Aflevering 23

Gepubliceerd op 3 juni 2025

NTFR 2025/924 - Schenkingen en erfenissen zijn inkomen

Aflevering 23, gepubliceerd op 03-06-2025 geschreven door prof. dr. P. Kavelaars
Op 21 mei van dit jaar – de dag dat ik een aanzet maakte voor deze Opinie1 – kopte Het Financieele Dagblad: ‘CU, D66 en BBB hopen op nieuwe traditie: dag voor vereenvoudiging’.2 Kern van hun idee is dat de Tweede Kamer jaarlijks op de eerste dag van de lente, 21 maart dus, een hele dag besteedt aan mogelijke vereenvoudigingen, met name op het terrein van de belastingen en toeslagen. Daartoe moet de regering tijdig een voorstel voor vereenvoudigingen naar de Kamer sturen die dan op die eerste lentedag worden besproken. Na twee maanden dient de regering daarvan de budgettaire aspecten aan te geven – waarom niet gelijk bij het voorstel? – waarna de Kamer dan kennelijk kan bepalen welke voorstellen mee kunnen in het Belastingplan. Terzijde wordt door het Kamerlid Grinwis – een van de initiatiefnemers – nog gemeld dat snijden in het ambtenarenbestand niet mogelijk is als de regels waarover die ambtenaren moeten waken zo ingewikkeld blijven; kennelijk is dit een soort nevendoelstelling.

NTFR 2025/932 - A-G Pauwels adviseert Hoge Raad prejudiciële vraag te stellen over giftenaftrek aan buitenlandse instellingen

ECLI:NL:PHR:2025:454, datum uitspraak 18-04-2025, publicatiedatum 02-05-2025
Aflevering 23, gepubliceerd op 03-06-2025 met annotatie van mr. E. Alink
In deze zaak is in geschil is of giften die belanghebbende in 2020 heeft gedaan aan drie buitenlandse instellingen (twee Duitse en één Zwitserse) moeten worden behandeld als aftrekbare giften voor de berekening van de aanslag IB/PVV 2020. Niet in geschil is dat aftrek op grond van het interne recht niet mogelijk is. De giften zouden aftrekbaar zijn indien de buitenlandse instellingen kwalificeren als algemeen nut beogende instelling (anbi) in de zin van art. 5b AWR. Geen van die instellingen kwalificeert echter als zodanig, omdat niet wordt voldaan aan de voorwaarde dat de inspecteur de instelling heeft aangemerkt als anbi (de registratievoorwaarde).

NTFR 2025/935 - Kennisgroepstandpunt zero cost collar strategie

Aflevering 23, gepubliceerd op 03-06-2025 geschreven door dr. H.J. Bresser
De Kennisgroep deelnemingsvrijstelling heeft de vraag beantwoord of voor de toepassing van art. 13 lid 7 Wet Vpb 1969 het resultaat op een valutatermijncontract en op optiecontracten die in het kader van een zogenoemde ‘zero cost collar strategie’ zijn aangegaan, gesaldeerd kan worden.

NTFR 2025/939 - Geen verlaagd tarief voor exploitatie karaokecabines; geen vertrouwen inzake kennisgroepstandpunt

ECLI:NL:PHR:2024:1415, datum uitspraak 27-12-2024, publicatiedatum 24-01-2025
Aflevering 23, gepubliceerd op 03-06-2025 met annotatie van dr. D. Molenaar
Belanghebbende biedt de mogelijkheid om tegen betaling gebruik te maken van karaokecabines. De vraag die centraal staat, is of voor het in gebruik geven van de karaokecabines het verlaagde omzetbelastingtarief van toepassing is voor het verlenen van toegang tot ‘andere dergelijke primair en permanent voor vermaak en dagrecreatie ingerichte voorzieningen’ zoals opgenomen in Tabel I post b.14(g) Wet OB 1968. Hof Amsterdam (19 september 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:2768, NTFR 2023/2173) heeft deze vraag ontkennend beantwoord. Het hof heeft verder geoordeeld dat het beroep op het vertrouwensbeginsel van belanghebbende inzake zowel de Toelichting Tabel I als de onderliggende kennisgroepstandpunten niet kan slagen. In cassatie komt belanghebbende op tegen deze oordelen van het hof.

NTFR 2025/947 - A-G Koopman neemt conclusie over bewezenverklaring beboetbaar feit bij alternatief scenario (Meer en Vaart-verweer)

ECLI:NL:PHR:2025:410, datum uitspraak 04-04-2025, publicatiedatum 17-04-2025
Aflevering 23, gepubliceerd op 03-06-2025 met annotatie van mr. M.B. Weijers
In deze zaak gaat A-G Koopman in op de toetsing in cassatie van de bewezenverklaring van een beboetbaar feit. Specifiek behandelt hij de vraag hoe de belastingrechter om moet gaan met zogenoemde alternatieve scenario’s die door de belastingplichtige worden geschetst ter bestrijding van een bestuurlijke boete. In dit geval stelde de belanghebbende dat hij de bij hem aangetroffen cocaïne niet had aangekocht. Daarbij schetste hij (enigszins impliciet) het scenario dat hij slechts optrad als bewaarder of tussenpersoon. Het is de vraag of het hof bij de verwerping van dit verweer kon volstaan met de overweging dat belanghebbende niets heeft aangevoerd waaruit zou volgen dat hij de cocaïne niet zelf heeft gekocht. Hierbij komt ook de bewijsmaatstaf en de motiveringseis aan bod.

NTFR 2025/948 - A-G Koopman: hogerberoepsrechter is niet verplicht om toepassing van judiciële lus te motiveren of aan partijen voor te leggen

ECLI:NL:PHR:2025:507, datum uitspraak 02-05-2025, publicatiedatum 16-05-2025
Aflevering 23, gepubliceerd op 03-06-2025 met annotatie van mr. E.C.G. Okhuizen
In deze zaak heeft hof Den Bosch de judiciële lus toegepast zonder die toepassing te motiveren. In deze conclusie gaat A-G Koopman in op de vraag of het gebruik van de judiciële lus door de hogerberoepsrechter moet worden gemotiveerd.

NTFR 2025/954 - Belastingdienst beschermt mensen met schulden nog onvoldoende

Aflevering 23, gepubliceerd op 03-06-2025
Twee jaar na de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer om de behandeling van mensen met schulden door de Belastingdienst te verbeteren heeft de Belastingdienst de nodige stappen gezet, maar deze waren in 2024 volgens de Algemene Rekenkamer nog onvoldoende. Hierdoor kunnen mensen door opgelegde aflossingen onder het bestaansminimum komen. Het Centraal Justitieel Incassobureau houdt wel beter rekening met de aflossingsverplichtingen die mensen hebben.