Aflevering 16

Gepubliceerd op 22 april 2021

NTFR 2021/1329 - Praktische fiscale rechtsbescherming, alle fiscale geschillen uitsluitend bij de belastingrechter

Aflevering 16, gepubliceerd op 22-04-2021 geschreven door prof. mr. G.J.M.E. de Bont
Het gesloten stelsel van rechtsbescherming belemmert een praktische rechtsbescherming, aangezien het tot gevolg heeft dat tegen veel besluiten geen rechtsgang bij de belastingkamers openstaat, en zuiver fiscale geschillen bij de burgerlijke kamer van de Hoge Raad of de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State terechtkomen. Een overtuigende rechtvaardiging hiervoor ontbreekt.

NTFR 2021/1330 - COVID-19: Beleidsregel tegemoetkoming abortusklinieken

Aflevering 16, gepubliceerd op 22-04-2021
Gesubsidieerde abortusklinieken kunnen een meerkostenvergoeding en een continuïteitsbijdrage aanvragen. De tegemoetkoming is voor extra en onvoorziene kosten die zijn gemaakt als gevolg van (de maatregelen ter bestrijding van) de verspreiding van COVID-19, omdat hier geen andere vergoeding of (extra) baten voor de klinieken tegenover stonden. De minister voor Medische Zorg heeft dit vastgesteld in een beleidsregel inzake een tegemoetkoming voor abortusklinieken in verband met onvoorziene uitgaven en financiële gevolgen van COVID-19 (Beleidsregel tegemoetkoming abortusklinieken COVID-19). De aanleiding is dat abortusklinieken mogelijk in het jaar 2020 minder abortushulpverlening hebben verleend dan redelijkerwijs was voorzien. De hoogte van de meerkostenvergoeding bedraagt 0,3% van het op grond van de Subsidieregeling abortusklinieken verleende subsidiebedrag in het jaar 2020. Een aanvraag voor de meerkostenvergoeding kan tot en met 1 juli 2021 worden ingediend.

NTFR 2021/1334 - Brief over werkwijze Belastingplan

Aflevering 16, gepubliceerd op 22-04-2021
De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst heeft een brief gestuurd aan de Tweede Kamer waarin hij ingaat op de omvang van het pakket Belastingplan en het feit dat het kabinet ieder najaar een (te) omvangrijk fiscaal wetgevingspakket bij het parlement indient. Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2021 is dit onderwerp meermalen aan de orde gekomen, en zoals toegezegd, reflecteert de staatssecretaris daarop. In de brief doet de staatssecretaris onder meer enkele suggesties die voor verlichting van de druk op het najaar zouden kunnen zorgen, zoals eerder in het jaar besluitvorming over de lastenkant en de uitbouw van de jaarlijkse fiscale beleidsagenda naar een die de gehele kabinetsperiode bestrijkt.

NTFR 2021/1343 - Aandeelhouderswisseling leidt tot vrijval herinvesteringsreserve

ECLI:NL:HR:2021:143, datum uitspraak 29-01-2021, publicatiedatum 29-01-2021
Aflevering 16, gepubliceerd op 22-04-2021 met annotatie van dr. H.J. Bresser
X bv ontvangt in 1997 een schadevergoeding in verband met een onteigening. Ter zake van de daarmee behaalde boekwinst vormt X bv een herinvesteringsreserve. De termijn waarbinnen de herinvesteringsreserve moet worden benut, eindigt (na verlening) ultimo 2003. Op 31 december 2003 koopt X bv participaties in diverse vastgoedprojecten waarop de herinvesteringsreserve in mindering wordt gebracht. Een kwartier later verkoopt de enig aandeelhouder, vereniging B, haar aandelen in X bv aan A bv. In augustus 2004 is X bv als verdwijnende vennootschap gefuseerd met A bv. In juli 2013 gaat A bv failliet. In 2007 legt de inspecteur een aanslag VPB 2003 op aan A bv, inclusief de vrijval van de herinvesteringsreserve. De curator van A bv vordert een schadevergoeding van vereniging B op grond van een geleverde wanprestatie, bestaande uit schending van de in de koopovereenkomst opgenomen garanties met betrekking tot de herinvesteringsreserve. Het hof is van mening dat ultimo 2002 reeds een deel van de herinvesteringsreserve diende vrij te vallen omdat voor dat deel geen vervangingsvoornemen bestond. Het deel van de herinvesteringsreserve waarvoor wél een vervangingsvoornemen aanwezig was, dient vrij te vallen in 2003, gelet op art. 15e Wet VPB 1969. Omdat de garantie zoals opgenomen in de koopovereenkomst beperkt is tot mogelijke toepassing van art. 15e Wet VPB 1969, beperkt het hof de aansprakelijkheid van vereniging B dienovereenkomstig. In cassatie overweegt de Hoge Raad dat ook zonder de wanprestatie de gehele herinvesteringsreserve in de aanslag van 2003 betrokken zou worden op grond van het toenmalige art. 15e Wet VPB 1969. Dat neemt niet weg dat er een causaal verband bestaat tussen de wanprestatie van vereniging B en de schade geleden door A bv. Het maakt naar het oordeel van de Hoge Raad derhalve niet uit dat het deel van de herinvesteringsreserve dat al in 2002 vrij had moeten vallen is begrepen in de aanslag 2003 en evenmin dat de aanslag (mede) was gebaseerd op art. 15e Wet VPB 1969.

NTFR 2021/1346 - Internetconsultatie belastingplichtmaatregel omgekeerde hybride lichamen (ATAD2)

Aflevering 16, gepubliceerd op 22-04-2021
De belastingplichtmaatregel omgekeerde hybride lichamen is in internetconsultatie geweest tot 2 april 2021. Op grond van de tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking (ATAD2) dient per 1 januari 2022 de belastingplichtmaatregel voor omgekeerde hybride lichamen te worden geïmplementeerd. De maatregel maakte reeds deel uit van de Wet implementatie ATAD2 die per 1 januari 2020 in werking is getreden, met een uitgestelde inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2022. Met dit concept wordt beoogd de belastingplichtmaatregel nader in te passen in het systeem van de vennootschaps-, dividend- en bronbelasting. De maatregelen leiden naar verwachting tot een afname van het gebruik van hybridemismatchstructuren, waarbij sprake is van een omgekeerde hybride mismatch. Deze situaties worden al vaak geneutraliseerd door het eerste deel van ATAD2. Echter, waar dit eerste deel van de implementatie van ATAD2 neutraliserende maatregelen bevat, pakt dit tweede deel van de implementatie daarvan de ‘oorzaak’ van de hybride mismatch aan (dat wil zeggen het classificatieverschil). Het definitieve wetsvoorstel zal naar verwachting op Prinsjesdag 2021 worden gepubliceerd.

NTFR 2021/1348 - Kamerbrief antwoorden op vragen over het bericht 'Linda's zoon (13) is over een paar maanden wees'

Aflevering 16, gepubliceerd op 22-04-2021
De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst heeft Kamervragen van de leden Lodders en Koerhuis beantwoord. Directe aanleiding voor de Kamervragen is een bericht van RTL Nieuws met de titel ‘Linda’s zoon (13) is over een paar maanden wees: “Ik wil hem goed achterlaten”’. Het bericht waar de Kamervragen over zijn gesteld, betreft de tragische situatie waarin een nog niet volwassen kind zijn ouders verliest, de woning erft en vanwege de fiscale verplichtingen die hieruit voortvloeien zou worden gedwongen om de geërfde ouderlijke woning waarin hij woont te verkopen. Kinderen hebben in situaties als deze niet zonder meer recht op langdurig uitstel van betaling. Bovendien zou in geval van langdurig uitstel van betaling over deze periode invorderingsrente worden berekend, wat uiteindelijk kan leiden tot een aanzienlijke verhoging van de schuld. De staatssecretaris geeft aan dat hij beide constateringen ongewenst vindt. Hij is daarom voornemens een wijziging van wet- en regelgeving voor te bereiden zodat een algemene oplossing kan worden geboden voor vergelijkbare gevallen van schrijnende situaties als deze.

NTFR 2021/1349 - Opslagbedrijf is geen fictieve onroerende zaak als terbeschikkingstelling van ruimtes ondergeschikt is aan geleverde diensten

ECLI:NL:HR:2021:585, datum uitspraak 16-04-2021, publicatiedatum 16-04-2021
Aflevering 16, gepubliceerd op 22-04-2021 met annotatie van drs. R. van Haperen
Belanghebbende heeft aandelen verworven in Holding bv. Daarin worden opslagbedrijven geëxploiteerd. Behalve het ter beschikking stellen van opslagruimtes omvat de bedrijfsvoering onder meer de advisering en begeleiding van klanten, het assisteren bij opslag, de verkoop van materialen, het afsluiten van verzekeringen, en de beveiliging en screening van klanten. Hof Den Haag (22 november 2019, nr. 19/00313, NTFR 2020/1135) heeft de aandelen in Holding bv niet aangemerkt als een fictieve onroerende zaak, zodat geen overdrachtsbelasting is verschuldigd. De Hoge Raad vernietigt het hofoordeel. Van een fictieve onroerende zaak in de zin van art. 4, lid 1, onderdeel a, Wet BRV is geen sprake als de terbeschikkingstelling van opslagruimtes aan de klanten ondergeschikt is aan de door Holding bv geleverde diensten aan haar klanten. Het hof heeft niet gemotiveerd waarom daarvan in dit geval sprake is. Verwijzing moet volgen.

NTFR 2021/1350 - Beantwoording Kamervragen over verlaagd btw-tarief voor digitale culturele evenementen

Aflevering 16, gepubliceerd op 22-04-2021
Staatssecretaris Vijlbrief beantwoordt vragen over een 9%-tarief voor digitale culturele evenementen. Deze vragen zijn gesteld naar aanleiding van het commentaar van Wolf in NTFR 2021/691 op de antwoorden op eerder gestelde vragen over de keuze voor het 21%-tarief over digitale uitzendingen van culturele evenementen in plaats van het 9%-tarief. In het commentaar verwijst Wolf naar de zaak-Geelen (HvJ 8 mei 2019, zaak C-568/17, NTFR 2019/1291). Uit het arrest-Geelen kan volgens de staatssecretaris niet worden afgeleid of digitale culturele evenementen elektronische diensten zijn. De staatssecretaris blijft daarom bij het standpunt dat digitale culturele evenementen in Nederland niet onder het 9%-tarief vallen.

NTFR 2021/1352 - 21% btw voor de levering van een los dockingstation voor een elektronische handloep

Aflevering 16, gepubliceerd op 22-04-2021
In een nieuwsbericht op de site van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl ) staat dat de levering van een los dockingstation voor een elektronische handloep belast is met 21% btw. Een los dockingstation is volgens de Belastingdienst geen optisch leesapparaat of bijzonder gezichtshulpmiddel als bedoeld in tabel I, post a.31 voor slechtzienden, die gewoonlijk door een arts of een optometrist wordt voorgeschreven en individueel wordt aangemeten. De levering is daarom belast met 21% btw.

NTFR 2021/1353 - Registratie éénloketsysteem btw e-commerce gestart

Aflevering 16, gepubliceerd op 22-04-2021
In een nieuwsbericht op de website van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl) staat dat ondernemers zich vanaf nu kunnen registreren voor het nieuwe éénloketsysteem dat vanaf 1 juli wordt ingevoerd in het kader van de nieuwe EU-regeling btw e-commerce. De nieuwe regeling geldt voor ondernemers die in de Europese Unie (hierna: EU) goederen leveren aan klanten die geen btw-aangifte hoeven te doen. Vanaf 1 juli moeten deze ondernemers meestal btw betalen in de EU-landen waar de goederen naartoe gaan. Dat geldt voor goederen die al in de EU zijn en voor goederen die de ondernemer importeert van buiten de EU. Om te voorkomen dat de (Nederlandse) ondernemer zich voor de btw-heffing moet registreren in alle landen waar hij levert, komt er een nieuw éénloketsysteem. Daarmee handelt de ondernemer in één keer de btw-meldingen en betalingen over deze leveringen af voor alle EU-landen. De ondernemer kan dit systeem ook gebruiken voor de diensten die hij verricht aan particulieren in de EU.

NTFR 2021/1355 - Wellicht overgangsregeling postcoderoosregeling voor nieuwe leden

Aflevering 16, gepubliceerd op 22-04-2021
De overgangsregeling voor de postcoderoosregeling kan niet worden toegepast voor nieuwe leden die toetreden. Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst gaat wel uitzoeken of aanvullend overgangsrecht kan worden opgesteld en in komend belastingplanpakket kan worden meegenomen. Dit antwoordt de staatssecretaris op Kamervragen over de overgangstermijn van vijftien jaar voor de postcoderoosregeling.

NTFR 2021/1358 - Informatiebeschikking ziet ook op buitenlandse bankrekeningen die nog niet bekend zijn op het moment waarop de beschikking is vastgesteld

ECLI:NL:PHR:2021:262, datum uitspraak 17-03-2021, publicatiedatum 02-04-2021
Aflevering 16, gepubliceerd op 22-04-2021 met annotatie van mr. J.W. Bosman
Het gaat in dit geval om het beroep in cassatie van belanghebbende tegen Hof Arnhem-Leeuwarden 28 januari 2020 (nrs. 18/00923 t/m 18/00935, niet gepubliceerd op rechtspraak.nl) en het daarmee samenhangende beroep in cassatie van de erven, eveneens belanghebbenden, tegen de uitspraak van hetzelfde hof van dezelfde datum (nrs. 18/00910 t/m 18/00922, NTFR 2020/454). De staatssecretaris heeft incidenteel beroep in cassatie ingesteld.