Aflevering 17

Gepubliceerd op 30 april 2021

NTFR 2021/1390 - Collectief vastgoedbeleggen in Nederlands vastgoed

Aflevering 17, gepubliceerd op 30-04-2021 geschreven door prof. dr. H. Vermeulen
In 2015 heeft Rozendal een artikel gewijd aan het structureren van vastgoedfondsen.A. Rozendal, ‘Fiscale aspecten van het structureren van vastgoedfondsen’, FBN 2015/9. Hij geeft een mooi overzicht van de manieren om op gemeenschappelijke wijze in vastgoed te beleggen. Vanuit het oogpunt van de heffing van vennootschapsbelasting zijn er grofweg twee manieren te onderkennen om op fiscaal neutrale wijze collectief in Nederlands vastgoed te beleggen, te weten via een transparant lichaam of via een fiscale beleggingsinstelling (fbi).Op de vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi) kom ik nog terug in par. 2.2. Daarnaast kan ook op collectieve wijze via een normaal belast collectief worden belegd, maar dit komt niet vaak voor.Hij schrijft dat collectieve vastgoedbelegging via een normaal belast lichaam nauwelijks voorkomt. Rozendal, a.w., FBN 2015/9, onderdeel 4.2. Ik laat dat dan ook rusten. Sinds het verschijnen van genoemd artikel zijn er diverse ontwikkelingen geweest die de vraag doen rijzen of nog onverkort aan deze twee wijzen van collectieve vastgoedbelegging kan worden vastgehouden. Het gaat dan om de vraag of de belangen van de beleggers en die van de Staat op gelijke wijze zijn gediend. In een ideale situatie moet immers niet alleen dubbele economische belasting worden voorkomen, maar ook moet het heffingsrecht van de Staat op Nederlands vastgoed kunnen worden geëffectueerd. In het verleden zijn in het parlement vragen gesteld over de houdbaarheid van het regime voor de fbi voor zover het de belegging in Nederlands vastgoed betreft.Kamerstukken II, 2018-2019, 35 028, nr. 21. Ook in een recente brief van de staatssecretaris van Financiën wordt deze materie blootgelegd.Brief staatssecretaris van Financiën van 12 maart 2021, nr. 2021-0000027999, NTFR 2021/1063. In deze bijdrage wil ik verkennen of genoemde wijzen voor gemeenschappelijke vastgoedbelegging inderdaad aan heroverweging toe zijn.

NTFR 2021/1391 - COVID-19: Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie wijzigt Regeling Compensatie Coronacrisis

Aflevering 17, gepubliceerd op 30-04-2021
Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie heeft de Regeling Compensatie Coronacrisis gewijzigd in verband met een tweede aanvullend steunpakket. De Regeling Compensatie Coronacrisis is uitgebreid met aanvullende compensatiemaatregelen voor instellingen die een subsidie ontvangen op grond van de Regeling meerjarige subsidies Fonds voor Cultuurparticipatie 2021-2024, en voor instellingen die positief beoordeeld waren in het kader van die regeling, maar vanwege de rangschikking in de tendersystematiek toch geen subsidie konden ontvangen. Laatstgenoemde categorie komt in aanmerking voor een overbruggingssubsidie

NTFR 2021/1393 - COVID-19: Kamervragen over 'Sportclubs lopen miljoenen euro's mis door ''weeffout'' in NOW regels'

Aflevering 17, gepubliceerd op 30-04-2021
De referentiemaand juni 2020 voor de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) voor sportclubs wordt niet aangepast. Minister Koolmees van SZW antwoordt dit op Kamervragen van de SP over honderden voetbalclubs die geen loonsteun krijgen via de NOW-3.0 doordat juni 2020 als peilmaand is genomen. De minister beantwoordt ook Kamervragen van de VVD over ‘Sportclubs lopen miljoenen euro’s mis door “weeffout” in NOW regels’ en Kamervragen van het CDA over ‘KNVB: 1 op de 5 amateurclubs dieper in financiële problemen omdat salarissen trainers niet worden vergoed’. Het kabinet is continu in gesprek met NOC*NSF, de ondernemende sport en de sportbonden. Voor de amateurclubs waarbij de NOW-regeling niet toepasbaar is, is het al mogelijk om in de Tegemoetkomingsregeling Amateursportorganisaties (TASO) een vergoeding te krijgen voor personeelslasten die niet via andere regelingen zijn gecompenseerd. Daarmee kunnen ook de loonkosten van deze amateurclubs deels worden vergoed.

NTFR 2021/1394 - COVID-19: Uitkeren winst in buitenland na ontvangst NOW

Aflevering 17, gepubliceerd op 30-04-2021
Er komt geen verbod op het verstrekken van bonussen en dividend door een internationaal moederbedrijf dat noodsteun krijgt vanwege behoud van Nederlandse werkgelegenheid. Dat antwoordt minister Koolmees van SZW op Kamervragen naar aanleiding van het NOS-bericht ‘Grootontvangers van loonsteun in Nederland keren in het buitenland winst uit’.

NTFR 2021/1396 - COVID-19: Belastingdienst verlengt aangiftetermijn IB voor mensen met machtigingscode

Aflevering 17, gepubliceerd op 30-04-2021
De Belastingdienst heeft de aangiftetermijn voor de inkomstenbelasting (IB) over de jaren 2019 en 2020 verlengd voor mensen met een machtigingscode. Het Forum Fiscaal Dienstverleners meldt dat de Belastingdienst voor mensen die hulp willen bij het invullen van hun aangifte IB 2020, de inlevertermijn verlengt tot 1 september 2021. Dit geldt ook voor de aangifte over 2019 met een DigiD-machtigingscode. Door de coronamaatregelen kan de Belastingdienst nog steeds geen hulp op locatie aanbieden bij het invullen van de aangifte IB. Hierdoor wordt het lastig voor organisaties die hulp bieden bij het doen van aangifte om de uiterste inleverdatum te halen. Dit geldt voor zowel de Belastingdienst als voor maatschappelijke dienstverleners. Daarom verlengt de Belastingdienst voor mensen die een machtigingscode hebben de inlevertermijn voor de aangiften IB 2019 en 2020 tot 1 september 2021.

NTFR 2021/1398 - Vragen schriftelijk overleg Belastingdienst beantwoord

Aflevering 17, gepubliceerd op 30-04-2021
De twee staatssecretarissen van Financiën hebben, mede namens de minister van Financiën, Tweede Kamervragen beantwoord die op 26 februari 2021 zijn gesteld in het kader van een schriftelijk overleg Belastingdienst. Aan de orde komen onder meer COVID-19 (fiscaliteit en invordering), de ontvlechting van de Belastingdienst in Douane, Toeslagen en Belastingdienst, Brexit/Douane en de gegevensverstrekking aan de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) in verband met de toeslagenaffaire. Bij de beantwoording zijn zes bijlagen gevoegd met documenten met de gevraagde interne ambtelijke notities over de informatieverzoeken van de AP.

NTFR 2021/1400 - Tweede Kamervragen beantwoord over het versterken van de besturing van de Belastingdienst

Aflevering 17, gepubliceerd op 30-04-2021
De twee staatssecretarissen van Financiën hebben, mede namens de minister van Financiën, Tweede Kamervragen beantwoord over het versterken van de besturing van de Belastingdienst. In de beantwoording gaan de bewindslieden onder meer in op vragen over de reden en de achtergrond van de beslissing om tot het ontvlechten van de Belastingdienst te komen.

NTFR 2021/1401 - Rente over 'Loan Notes' niet aftrekbaar op grond van diverse renteaftrekbeperkingen

ECLI:NL:GHAMS:2021:724, datum uitspraak 23-02-2021, publicatiedatum 17-03-2021
Aflevering 17, gepubliceerd op 30-04-2021 met annotatie van mr. R. van der Wilt
activeringsplicht, borgstellingsanalogie, civielrechtelijke kwalificatie, deelnemerschapslening, fraus legis, goed koopmansgebruik, onzakelijk debiteurenrisico, onzakelijke lening, Renpaardenarrest, schijnlening, verbondenheidstoets, zakelijke lening, zijspan

NTFR 2021/1405 - NOB reageert op de nader gewijzigde Spoedwet conditionele eindafrekening dividendbelasting en de nota naar aanleiding van het verslag

Aflevering 17, gepubliceerd op 30-04-2021
Op 10 juli 2020 is het initiatiefwetsvoorstel Spoedwet conditionele eindafrekening dividendbelasting bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel beoogt de latente dividendbelastingclaim op de al dan niet gerealiseerde winstreserves van in Nederland gevestigde moedermaatschappijen van multinationals zeker te stellen door middel van een eindafrekening in geval van migratie. Zie over dit voorstel NTFR 2020/2270.

NTFR 2021/1406 - Geen recht op teruggaaf overdrachtsbelasting omdat goederenrechtelijk sprake is van onvoorwaardelijke levering

ECLI:NL:RBDHA:2021:2685, datum uitspraak 03-02-2021, publicatiedatum 23-03-2021
Aflevering 17, gepubliceerd op 30-04-2021 met annotatie van drs. R. van Haperen
Naar aanleiding van de levering van een bedrijfspand aan belanghebbende is een bedrag van € 120.000 aan overdrachtsbelasting op aangifte voldaan. In geschil is of belanghebbende recht heeft op teruggaaf van de voldane overdrachtsbelasting op grond van art. 19, lid 1, Wet BRV. Dit artikel bepaalt dat op verzoek teruggaaf van de belasting wordt verleend indien de toestand van vóór de verkrijging zowel feitelijk als rechtens wordt hersteld als gevolg van de vervulling van een ontbindende voorwaarde. Belanghebbende verzoekt om teruggaaf van overdrachtsbelasting op grond van deze bepaling. Op belanghebbende rust dan ook de bewijslast dat sprake is van een situatie waarin als gevolg van de vervulling van een ontbindende voorwaarde de toestand van vóór de verkrijging zowel feitelijk als rechtens is hersteld. Vast staat dat in de akte van levering geen ontbindende voorwaarde was opgenomen en dat daarin niet wordt verwezen naar de notariële koopovereenkomst, maar alleen naar de mondelinge overeenkomst die volgens de notariële akte overeenkomt met hetgeen in de akte van levering is geregeld. Verder is in de akte van levering vermeld dat de koop van het bedrijfspand onvoorwaardelijk is. Belanghebbende heeft gesteld dat daarbij sprake is van een vergissing en dat dit niet de bedoeling was. Dit dient echter voor rekening en risico van belanghebbende te blijven en is geen reden om aan de duidelijke bewoordingen van de akte van levering voorbij te gaan. De formulering ‘onvoorwaardelijke levering’ is niet voor meerdere uitleg vatbaar. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat uit de akte van levering volgt dat sprake is van een onvoorwaardelijke levering. Dat betekent dat geen sprake is van een levering onder ontbindende voorwaarde in goederenrechtelijke zin. Art. 19, lid 1, onderdeel a, Wet BRV mist dus toepassing. De rechtbank volgt belanghebbende niet in zijn stelling dat in dat geval sprake is van een nietige onvoorwaardelijke levering. Ook het beroep op het vertrouwensbeginsel en het evenredigheidsbeginsel gaan niet op.

NTFR 2021/1408 - Geen misbruik van recht bij terbeschikkingstelling sportvelden en clubgebouw (art. 81.1 Wet RO)

ECLI:NL:HR:2021:663, datum uitspraak 23-04-2021, publicatiedatum 23-04-2021
Aflevering 17, gepubliceerd op 30-04-2021
De gemeente Utrechtse Heuvelrug is eigenaar van buitensportcomplex A. Op 13 december 2011 heeft belanghebbende, een stichting die tot doel heeft het voorzien in de gelegenheid tot sportbeoefening, met de gemeente een huurovereenkomst gesloten voor de huur van sportvelden voor een jaarlijkse huur van € 10.000 exclusief btw. Voor het gebruik van de sportvelden en het clubgebouw inclusief sport-/spelmateriaal heeft belanghebbende op dezelfde dag met hockeyvereniging C een overeenkomst gesloten voor een gebruiksvergoeding van € 21.200 inclusief btw per jaar. Een dag later heeft de gemeente ten behoeve van belanghebbende een recht van opstal gevestigd op de bebouwde delen van het bij de vereniging in gebruik zijnde deel van het sportcomplex. De vergoeding hiervoor bedraagt € 1 per jaar. Daarbij heeft belanghebbende een bedrag van € 136.307 (bruidsschat) ontvangen van de gemeente vanwege achterstallig onderhoud aan de kleed- en douchegelegenheden en voor de onderhoudslasten tijdens de resterende economische levensduur van het clubgebouw. In dit bedrag is ook een component kapitaallasten in verband met toekomstige nieuwbouw van de kleed- en doucheruimten begrepen. De vereniging heeft in de onderhavige jaren jaarlijks een subsidie van de gemeente ontvangen, die nagenoeg gelijk is aan het bedrag dat belanghebbende jaarlijks aan huur (inclusief btw) betaalt aan de gemeente voor de velden. In geschil is of belanghebbende recht heeft op aftrek van voorbelasting ter zake van het gelegenheid geven tot sportbeoefening. De inspecteur meent van niet en stelt zich op het standpunt dat sprake is van misbruik omdat belanghebbende gebruik maakt van een zuiver kunstmatige constructie, die niet beantwoordt aan de economische realiteit van de handelingen. Het hof (Hof Arnhem-Leeuwarden 24 april 2018, nrs. 18/00358 t/m 18/00366, NTFR 2019/1885) heeft voorop gesteld dat uitgangspunt is dat een ieder de voordeligste structuur en invulling mag kiezen. Deze bevoegdheid is evenwel niet onbegrensd. Bij het kiezen van de voordeligste structuur mogen de grenzen die worden getrokken door het verbod van misbruik niet worden overschreden. Van misbruik is geen sprake wanneer er voor de betrokken economische activiteit een andere verklaring bestaat dan de loutere verkrijging van belastingvoordelen. Het hof heeft overwogen dat belanghebbende de vereniging de gelegenheid geeft tot sportbeoefening en daarvoor ook een kostendekkende vergoeding vraagt. De door belanghebbende met de gemeente en de vereniging gesloten overeenkomsten worden door partijen nageleefd. De juridische vormgeving komt overeen met de feitelijke verschijningsvorm en economische realiteit. Belanghebbende heeft volgens het hof voldoende juridische en feitelijke zelfstandigheid, zodat geen sprake is van een samenstel van handelingen dat iedere (economische) realiteit ontbeert. Met de gekozen structuur wordt een financieringsvoordeel behaald. Belanghebbende kan immers eerst de voorbelasting aftrekken alvorens zij over de vergoeding voor het gelegenheid geven tot sportbeoefening btw moet voldoen. Het financieringsvoordeel betreft een belastingvoordeel (HvJ 22 december 2010, zaak C-103/09 (Weald leasing), NTFR 2011/81). Het hof is van oordeel dat het systeem van de btw met zich brengt dat het verkrijgen van dit financieringsvoordeel op zichzelf niet in strijd is met (het doel van de bepalingen van) de Btw-richtlijn. Het tariefverschil leidt voor belanghebbende eveneens tot een belastingvoordeel. Belanghebbende kan de tegen het algemene tarief in rekening gebrachte btw als voorbelasting aftrekken en voldoet btw tegen het verlaagde tarief. Het hof is van oordeel dat dit belastingvoordeel inherent is aan het systeem van de btw en dat het enkele feit dat een tariefverschil optreedt tussen de voorbelasting en de verschuldigde belasting niet in strijd is met (het doel van) de bepalingen van de Btw-richtlijn. Het hof heeft de inspecteur niet gevolgd in zijn stelling dat de prestatie van het geven van gelegenheid tot sportbeoefening kunstmatig in de belaste sfeer is getrokken door de oprichting van belanghebbende. Voor de oprichting van belanghebbende bestaan immers nog meer verklaringen dan louter het verkrijgen van een belastingvoordeel. Door het oprichten van belanghebbende worden de opstal en de bruidsschat afgesplitst van de vereniging en wordt belanghebbende verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de opstal alsmede voor het beheer van de van de gemeente ontvangen bruidsschat. Door deze afsplitsing bereikt belanghebbende dat de opstal en de bruidsschat los staan van de vereniging en niet worden geraakt door eventuele financiële of bestuurlijke problemen bij de vereniging. Belanghebbende behaalt met de gekozen structuur een belastingvoordeel, maar de inspecteur heeft naar het oordeel van het hof niet aannemelijk gemaakt dat dit voordeel in strijd is met het doel van de bepalingen van de Btw-richtlijn en dat er sprake is van misbruik.

NTFR 2021/1411 - Contouren ODE-compensatieregeling industrie en glastuinbouw

Aflevering 17, gepubliceerd op 30-04-2021
Minister Van ’t Wout van EZK en minister Schouten van LNV hebben de Tweede Kamer geïnformeerd over de voorgenomen ODE-compensatieregelingen voor de industrie en de glastuinbouw. De aanleiding is dat enkele specifieke sub-sectoren in de glastuinbouw, de chemie en de papier- en voedselindustrie te maken hebben met een significante lastenstijging door de verhoging van de Opslag Duurzame Energie (ODE) voor bedrijven.

NTFR 2021/1412 - Evaluatie energiebelasting

Aflevering 17, gepubliceerd op 30-04-2021
Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst heeft de evaluatie van de energiebelasting (EB) naar de Tweede Kamer gezonden. Een van de aanbevelingen is duidelijkheid te bieden over de ontwikkeling van fiscale regelingen en belastingen van energiedragers. Bedrijven kunnen verrast worden door wijzigingen als gevolg van politieke keuzes.

NTFR 2021/1414 - A-G Wattel gaat in op prejudiciële vraag aan Hoge Raad over omvang geschil bij samenloop massaal bezwaar en afgesplitste individuele procedures

ECLI:NL:PHR:2021:292, datum uitspraak 25-03-2021, publicatiedatum 16-04-2021
Aflevering 17, gepubliceerd op 30-04-2021 met annotatie van mr. B. Schaafsma
Hof Arnhem-Leeuwarden (30 september 2020, nr. 19/01119, NTFR 2020/2995) heeft een prejudiciële vraag aan de Hoge Raad gesteld over de omvang van het geschil bij samenloop van de massaalbezwaarprocedure (systemische verenigbaarheid van box 3 in 2017 met eigendomsrecht en discriminatieverbod) en afgesplitste individuele procedures (excessive burdens in strijd met eigendomsrecht en discriminatieverbod).

NTFR 2021/1415 - Volgens A-G IJzerman is een bezwaarschrift in de Duitse taal onterecht niet-ontvankelijk verklaard

ECLI:NL:PHR:2021:291, datum uitspraak 25-03-2021, publicatiedatum 16-04-2021
Aflevering 17, gepubliceerd op 30-04-2021 met annotatie van dr. H.M. Roose
A-G IJzerman heeft in een douanezaak conclusie genomen over de vraag of het door belanghebbende in het Duits opstellen van haar bezwaarschrift – bij uitblijven van een Nederlandse vertaling – kon leiden tot het niet-ontvankelijk verklaren van het bezwaar en over de beoordeling van een klacht tegen een door het hof ten overvloede gegeven overweging. Het gaat om het beroep in cassatie van X GmbH, belanghebbende, tegen Hof Amsterdam 26 mei 2020, nr. 19/00809, NTFR 2020/2085, inzake de met dagtekening 21 juli 2016 aan belanghebbende uitgereikte utb ten bedrage van € 99.530,66 aan definitieve antidumpingrechten en € 21.434,51 aan compenserende rechten.

NTFR 2021/1421 - Kabinetsreactie WODC-onderzoek 'Van beroep in bezwaar – Werkwijze en verdienmodel “no cure no pay” bedrijven WOZ en BPM'

Aflevering 17, gepubliceerd op 30-04-2021
Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) heeft op verzoek van de minister voor Rechtsbescherming in de periode van oktober 2019 tot december 2020 onderzoek gedaan naar de werkwijze en het verdienmodel van zogenoemde ‘no cure, no pay’-bedrijven (ncnp-bedrijven) die bezwaar- en beroepsprocedures voeren tegen de hoogte van de WOZ-waarde van onroerende zaken (WOZ-beschikkingen) en tegen aangiften en naheffingsaanslagen over de belasting van personenauto’s en motorrijwielen bij geïmporteerde voertuigen (BPM-zaken). Ncnp-bedrijven zouden hier onevenredig veel aan verdienen (zie de beantwoording van Kamervragen van 15 oktober 2018, Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 298 en de brief aan de Tweede Kamer van 2 juli 2019, nr. 2019D42442 alsmede de beantwoording van Kamervragen van 9 oktober 2020, Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 700).

NTFR 2021/1423 - Actualisering Besluit Beroep in Belastingzaken

Aflevering 17, gepubliceerd op 30-04-2021
De staatssecretaris van Financiën heeft het Besluit Beroep in Belastingzaken (BBIB) geactualiseerd. Dit besluit treedt in werking op 7 april 2021 en wijzigt het BBIB van 7 april 2017, nr. 2017-59142 (Stcrt. 2017, 22374, NTFR 2017/1645). Naast enkele actualisaties en redactionele aanpassingen is ook de nieuwe topstructuur van de Belastingdienst verwerkt in het nieuwe besluit. De belangrijkste wijzigingen zijn de vereenvoudiging van de wijze waarop de rechter de procesmachtiging van de inspecteur kan nagaan. Daarnaast is een regeling opgenomen voor het uitzonderlijke geval dat de inspecteur een wrakingsverzoek nodig vindt. Tot slot is vastgelegd dat wettelijke rente wordt vergoed in alle gevallen waarin de vergoeding van griffierecht of proceskosten niet binnen vier weken is uitbetaald.

NTFR 2021/1425 - President Biden’s Made in America Tax Plan

Aflevering 17, gepubliceerd op 30-04-2021
Op 31 maart 2021 presenteerde de Amerikaanse president Biden zijn ‘American Jobs Plan’, een voorstel voor grootschalige publieke investeringen in onder andere infrastructuur, schone energie en de zorgeconomie. Het gaat om een investeringsbedrag van zo’n $ 2 biljoen voor de komende acht jaar. Ook kondigde de Amerikaanse president als onderdeel hiervan plannen aan voor belastinghervormingen in de Amerikaanse vennootschapsbelasting, het ‘Made in America Tax Plan’. De belastingopbrengsten hieruit moeten de investeringen in vijftien jaar tijd financieren en vervolgens de federale begrotingstekorten terugdringen. De voorstellen maakten al deel uit van Biden’s ‘Build Back Better’-plannen tijdens zijn campagne om het Amerikaanse presidentschap.