Aflevering 19

Gepubliceerd op 9 mei 2019

NTFR 2019/1119 - Zonnepanelen op bedrijfsmatige gebouwen: bepaald geen koud kunstje

Aflevering 19, gepubliceerd op 09-05-2019 geschreven door prof. dr. T.M. Berkhout
Het dak van een gebouw, voor veel gebouweigenaren ‘een plek met veel onnutte meters’, begint zo langzamerhand een heuse businesscase op te leveren. Met de opkomst van de mobiele telefonie werden daken aantrekkelijk voor het plaatsen van telefoonmasten. Nu zijn zonnepanelen aan een opmars begonnen om de resterende meters te veroveren. Hoewel menig ingenieur gruwt van platte daken, een ontwerpfout in zichzelf vanwege lekkagegevaar en duur onderhoud, kunnen dergelijke oppervlakken, zeker van grote gebouwen, het financiële rendement van dit vastgoed voor de eigenaar een extra zetje geven. Ondertussen wordt het gebouw maar mooi verder verduurzaamd en het energielabel misschien wat verder opgekrikt. En dat heeft weer positieve gevolgen voor de verhuurbaarheid en de waardeontwikkeling. Extra bonuspunten zijn er als de huurders/gebruikers van het gebouw, die steeds vaker gevoelig zijn voor duurzaamheidsaspecten, duurzame en goedkope energie kunnen afnemen.

NTFR 2019/1120 - Subsidieregeling voor de overgang van fiscale aftrek naar subsidie monumentenpanden gepubliceerd

Aflevering 19, gepubliceerd op 09-05-2019
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft de Subsidieregeling overgang afschaffing fiscale aftrek van uitgaven voor monumentenpanden gepubliceerd. De regeling geeft vorm aan de toezegging om in het kader van de Wet fiscale maatregel rijksmonumenten een overgangsregeling voor het jaar 2019 tot stand te brengen voor al lopende onderhoudsprojecten die doorlopen in 2019. Het gaat specifiek om de kosten die als drukkende onderhoudskosten tot 2019 wel fiscaal aftrekbaar waren, maar die niet in aanmerking komen voor subsidie op grond van het beleidskader. Op grond van de Subsidieregeling kan een subsidie worden verkregen voor onderhoudskosten die in 2018 zijn uitgevoerd maar pas in 2019 zijn betaald, en voor onderhoudskosten die in 2019 zijn uitgevoerd maar waarvoor de verplichting vóór 2019 is aangegaan. De Subsidieregeling heeft terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2019.

NTFR 2019/1122 - Onderzoek naar de effecten van het LIV op de werkgelegenheid

Aflevering 19, gepubliceerd op 09-05-2019
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft Kamervragen beantwoord van Jasper van Dijk (SP) over de werkgelegenheidseffecten van de Regeling lage-inkomensvoordeel (het LIV). De vragen zijn gesteld naar aanleiding van het bericht ‘Regeling die moet zorgen voor meer banen, houdt lonen laag’. De minister heeft geen signalen ontvangen die de stelling onderschrijven dat het LIV een loonsverhoging in de weg zou staan. Het CPB verwachtte vooraf, naast het behoud van banen, een positief werkgelegenheidseffect van circa zevenduizend extra voltijdbanen. De uurloongrenzen van het LIV stijgen elk jaar mee met de gemiddelde contractloonstijging van het minimumloon. Dus bij een dergelijke loonstijging blijft het recht op LIV bestaan. Aan de andere kant is de regeling pas recent ingevoerd en er zijn daarom nog geen harde cijfers bekend over de effecten op de loonvorming. De minister laat het effect van het LIV op de werkgelegenheid daarom onderzoeken. De Kamer zal hij daarover vóór het eind van dit jaar informeren.

NTFR 2019/1125 - Aangifteperiode inkomstenbelasting brak records

Aflevering 19, gepubliceerd op 09-05-2019
De Belastingdienst heeft in de aangifteperiode voor de aangifte inkomstenbelasting 2018 tussen 1 maart en 1 mei zo’n 9,5 miljoen aangiften binnen gekregen. Dat is 300.000 meer dan vorig jaar. Nog nooit eerder deden zo veel mensen aangifte op de eerste dag: 470.000. Op de laatste dag ontving de Belastingdienst 340.000 aangiften.

NTFR 2019/1129 - Hoge Raad stelt prejudiciële vragen of lustopwekkende middelen onder het verlaagde tarief vallende voedingsmiddelen zijn

ECLI:NL:HR:2019:643, datum uitspraak 19-04-2019, publicatiedatum 19-04-2019
Aflevering 19, gepubliceerd op 09-05-2019 met annotatie van mr. P.F. Zijlstra
In deze zaak staat de vraag centraal of de lustopwekkende middelen Libidoforte, Spanish Fly en Rush Herbal Popper zijn aan te merken als voedingsmiddelen als bedoeld in post a.1 van de bij de Wet OB 1968 behorende tabel I, zodat op de levering van die producten het verlaagde tarief voor de omzetbelasting van toepassing is. Hof Den Haag (24 februari 2017, nrs. 16/00451 t/m 16/00453, NTFR 2017/1820) heeft deze vraag bevestigend beantwoord. De Hoge Raad heeft echter Unierechtelijke twijfels. Daarom legt hij de zaak voor aan het HvJ met de volgende vragen:

NTFR 2019/1133 - PSM K: btw is inbegrepen in vergoeding voor gerechtsdeurwaarder

Aflevering 19, gepubliceerd op 09-05-2019 met annotatie van prof. mr. dr. R.A. Wolf
De schuldeiser van H.W., PSM K, heeft een gerechtsdeurwaarder bij de rechter in eerste aanleg Sopot, Polen (Treder) belast met een gedwongen tenuitvoerleggingsprocedure bij de schuldenaar. Treder heeft bij besluit van 4 oktober 2016 deze procedure afgerond en het bedrag van de tenuitvoerleggingsvergoeding vastgesteld conform de Poolse wetgeving en vervolgens verhoogd met btw. De curator van de schuldenaar heeft beroep ingesteld tegen dit besluit omdat hij van mening was dat de btw al was inbegrepen in de wettelijk vastgestelde tenuitvoerleggingsvergoeding. De verwijzende rechter vraagt zich af of de Btw-richtlijn, het neutraliteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel eraan in de weg staan dat de btw voor de diensten van de gerechtsdeurwaarder al is opgenomen in de wettelijk vastgestelde tenuitvoerleggingsvergoeding.

NTFR 2019/1134 - Grupa Lotos: uitbreiding aftrekbeperking na toetreding lidstaat tot de EU valt niet onder standstillclausule

Aflevering 19, gepubliceerd op 09-05-2019 met annotatie van mr. C.C. van den Berg
Grupa Lotos, belastingplichtige voor de btw in Polen, heeft in de loop van 2014 accommodatie- en cateringdiensten afgenomen die deels voor eigen gebruik waren bedoeld en deels voor doorverkoop aan belastingplichtige dochterondernemingen. De Poolse btw-wetgeving kende al vóór de toetreding tot de EU een aftrekbeperking voor accommodatie- en cateringdiensten. Wanneer deze diensten werden afgenomen door belastingplichtigen die toeristische diensten aanbieden, gold deze aftrekbeperking echter niet. Na de toetreding van Polen tot de EU is de uitzondering voor aanbieders van toeristische diensten vervallen. De verwijzende rechter vraagt zich af of hiermee de volledige aftrekbeperking in strijd is met EU-recht, dan wel dat enkel aanbieders van toeristische diensten zich op strijdigheid met het EU-recht kunnen beroepen.

NTFR 2019/1136 - Hoge Raad stelt in kader van douaneregeling actieve veredeling prejudiciële vraag over toepassing van inmiddels geschorst algemeen preferentieel tarief voor ontwikkelingslanden

ECLI:NL:HR:2019:631, datum uitspraak 19-04-2019, publicatiedatum 19-04-2019
Aflevering 19, gepubliceerd op 09-05-2019 met annotatie van mr. B.A. Kalshoven
Douanerechten worden in beginsel vastgesteld aan de hand van de heffingsgrondslagen die gelden ten tijde van het in het vrije verkeer brengen van goederen. In art. 121, lid 1, CDW is een uitzondering opgenomen voor goederen die bij binnenkomst in de Unie onder de douaneregeling actieve veredeling zijn geplaatst, maar later alsnog in het vrije verkeer worden gebracht. Die bepaling regelt dat het bedrag van de douaneschuld dan wordt vastgesteld aan de hand van de heffingsgrondslagen geldend voor de (invoer)goederen op het tijdstip waarop de aangifte tot plaatsing van deze goederen onder de regeling actieve verdeling is aanvaard. In de onderhavige zaak staat de vraag centraal of art. 121, lid 1, CDW meebrengt dat bij het bepalen van de douaneschuld een inmiddels geschorst preferentieel tarief van toepassing is.

NTFR 2019/1137 - Kamervragen over het CARbonTax-rekenmodel

Aflevering 19, gepubliceerd op 09-05-2019
Staatssecretaris Van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat beantwoordt mede namens staatssecretaris Snel van Financiën Kamervragen over het Revnext-model voor de stimulering van elektrische auto’s, de aanbesteding, de uitkomsten van dit model en het feit dat TNO de staatssecretaris weerspreekt.

NTFR 2019/1138 - Kamervragen over betere richtlijnen voor een lager maatschappelijk OZB-tarief voor bijvoorbeeld sportverenigingen en buurthuizen

Aflevering 19, gepubliceerd op 09-05-2019
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft Kamervragen beantwoord van de leden Omtzigt en Van der Molen (beiden CDA) over betere richtlijnen voor een lager maatschappelijk OZB-tarief voor bijvoorbeeld sportverenigingen en buurthuizen. De vragen zijn gesteld naar aanleiding van het bericht ‘VNG: betere richtlijnen voor maatschappelijk OZB-tarief’, https://www.binnenlandsbestuur.nl/financien/nieuws/vng-betere-richtlijnen-voor-maatschappelijk-ozb.9604485.lynkx. De minister is met de VNG in overleg over de bepaling waarmee een lager OZB-tarief ingesteld kan worden voor sportaccommodaties, dorpshuizen en andere instellingen met een maatschappelijk belang. De VNG zal allereerst de knelpunten die gemeenten ervaren inventariseren, aan de hand waarvan ze nader in gesprek zullen gaan.

NTFR 2019/1139 - Verzoek om immateriëleschadevergoeding hoeft niet door andere rechters te worden behandeld dan die over de hoofdzaak hebben beslist

ECLI:NL:HR:2019:623, datum uitspraak 19-04-2019, publicatiedatum 19-04-2019
Aflevering 19, gepubliceerd op 09-05-2019 met annotatie van mr. V.S. Huygen van Dyck-Jagersma
Hof Arnhem-Leeuwarden (13 maart 2018, nr. 15/01059) heeft in een BPM-zaak de door de rechtbank aan belanghebbende toegekende immateriëleschadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in de fase van bezwaar en beroep van € 500 verhoogd naar € 1.500. Tevens heeft het hof voor overschrijding van de redelijke termijn in de hogerberoepsfase € 500 aan immateriëleschadevergoeding toegekend. In de vele BPM-zaken die de gemachtigde aanhangig heeft gemaakt, heeft het hof wel aanleiding gezien – wegens verknochtheid als bijzondere omstandigheid – om een langere termijn van berechting te hanteren dan de standaardtermijn. Verder heeft het hof geoordeeld dat belanghebbende geen recht heeft op vergoeding van rente over het griffierecht.

NTFR 2019/1141 - Betalingsherinnering

Aflevering 19, gepubliceerd op 09-05-2019
De minister voor Rechtsbescherming beantwoordt Kamervragen van het lid Van Raak (SP) over een betalingsherinnering door overheden. Hij gaat nader in op de vragen of al dan niet de vaste aanmaningsvergoeding in rekening gebracht moet worden en of er een kosteloze betalingsherinnering aan vooraf moet gaan en of dit in alle gevallen effectief is.

NTFR 2019/1142 - Wet vereenvoudiging beslagvrije voet

Aflevering 19, gepubliceerd op 09-05-2019
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft Kamervragen beantwoord van de leden Jasper van Dijk (SP) en Peters (CDA) over een app die de invoering van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet kan versnellen. De staatssecretaris oordeelt negatief. Hij geeft aan dat de gegevens die op basis van art. 15 AVG worden opgevraagd op basis van de huidige tekst onvoldoende zijn voor het berekenen van de beslagvrije voet.

NTFR 2019/1143 - Kantoorruimte in Zuid-Korea terecht niet aangemerkt als vaste inrichting

ECLI:NL:PHR:2019:308, datum uitspraak 26-03-2019, publicatiedatum 19-04-2019
Aflevering 19, gepubliceerd op 09-05-2019 met annotatie van mr. H.J. Noordenbos
De werkgever van belanghebbende heeft aan een Koreaans bedrijf opdracht gegeven om een boorschip te bouwen. Het Koreaanse bedrijf bouwt dit boorschip in Ulsan, Zuid-Korea. De werkgever van belanghebbende heeft belanghebbende ingezet als toezichthouder op de bouw van het boorschip. Belanghebbende heeft vanaf 30 juli 2010 als toezichthouder werkzaamheden verricht tijdens de proefvaarten van het schip. Het toezicht heeft bestaan uit het controleren of het gebouwde aan de technische vereisten voldeed. Na afronding van de proefvaarten heeft het Koreaanse bedrijf op 16 november 2010 het boorschip opgeleverd aan de werkgever van belanghebbende. Het Koreaanse bedrijf heeft in zijn kantoor in Ulsan, Zuid-Korea van maart 2010 tot december 2010 kantoorruimte aangeboden aan de werknemers van de werkgever van belanghebbende. De kantoorruimte bestond uit vier kamers.