Aflevering 17

Gepubliceerd op 23 april 2020

NTFR 2020/1116 - Schaf de informatiebeschikking af

Aflevering 17, gepubliceerd op 23-04-2020 geschreven door prof. mr. G.J.M.E. de Bont
Tijdens het wetgevingsproces van het wetsvoorstel Dezentjé dat uiteindelijk leidde tot de introductie van de informatiebeschikking in het fiscale procesrecht werd reeds toegezegd dat er een evaluatie van de wet zou komen. Naar aanleiding van de evaluatie van vier jaren jurisprudentie omtrent de Wet DezentjéKamerstukken II, 2016-2017, 33 772, nr. 2. kwam de staatssecretaris met een aantal voornemens tot wijziging van de wet. Deze bijdrage staat in het teken van de vraag of de aangedragen oplossingen wel nodig zijn wanneer de aanleiding van de knelpunten nader wordt beoordeeld. De vraag die daarbij wordt beantwoord, is of de omkering en verzwaring van de bewijslast wel in de huidige vorm dient te blijven bestaan.

NTFR 2020/1117 - COVID-19: Besluit uitbreiding doelgroep en aanvullende voorwaarden specifieke sectoren TOGS

Aflevering 17, gepubliceerd op 23-04-2020
De minister van Economische Zaken en Klimaat en de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat hebben de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 (TOGS) uitgebreid met sectoren die in aanmerking komen voor een tegemoetkoming. Ook diverse contactberoepen zoals tattooshops die zich eerder nog niet konden registreren omdat ze geen specifieke code in het Handelsregister hadden, hebben nu toegang tot de TOGS-regeling. Ook zijn kleinere MKB-winkeliers in de food, dienstverlening zoals taxi’s, praktijken van onder andere tandartsen, fysiotherapeuten en toeleveranciers van eet-en drinkgelegenheden of (culturele) evenementen toegevoegd. Toegevoegde ondernemers kunnen vanaf uiterlijk 15 april 2020 terecht bij de verruimde TOGS-regeling.

NTFR 2020/1118 - COVID-19: Aanvullende tegemoetkoming voor agrarische sector op noodpakket

Aflevering 17, gepubliceerd op 23-04-2020
Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) komt de sierteeltsector, specifieke onderdelen van de voedingstuinbouw en de fritesaardappelsector tegemoet voor geleden schade door de uitbraak van COVID-19. Veel bedrijven in deze sectoren zijn van de ene op de andere dag geconfronteerd met een acute vraaguitval door het wegvallen van de exportmarkt en het wegvallen van hun grootste binnenlandse afzetmarkt: de horeca. De minister heeft de Tweede Kamer ook het oordeel van het kabinet gestuurd over de aanpassing van Europese richtlijnen die betrekking hebben op de agrofood-sector. De richtlijnen worden aangepast vanwege de coronacrisis.

NTFR 2020/1120 - COVID-19: Kamerbrief fiscale maatregelen coronacrisis

Aflevering 17, gepubliceerd op 23-04-2020
Het concept van het Besluit noodmaatregelen coronacrisis met fiscale maatregelen is gepubliceerd. Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst heeft dat meegezonden met een brief aan de Tweede Kamer waarin enkele aanvullende fiscale maatregelen staan in verband met het coronavirus.

NTFR 2020/1121 - COVID-19: overeenkomst met Duitsland over toepassing belastingverdrag op grensarbeiders

Aflevering 17, gepubliceerd op 23-04-2020
De bevoegde autoriteiten van Duitsland en Nederland hebben een overeenkomst gesloten over de toepassing van het belastingverdrag op werknemers van een van beide landen die normaliter hun werkzaamheden in het andere land zouden uitoefenen maar waarbij de coronacrisis dit verhindert. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen werknemers die door de COVID-19-gerelateerde maatregelen thuiswerken (thuiswerkdagen) enerzijds en werknemers die als gevolg van de coronacrisis thuiszitten zonder te werken maar die wel hun loon doorbetaald krijgen (thuiszitdagen) anderzijds.

NTFR 2020/1122 - COVID-19: onderzoek naar tijdelijke verruiming achterwaartse verliesverrekening vennootschapsbelasting

Aflevering 17, gepubliceerd op 23-04-2020
Het kabinet onderzoekt op dit moment de mogelijkheden om de verliesverrekening in de vennootschapsbelasting tijdelijk aan te passen. Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst schrijft dit aan de Tweede Kamer naar aanleiding van de door de leden Van Haga en Baudet ingediende twee moties over de achterwaartse verliesverrekening in de vennootschapsbelasting.

NTFR 2020/1128 - COVID-19: Stichting van de Arbeid wil aanpassing concernregeling in NOW

Aflevering 17, gepubliceerd op 23-04-2020
De Stichting van de Arbeid heeft in een brief aan minister Koolmees van Sociale Zaken van 10 april 2020 bepleit dat de NOW-regeling wordt uitgebreid met de mogelijkheid om op werkmaatschappij-niveau aanspraak te maken op subsidie. Zie over de introductie van de NOW NTFR 2020/976. De Stichting van de Arbeid is het overlegorgaan van de centrale organisaties van werkgevers en werknemers: Vereniging VNO-NCW, MKB-Nederland, LTO-Nederland, FNV, CNV en VCP.

NTFR 2020/1129 - Geen geruisloze inbreng nu belanghebbenden ook na inbreng winst uit onderneming zijn blijven genieten

ECLI:NL:HR:2020:645, datum uitspraak 10-04-2020, publicatiedatum 10-04-2020
Aflevering 17, gepubliceerd op 23-04-2020 met annotatie van mr. dr. C. Bruijsten
Belanghebbenden zijn gehuwd en drijven een melkveehouderij in de vorm van een vof. Nadat bedrijfsmiddelen zijn overgebracht naar Canada, zijn belanghebbenden daar op 27 september 2010 een agrarische onderneming gestart. Op dezelfde dag hebben zij een bv opgericht en daarin de onderneming ingebracht. Per 1 oktober 2010 zijn belanghebbenden met de bv een partnership aangegaan. Op basis daarvan ontvangen belanghebbenden ieder 25% van de nettowinst en 15% van de verkoopwinst van bedrijfsmiddelen. Hof Den Bosch 26 april 2018, nrs. 17/00329 en 17/00330 (NTFR 2018/2309) heeft geoordeeld dat de inbreng van de onderneming in de bv niet met toepassing van art. 3.65 Wet IB 2001 geruisloos kan geschieden. Door het partnership zijn belanghebbenden ook na de inbreng in de bv winst uit onderneming blijven genieten. In dat geval is er geen plaats voor een geruisloze inbreng. De Hoge Raad onderschrijft dat oordeel. Dat belanghebbende de kernactiviteiten van de onderneming wel in de bv hebben ingebracht, neemt niet weg dat belanghebbenden na de inbreng winst uit onderneming zijn blijven genieten. Ook het beroep op een goedkeuring voor het onttrekken van vermogensbestanddelen aan de ingebrachte onderneming faalt, nu de gerechtigdheid van belanghebbenden in het partnership is aan te merken als een zelfstandig deel van de ingebrachte onderneming. Zulke delen zijn uitgesloten van de goedkeuring.

NTFR 2020/1133 - Geen verrekening houdsterverliezen met winst dochtermaatschappij

ECLI:NL:RBDHA:2019:13465, datum uitspraak 12-12-2019, publicatiedatum 06-02-2020
Aflevering 17, gepubliceerd op 23-04-2020 met annotatie van mr. F. van Horzen
Belanghebbende heeft in 2010 een houdsterverlies geleden van € 90.115. In 2015 is belanghebbende een fiscale eenheid met haar dochtermaatschappij aangegaan. Belanghebbende verrichtte houdsteractiviteiten en de dochtermaatschappij managementactiviteiten. In 2016 heeft belanghebbende een (geconsolideerde) belastbare winst aangegeven van € 16.420 (€ 5.654 verlies belanghebbende plus € 22.074 winst dochtermaatschappij) en dit bedrag verrekend met de houdsterverliezen uit 2010. In geschil is of belanghebbende haar belastbare winst kan verrekenen met de houdsterverliezen uit 2010. De rechtbank oordeelt dat op grond van art. 20, lid 4, Wet VPB 1969 houdsterverliezen slechts verrekenbaar zijn met houdsterwinsten. Art. 5, lid 4, Besluit FE 2003 bepaalt dat voor de verrekening van voorvoegingsverliezen ex art. 15ae Wet VPB 1969 de winst van de dochtermaatschappij aan belanghebbende wordt toegerekend. Dat laat echter onverlet dat het karakter van die winst niet-houdsterwinst is. Naar het oordeel van de rechtbank staat art. 20, lid 4, Wet VPB 1969 dan ook aan verliesverrekening in de weg. Een andere uitleg zou van art. 20, lid 4, Wet VPB 1969 een dode letter maken en acht de rechtbank in strijd met doel en strekking van de houdsterverliesregeling. Bovendien heeft de uitleg van belanghebbende tot gevolg dat voor de verrekening van voorvoegingsverliezen, in tegenstelling tot hetgeen art. 5, lid 4, Besluit FE 2003 beoogt, juist wél onderscheid ontstaat tussen het zelf ontplooien van managementactiviteiten door belanghebbende (geen verrekening van de houdsterverliezen) en het oprichten van een nieuwe dochtermaatschappij (wel verrekening van de houdsterverliezen). De uitleg die belanghebbende voorstaat, komt dan eveneens in strijd met doel en strekking van art. 5, lid 4, Besluit FE 2003. Het houdsterverlies uit 2010 is niet verrekenbaar met de belastbare winst in 2016.

NTFR 2020/1134 - Niet-definitieve verliezen Duitse (klein)dochter niet verrekenbaar in Nederland

ECLI:NL:PHR:2020:265, datum uitspraak 20-03-2020, publicatiedatum 09-04-2020
Aflevering 17, gepubliceerd op 23-04-2020 met annotatie van mr. B. Jorissen
Een Noorse vennootschap houdt alle aandelen in belanghebbende, die alle aandelen houdt in een Duitse dochter en kleindochter, die samen een Organschaft vormen. Eind 2011, begin 2012 heeft een derde alle aandelen in de Noorse vennootschap overgenomen. De verliezen van de Duitse (klein)dochter zijn daardoor niet meer voorwaarts verrekenbaar, hetgeen in 2015 bij beschikkingen is vastgelegd. Dochter en kleindochter hebben hun rechtsmiddelen tegen die beschikkingen niet gebruikt. Bij de kleindochter gaat het om verliezen geleden vóór toetreding tot de Organschaft. De bedrijfsactiviteiten van de Duitse dochter en kleindochter zijn steeds voortgezet. Het Finanzgericht Hamburg heeft par. 8c KStG in april 2011 in strijd verklaard met de Duitse grondwet, en dat oordeel is in maart 2017 door het Bundesverfassungsgericht bevestigd. De Duitse wetgever werd verplicht om met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008 een nieuwe regeling te treffen.

NTFR 2020/1137 - Alsnog herziening op jongvee en melkkoeien na beëindiging landbouwregeling

Aflevering 17, gepubliceerd op 23-04-2020
Voor (landbouw)ondernemers, waaronder melkveehouders, die ervoor hadden gekozen om onder de landbouwregeling vrijgesteld van omzetbelasting te presteren, was de btw op opfokkosten van jongvee niet aftrekbaar. Ondernemers kunnen de eerder niet genoten btw-aftrek op de opfokkosten van jongvee alsnog herzien op het moment dat het vee als bedrijfsmiddel, dus als melkkoe, in gebruik is of wordt genomen voor met omzetbelasting belaste prestaties. Dit heeft de Hoge Raad beslist op 7 juni 2019 in de ‘gebruiksvee-arresten’. De arresten hebben gevolgen voor ondernemers voor wie op 1 januari 2018 de landbouwregeling verplicht eindigde en voor ondernemers die eerder dan op genoemde datum vrijwillig uit die regeling stapten. Op de site van de Belastingdienst staat onder welke voorwaarden (landbouw)ondernemers alsnog de herzieningsregels kunnen toepassen op jongvee en melkkoeien na het beëindigen van de btw-vrijstelling (www.belastingdienst.nl).

NTFR 2020/1138 - Amsterdamse erfpachter heeft recht op afgifte WOZ-beschikking 2015

ECLI:NL:HR:2020:597, datum uitspraak 17-04-2020, publicatiedatum 17-04-2020
Aflevering 17, gepubliceerd op 23-04-2020 met annotatie van mr. B.S. Kats
Belanghebbende heeft na 2015 het erfpachtrecht betreffende de onderhavige woning verkregen. De gemeente Amsterdam is eigenaar van de grond. Deze gemeente heeft in 2017 aan erfpachters de mogelijkheid geboden over te stappen naar eeuwigdurende erfpacht of tot afkoop over te gaan. De hoogte van de canon of de afkoopsom wordt bepaald door de laagste van de WOZ-waarden van de woning voor 2015 en 2016. Belanghebbende heeft in 2017 met een beroep op art. 28 Wet WOZ verzocht om afgifte van een op haar naam staande WOZ-beschikking 2015. De heffingsambtenaar heeft dat geweigerd. Het daartegen ingestelde bezwaar is door hem niet-ontvankelijk verklaard. Volgens Hof Amsterdam (11 juli 2019, nr. 19/00200) is dat terecht. In cassatie houdt de hofuitspraak echter geen stand.

NTFR 2020/1143 - A-G Wattel adviseert Hoge Raad om door feitenrechters geweigerde gemachtigde nog één waarschuwing te geven en zo nodig vervolgens te weigeren als gemachtigde

ECLI:NL:PHR:2020:184, datum uitspraak 28-02-2020, publicatiedatum 26-03-2020
Aflevering 17, gepubliceerd op 23-04-2020 met annotatie van mr. T.A.D. van Wordragen
Belanghebbende heeft registratie in het kentekenregister van twee gebruikte auto’s aangegeven voor de BPM op basis van een bepaalde koerslijst en heeft tegen zijn voldoening van BPM op die basis bezwaar gemaakt. De gemachtigde van belanghebbende was uitgenodigd voor een hoorgesprek over een groot aantal bezwaren (over een groot aantal ingevoerde gebruikte auto’s) van twee belanghebbenden (importeurs van dergelijke auto’s). Tijdens het hoorgesprek over de auto’s van de andere importeur is ‘onenigheid’ ontstaan over de wijze waarop de gemachtigde en die andere importeur wensten te worden uitgenodigd voor hoorgesprekken en over machtigingen. Daarop hebben de gemachtigde en die andere importeur het hoorgesprek beëindigd, waarbij de gemachtigde zei ook geen behoefte meer te hebben gehoord te worden in de zaken van belanghebbende.

NTFR 2020/1145 - Heffingsambtenaar weigert ten onrechte WOZ-beschikking medebelanghebbende af te geven

ECLI:NL:HR:2020:731, datum uitspraak 17-04-2020, publicatiedatum 17-04-2020
Aflevering 17, gepubliceerd op 23-04-2020
Belanghebbende is na 2015 gerechtigd geworden tot het erfpachtrecht betreffende een onroerende zaak in Amsterdam. De heffingsambtenaar van die gemeente heeft geweigerd de door belanghebbende met een beroep op art. 28 Wet WOZ gevraagde beschikking af te geven. Daarop zijn procedures in bezwaar, beroep en hoger beroep gevolgd. Belanghebbende heeft die beschikking niet verkregen. In cassatie heeft belanghebbende wel succes. Onder verwijzing naar HR 17 april 2020, nr. 19/03953 (ECLI:NL:HR:2020:597) casseert de Hoge Raad de hofuitspraak. De heffingsambtenaar heeft ten onrechte geweigerd de door belanghebbende gevraagde beschikking af te geven. De heffingsambtenaar wordt opgedragen aan belanghebbende de gevraagde beschikking af te geven.

NTFR 2020/1147 - Nederland treedt niet in overleg met Spanje om dubbele heffing voor artiesten-bv te voorkomen

ECLI:NL:RBAMS:2019:7416, datum uitspraak 09-10-2019, publicatiedatum 08-11-2019
Aflevering 17, gepubliceerd op 23-04-2020 met annotatie van dr. D. Molenaar
Een artiest doet optredens in Spanje en laat zijn gages factureren door zijn persoonlijke vennootschap A. Spanje heeft die gages volledig belast, in overeenstemming met het belastingverdrag met Nederland. Daartegenover dient Nederland voorkoming van dubbele belasting te verlenen, door middel van de vrijstellingsmethode. De inspecteur geeft die wel voor een deel van het salaris van de artiest, maar niet voor het Spaanse deel van de winst van vennootschap A. Hiertegen heeft A bezwaar en zij verzoekt de staatssecretaris van Financiën om alsnog die vrijstelling voor de VPB te verlenen óf om in onderling overleg met Spanje te treden om de winst van A uit de optredens alsnog niet te belasten. De staatssecretaris wijst dit verzoek af. Tegen deze beschikking gaat A in beroep.

NTFR 2020/1149 - Kwartaalrapportage met overzicht lopende EU-wetgeving Ministerie van Financiën – april 2020

Aflevering 17, gepubliceerd op 23-04-2020
Minister Hoekstra van Financiën heeft de Eerste en Tweede Kamer het verslag gestuurd van de videoconferentie van de Eurogroep van 7 die hervat werd op 9 april jl. Als bijlage stuurt hij het kwartaaloverzicht van lopende EU-wetgevingsonderhandelingen op het terrein van het Ministerie van Financiën, conform de afspraken omtrent EU-informatievoorziening.