Aflevering 50

‘Vrijheid is niet gratis.’ Met die inmiddels veelvuldig herhaalde zin kondigde het CDA onlangs zijn voorstel aan voor een zogenoemde vrijheidsbijdrage: een (doel)belasting waarmee burgers en bedrijven moeten bijdragen aan de versterking van de Nederlandse defensie. Het voorstel lijkt op het eerste gezicht een pragmatische begrotingsmaatregel, ingegeven door NAVO-verplichtingen, toenemende geopolitieke spanningen aan de Europese flanken en een onvoorspelbare bondgenoot aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. Maar wie beter kijkt, ziet dat hier iets fundamentelers op het spel staat: de verhouding tussen staat, gemeenschap en belastingheffing zelf.

transfer pricing, arm's length, omkering bewijslast, onzakelijk, zakelijk, implicit support, groepssteun, garantiefee, factoring fee, royalty, licentie, IP, licentieovereenkomst, DCF-methode, totaalwinst, winstuitdeling, cost plus, vergrijpboete, step-up, profit split, functional analysis, benchmark, opzet, voorwaardelijke opzet, redelijke termijn

De nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2026 gaat in op vragen over het amendement-Van Eijk. Dit amendement vergroot de groep fondsen die gebruik kan maken van overgangsrecht bij de invoering van fiscale transparantie.

Staatssecretaris Heijnen biedt de Eerste Kamer de nota naar aanleiding van het verslag aan bij het Belastingplan 2026.

A-G Pauwels heeft conclusie genomen in zes proefprocedures die betrekking hebben op de verkorting van de maximale looptijd van de zogenoemde 30%-regeling van acht naar vijf jaar per 1 januari 2019 bij Belastingplan 2019. De verkortingsmaatregel is na een overgangstermijn van twee jaar ook van toepassing op belanghebbenden aan wie eerder een 30%-beschikking was gegeven uitgaande van de op dat moment geldende maximale looptijd. Belanghebbenden bij wie de 30%-regeling uitgaande van de ‘oude’ looptijd pas zou eindigen ná 1 januari 2021, worden daardoor geconfronteerd met een verkorting van de looptijd. De vraag is of dat in strijd is met (i) algemene rechtsbeginselen, (ii) het in art. 1 EP EVRM gewaarborgde eigendomsrecht en/of (iii) het discriminatieverbod.

Het wetsvoorstel tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet op de loonbelasting 1964 en enige andere wetten in verband met de verlenging van de transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel is 2 december 2025 aangenomen door de Eerste Kamer.

eigenwoningrente, kasrondje, drukkende kosten

De staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane heeft schriftelijk nadere vragen beantwoord van de Eerste Kamer over de mogelijkheden om de maximale aftrek voor aftrekbare kosten voor een eigen woning te koppelen aan de eerste schijf in box 1 van de inkomstenbelasting.

De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of het recht op overgangsrecht voor bestaande eigenwoningschulden kan herleven als sprake is van een fictieve vervreemding van de oude eigen woning en vervolgens een nieuwe eigen woning wordt gekocht.

prijsgegeven vordering, verkapt dividend

managementfee, rangorderegeling

voorkoming, dubbele heffing, heffingskorting, belastingvermindering, toetsnorm, buitenland

kwalificerend buitenlands belastingplichtige, buitenlands inkomen, vertrouwensbeginsel, toezegging

De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft de vraag beantwoord of aanschafkosten van een niet in Nederland geregistreerd medicijn in aanmerking kunnen worden genomen als uitgaven voor specifieke zorgkosten.

Het ministerie van Financiën heeft een mededeling gepubliceerd over de toepassing van de hardheidsclausule wegens fictieve loonkosten door een stichting die namens sportverenigingen een kantine exploiteert.

herroeping, vervallenverklaring

De [A]-groep is een financiële dienstverlener die units in vastgoedfondsen aanbiedt aan beleggers. Twee van die fondsen zijn [B] en [C], beide beheerd door [E] AG ([F] AG), gevestigd in Zwitserland. [C] en [B] hebben geen rechtspersoonlijkheid; zij zijn contractuele fondsen. Beleggers participeren in een fonds door units te kopen waarvan de nettowaarde gelijk is aan de waarde van de activa van het fonds minus eventuele schulden en bij liquidatie verschuldigde belastingen. De units zijn geen certificaten, maar boekhoudkundige posten, maar zij zijn wel verhandelbaar. Deelnemers verkrijgen bij aankoop van units een vordering op [F] AG ter waarde van hun unit-evenredige deel van de activa en van het inkomen van het fonds; zij zijn niet aansprakelijk voor schulden van het fonds.

intrekking, inkoop, naheffing, onroerendezaaklichaam, onroerendezaakrechtspersoon

Maatstaf van heffing, Woonhuis, Heffingsgrondslag, Naheffing, Verbouwing, Vereiste aangifte, Omkering en verzwaring bewijslast, Waarde economisch verkeer

A-G Ettema heeft in zes zaken drie conclusies genomen (ECLI:NL:PHR:2025:1174 t/m 1176), met een gemeenschappelijke bijlage (ECLI:NL:PHR:2025:1250). Daarin staat de vraag centraal of gemeenten met de (na)scheiding van huishoudelijke afvalverpakkingen (van glas, papier en karton, metalen en hout, drankenkartons en kunststof) ‘verwerkingsdiensten’ verrichten als bedoeld in art. 24bb lid 1 onderdeel d Uitv.besl. OB 1968. Indien dit het geval is, geldt de verleggingsregeling voor de afvalsector en rust de verplichting om de voor deze diensten verschuldigde btw te voldoen niet op de gemeenten zelf, maar op degene(n) aan wie de diensten worden verricht.

Deze conclusie wordt besproken in conclusie A-G Ettema, 31 oktober 2025, nr. 24/03645, ECLI:NL:PHR:2025:1174, NTFR 2025/1971.

Deze conclusie wordt besproken in conclusie A-G Ettema, 31 oktober 2025, nr. 24/03645, ECLI:NL:PHR:2025:1174, NTFR 2025/1971.

Deze gemeenschappelijke bijlage wordt besproken in conclusie A-G Ettema, 31 oktober 2025, nr. 24/03645 ECLI:NL:PHR:2025:1174.

werkkamer, vrijstelling, opteren, belaste verhuur, naheffing, economisch, ondernemerschap, verhuur, teruggaaf

in wezen nieuwbouw, discretionaire ruimte, nieuw vervaardigd goed, samenloopbepaling, bouwkundige constructieve wijzigingen

De staatssecretaris van Financiën heeft het Besluit bemiddeling bij effectentransacties gepubliceerd.

Het kabinet verhoogt het btw-tarief op logies van 9% naar 21%. Staatssecretaris Heijnen beantwoordt vragen van de commissie voor Financiën van de Eerste Kamer over de impactanalyse btw-verhoging op logies.

indeling, objectieve kenmerken, schroefdraad, hulpstukken, bestemming

naheffing, waardevermindering, taxatie, kilometerstand, nieuwprijs, handelsinkoopwaarde, schade

De Wet Wijziging van de Wet vrachtwagenheffing in verband met de implementatie van de herziene Europese tolheffingsregels is in het Staatsblad gepubliceerd.

De nota naar aanleiding van het verslag bij de Wet differentiatie vliegbelasting beantwoordt vragen over de nieuwe afstandsafhankelijke vliegbelasting.

De nota naar aanleiding van het verslag gaat in op vragen over het wetsontwerp met de nationale uitwerking van het Europese mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens (CBAM).

bekendmaking, inwerkingtreding, publicatie, belastbaar feit

Vervolg op HR 26 september 2025, ECLI:NL:HR:2025:1385, NTFR 2025/1574, betreffende aanslagen in de onroerendezaakbelastingen. In dat arrest heeft de Hoge Raad belanghebbende in de gelegenheid gesteld bewijs te leveren dat haar geval wat betreft de proceskosten voor de cassatiefase is aan te merken als een ‘bijzonder geval’ als bedoeld in HR 17 januari 2025, ECLI:NL:HR:2025:46, NTFR 2025/177, zodat zij voor de hoogte van de proceskostenvergoeding niet tegen de beperkingen van de WHpkv aan loopt. Belanghebbende heeft hierop gereageerd en heeft laten weten dat de Hoge Raad niet hoeft te oordelen over de proceskostenvergoeding, omdat partijen daarover een afspraak hebben gemaakt. De Hoge Raad ziet daarom geen aanleiding meer voor een proceskostenvergoeding voor de cassatieprocedure.

Deze conclusie gaat over de fouten die een rechtbank of gerechtshof kan herstellen door middel van een hersteluitspraak en de rechtsmiddelen die daartegen aangewend kunnen worden. In deze zaak heeft hof Den Bosch uitspraak gedaan op 30 oktober 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:3396. In een brief van 8 november 2024 heeft belanghebbende het hof erop gewezen dat in de uitspraak niet is beslist op zijn verzoek om een vergoeding voor immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn. Vervolgens heeft het hof door middel van een hersteluitspraak van 18 december 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:4068, zijn uitspraak aangevuld met een veroordeling van de Staat tot vergoeding van immateriële schade en met een proceskostenvergoeding ten laste van de Staat. Ondertussen had belanghebbende al beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van 30 oktober 2024. En later schreef hij de Hoge Raad dat hij ook cassatieberoep instelt tegen de hersteluitspraak van 18 december 2024. De griffie van de Hoge Raad heeft laatstbedoeld schrijven aangemerkt als een nader stuk in de al lopende procedure tegen de uitspraak van 30 oktober 2024.

onrechtmatige selectie, procesorde, uitworp aangifte, informatieplicht

VSO, rente, naheffing, boekenonderzoek, Coronaperiode

De nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Wet stroomlijning fiscaal inzagerecht behandelt vragen over het recht op inzage in fiscale dossiers.

Art. XXXA Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (WMEBV) treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.

Staatssecretaris Heijnen heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de uitkomst van de internetconsultatie en het vervolg van het onderzoek naar de werking van en eventuele alternatieven voor het fiscale bodem(voor)recht.

De Kennisgroep invordering & civiel recht heeft de vraag beantwoord of de ontvanger een belastingteruggaaf die opkomt tijdens de behandeling van een verzoek om sanering van belastingschulden kan verrekenen.

Staatssecretaris Heijnen van Financiën heeft de Eerste Kamer de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling minimumbelasting (DAC9) gestuurd.

Staatssecretaris Heijnen van Financiën heeft de Eerste Kamer de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel tweede wijziging Wet minimumbelasting 2024 gestuurd.

Deze zaak gaat over de vraag of een wijziging van een vergunning voor een bijzondere douaneregeling met terugwerkende kracht kan worden verleend. Specifiek speelt de vraag of de bepalingen in het Douanewetboek van de Unie (DWU) en de Gedelegeerde Verordening (GDWU) over het met terugwerkende kracht afgeven van een nieuwe vergunning, van overeenkomstige toepassing zijn op de wijziging van een bestaande vergunning.

Art. 9.6 Wet IB 2001

Art. 8:119 Awb

Art. 8:41 Awb

Art. 2 WBRV

Art. 8:74 Awb