge Raad de hofuitspraak in stand. De Hoge Raad komt namelijk terug van zijn arrest uit 1979 en laat het dispositievereiste vallen. Als de belastingplichtige, afgaande op – achteraf bezien onjuiste – informatie handelingen verricht of nalaat waardoor een hoger bedrag van hem wordt geheven dan hij op basis van die informatie meende te moeten betalen, brengt het vertrouwensbeginsel mee dat het meerdere niet van de belastingplichtige mag worden geheven.

vertegenwoordigingsbevoegdheid

hoorgesprek, ontvankelijkheid, verschoonbare termijnoverschrijding

misbruik van recht, onpartijdigheid, wrakingskamer, zaakoverstijgende reikwijdte

Bij brief van 29 oktober 2021 (nr. 2021-0000217195) biedt de staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst – mede namens de staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane – de Tweede Kamer het rapport aan van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) inzake het onderzoek naar ‘Belastingdienst, Verwerkingen en persoonsgegevens in de Fraude Signalering Voorziening (FSV)’. In deze brief licht de staatssecretaris toe wat FSV was, geeft hij zijn reactie op de uitkomsten van het onderzoek en geeft hij aan welke maatregelen zijn getroffen.

Het Besluit Fiscaal Bestuursrecht (BFB) is gewijzigd. Naast enkele redactionele verbeteringen is het besluit op diverse punten verduidelijkt en geactualiseerd.

De Tweede Kamer heeft 4 november 2021 het wetsvoorstel Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies (35 819) als hamerstuk aangenomen.

De ontvanger heeft op 28 november 2018 tegen belanghebbende acht dwangbevelen ter versnelde invordering van navorderingsaanslagen IB/PVV uitgevaardigd. Op het dwangbevel zijn geen betekeningskosten vermeld. Bij exploot heeft de belastingdeurwaarder deze dwangbevelen op 28 november 2018 om 09.45 uur betekend. In dit exploot is vermeld dat de betekeningskosten € 12.197 bedragen, met daarbij de vermelding ‘Als u de schuld binnen 2 dagen betaalt dan bent u de betekeningskosten niet verschuldigd’.

Staatssecretaris Van Huffelen (Financiën – Toeslagen en Douane) heeft haar besluit gepubliceerd over het betalen van private schulden van toeslaggedupeerden. Dit besluit regelt dat de Belastingdienst/Toeslagen een bedrag kan betalen ter voldoening van bepaalde private schulden van ouders en hun toeslagpartners die gedupeerd zijn door problemen rondom de kinderopvangtoeslag. Daarnaast regelt dit besluit dat in twee specifieke situaties compensatie kan worden geboden voor al afgeloste private schulden.

Met onderhavig besluit (nr. 2021-206556) wordt bekendgemaakt dat Duitsland en Nederland in oktober 2021 een ‘Gemeenschappelijke Intentieverklaring’ hebben ondertekend over directe, grensoverschrijdende inlichtingenuitwisseling op het gebied van de directe belastingen. Hiermee wordt het mogelijk dat gemandateerde medewerkers (contactpersonen) van daartoe aangewezen kantoren van de Nederlandse Belastingdienst in het grensgebied met Duitsland direct inlichtingen kunnen uitwisselen met gemandateerde medewerkers (contactpersonen) van kantoren van de belastingdiensten van de Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen in het grensgebied met Nederland. Het kan daarbij gaan om inlichtingenuitwisseling op verzoek en om spontane inlichtingenverstrekking. Ook kunnen gemandateerde medewerkers – ter bespoediging of vergemakkelijking van de inlichtingenuitwisseling – over en weer aanwezig zijn in de belastingkantoren die vallen onder de werking van de intentieverklaring. Deze belastingkantoren – zowel van Nederland als van Duitsland – worden vermeld in de intentieverklaring.

Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst) heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van de vergadering van het Inclusive Framework over de herziening van het internationale belastingsysteem.

De staatssecretaris heeft het wetsvoorstel Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel ingediend (zie NTFR 2021/3514). Inmiddels is ook de nota naar aanleiding van het verslag (hierna: ‘NnavV’) naar de Tweede Kamer gezonden. Het wetsvoorstel is gericht op het tegengaan van mismatches die ontstaan indien een belastingplichtige de fiscale winst op basis van het arm’s length-beginsel corrigeert naar een lager bedrag, terwijl bij het gelieerde buitenlandse lichaam geen corresponderende opwaartse winstcorrectie plaatsvindt. De voorgestelde art. 8bb, 8bc en 8bd Wet VPB 1969 beogen dergelijke mismatches tegen te gaan, door in bepaalde situaties op het niveau van de Nederlandse dochter geen neerwaartse winstaanpassing meer toe te staan. De beoogde datum van inwerkingtreding is 1 januari 2022.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.