Aflevering 51

Gepubliceerd op 17 december 2020

NTFR 2020/3689 - Herinnert u zich deze nog?

Aflevering 51, gepubliceerd op 17-12-2020 geschreven door mr. dr. J. Ganzeveld
Radio Veronica gebruikte de jingle ‘Herinnert u zich deze nog, nog, nog, nog?’ jarenlang om een zogenoemde ‘gouwe ouwe’ mee aan te kondigen. Ik ben ermee groot geworden. Het was een kreet die niet alleen werd gebruikt om een oude plaat aan te kondigen op de radio, maar die in het dagelijks leven ook werd gebruikt voor iets van heel lang geleden. Wat heeft dat te maken met de fiscaliteit, hoor ik u denken? De afgelopen tijd regent het (weer) vakpublicaties over box 3; de regering en het parlement laten zich eveneens niet onbetuigd.Zie onder andere: R.E.C.M. Niessen, ‘Renovatie van box 3’, NTFR 2020/2719, C. Overduin, ‘Box 3: het zal je kind maar wezen’, WFR 2020/188, Commissie Wetsvoorstellen NOB, NOB-notitie inzake box 3, 3 juli 2020 en de reactie van de staatssecretaris van Financiën op deze notitie in zijn brief van 10 november 2020, nr. 2020-0000153010 en het niet aangenomen amendement-Leijten, Wetsvoorstel Wet aanpassing box 3, Kamerstukken II, 2020-2021, 35 577, nr. 11. En ja hoor, daar is ie weer: de vermogensbelasting!Staatssecretaris Vijlbrief in: Verslag van een wetgevingsoverleg van 2 november 2020, Tweede Kamer, Belastingplan 2021; nota naar aanleiding van het verslag, Kamerstukken II, 2020-2021, 35 577, nr. 6, p. 19 en 20 en Bouwstenen voor een beter belastingstelsel: rapport Belasten van vermogen, 1 mei 2020, p. 22 en 23. Het oude paard wordt van stal gehaald als een van de mogelijke (additionele) oplossingen voor de box 3-malaise waarin we ons bevinden. In deze Opinie wil ik uiteenzetten waarom dat naar mijn mening een slecht idee is.

NTFR 2020/3690 - COVID-19: Aanpassingen economisch steun- en herstelpakket coronacrisis

Aflevering 51, gepubliceerd op 17-12-2020
Het kabinet breidt het steun- en herstelpakket voor banen en economie verder uit. Ook gaan de geplande versoberingen van de steunmaatregelen voor het eerste kwartaal van 2021 niet door. Er komt een extra tegemoetkoming voor bedrijven met hoge omzetverliezen, bijvoorbeeld omdat zij door de coronamaatregelen gesloten zijn. Met de versterking is een bedrag van € 3,7 miljard gemoeid. Dat komt boven op de € 33,7 miljard die de steun- en herstelpakketten tot nu toe hebben gekost. Hoewel de verwachting is dat volgend jaar verder herstel plaatsvindt, zal de werkloosheid in eerste instantie verder oplopen. Faillissementen en ontslagen nemen onvermijdelijk toe. Daarom zet het kabinet de steun voort. Het kabinet schrijft dit in een brief aan de Tweede Kamer. Allereerst gaat de brief in op hoe het bestaande pakket aan maatregelen bijdraagt aan economie en baanbehoud. Vervolgens wordt inzichtelijk gemaakt wat deze brief concreet betekent voor de regelingen uit het steun- en herstelpakket. Daarna gaat het kabinet verder in op aanvullende ondersteuning aan kwetsbare mensen in onze samenleving. Tot slot geeft het kabinet informatie over de voortgang van eerder aangekondigd beleid, zoals de evenementenbranchemodule in het vierde kwartaal van 2020 en de voucherkredietregeling. Bij de brief zijn drie bijlagen gevoegd. Het steun- en herstelbeleid tot nu toe en het gebruik van regelingen uit het generieke steun- en herstelpakket zijn beschreven in bijlage I en de opbouw van rekenvoorbeelden specifiek voor eet- en drinkgelegenheden in bijlage II. Bijlage III geeft een verduidelijking van het omzetbegrip binnen de NOW.

NTFR 2020/3691 - COVID-19: Thuiswerken in buitenlandsituaties in coronatijd

Aflevering 51, gepubliceerd op 17-12-2020
De Belastingdienst heeft algemene vragen beantwoord over thuiswerken in buitenlandsituaties in coronatijd. Het gaat om vragen die deelnemers hebben gesteld tijdens het webinar ‘Coronavirus fiscale maatregelen en de gevolgen’. Het Forum Fiscaal Dienstverleners heeft vragen en antwoorden gepubliceerd over buitenlandse situaties.

NTFR 2020/3696 - Bepaling boekwinst op onroerend goed van vennootschap die nooit aangifte VPB heeft gedaan

ECLI:NL:HR:2020:1989, datum uitspraak 11-12-2020, publicatiedatum 11-12-2020
Aflevering 51, gepubliceerd op 17-12-2020 met annotatie van mr. D.C. Simonis
Belanghebbende is een Gibraltarese vennootschap met feitelijke leiding in Nederland. In 2008 heeft zij een in Nederland gelegen woning voor € 400.000 verkocht die zij in 1999 voor € 249.579 had gekocht en tussentijds had verhuurd. Zij heeft in de jaren 1999 t/m 2007 nooit aangifte VPB gedaan en is evenmin van ambtswege aangeslagen. In geschil is de omvang van de belastbare winst op de verkoop van de woning in 2008. Hof Arnhem-Leeuwarden (21 mei 2019, nrs. 17/00490 t/m 17/00497 en 17/00540 t/m 17/00547, NTFR 2019/1473) heeft de boekwaarde bepaald door de kostprijs van € 249.579 in goede justitie te verminderen met een jaarlijkse afschrijving van 2,5%, zodat een boekwaarde resulteerde van € 193.424 en daarmee een boekwinst van € 206.576. De Hoge Raad onderschrijft dat oordeel. Belanghebbende genoot vanaf 1999 winst uit onderneming ter zake van de woning en was dus vanaf dat moment buitenlands belastingplichtige. Dat zij nooit aangifte heeft gedaan en ook niet in de heffing werd betrokken, doet daaraan niet af. De omvang van de winst vloeit voort uit de wet. Dat geen aangifte is gedaan en die winst niet in de heffing is betrokken, maken niet dat de belastingplichtige geen belastbare winst had. Voor de jaarwinstberekening dient op grond van goed koopmansgebruik de jaarlijkse afschrijving in aanmerking te worden genomen. Dat de afschrijvingen geen effect hebben gehad op de belastingheffing van belanghebbende, brengt niet mee dat zij buiten beschouwing kunnen worden gelaten. Het hof heeft dus terecht de boekwinst op de verkoop van de woning berekend met inachtneming van afschrijvingen.

NTFR 2020/3700 - Wet verandering koppeling AOW-leeftijd gepubliceerd

Aflevering 51, gepubliceerd op 17-12-2020
De Wet verandering koppeling AOW-leeftijd is inmiddels aangenomen en op 9 december 2020 in het Staatsblad gepubliceerd. Door deze wet wijzigen de AOW en de Wet LB 1964 vanwege een wijziging in de koppeling van de AOW-leeftijd. Als gevolg van deze wijziging resulteert een toename van de resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd in een verhoging van de AOW-leeftijd en de pensioenrichtleeftijd met acht maanden (voorheen een jaar). Als gevolg van deze wet zal de AOW-leeftijd vanaf 2025 minder snel stijgen.

NTFR 2020/3701 - Wetsvoorstel gedifferentieerde premie Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) aangenomen door de Tweede Kamer

Aflevering 51, gepubliceerd op 17-12-2020
De Tweede Kamer heeft op 10 december 2020 het wetsvoorstel gedifferentieerde premie Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) aangenomen. In het wetsvoorstel wordt de premie voor het Aof gedifferentieerd naar de grootte van de werkgever en er wordt een aanpassing gedaan in de toepassing van het voortschrijdend cumulatief rekenen door private partijen. De Aof-premie wordt gedifferentieerd naar een lagere premie voor kleine werkgevers en een hogere premie voor middelgrote en grote werkgevers (overige werkgevers). De grens tussen kleine werkgevers en overige werkgevers wordt in het Besluit Wfsv vastgelegd, waarin de grenzen voor de grootte van de werkgever voor de Whk-premie ook worden bepaald. De wet zal op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip in werking treden.

NTFR 2020/3702 - Nieuwe goedkeuring in het besluit KEW, SEW en BEW

Aflevering 51, gepubliceerd op 17-12-2020
De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst heeft het besluit over de kapitaalverzekering eigen woning (KEW), de spaarrekening eigen woning (SEW), het beleggingsrecht eigen woning (BEW) en vóór 2001 bestaande kapitaalverzekeringen in box 3 gewijzigd. (besluit van 15 mei 2017, nr. 2017-81019 (Stcrt. 2017, 28246)). De wijziging betreft een goedkeuring voor de KEW in de situatie waarin de maximale periode van renteaftrek van dertig jaren is verstreken. De staatssecretaris keurt in zo’n geval goed dat de uitkeringsvrijstelling van toepassing is als met de KEW-uitkering een voormalige eigenwoningschuld wordt afgelost die door het verstrijken van de maximale periode van renteaftrek naar box 3 is verhuisd. Als voorwaarde geldt dat de KEW aan de overige voorwaarden van de uitkeringsvrijstelling (art. 10bis.6 Wet IB 2001) voldoet.

NTFR 2020/3709 - Brief over toezeggingen in Belastingplan 2021 rondom woningcorporaties

Aflevering 51, gepubliceerd op 17-12-2020
Minister Ollongren van BZK heeft, mede name de staatssecretaris van Financiën, de Tweede Kamer een brief gestuurd over de toezeggingen die zijn gedaan met betrekking tot de differentiatie van de overdrachtsbelasting en de gevolgen daarvan voor woningcorporaties. De minister informeert de Kamer over de maatregelen die zij neemt naar aanleiding van toezeggingen tijdens de behandeling van het Belastingplan 2021 met betrekking tot de differentiatie van de overdrachtsbelasting en de gevolgen daarvan voor woningcorporaties.

NTFR 2020/3711 - Diensten voor Bulgaarse start-ups vallen niet onder de btw-vrijstelling voor beleggingsinstellingen (art. 81.1 Wet RO)

ECLI:NL:HR:2020:1980, datum uitspraak 11-12-2020, publicatiedatum 11-12-2020
Aflevering 51, gepubliceerd op 17-12-2020
Belanghebbende is een financiële holding en neemt deel in Bulgaarse startende ondernemers. Zij verwerft dan altijd 8% van de aandelen in de ondernemers. De deelnemingen worden na een periode van één tot drie jaar vervreemd. C, bestuurder van belanghebbende, verricht tegen een vergoeding beheersdiensten voor belanghebbende. De heffing van de omzetbelasting over de vergoeding is naar belanghebbende verlegd, maar belanghebbende heeft geen omzetbelasting aangegeven. De naheffingsaanslagen zijn opgelegd vanwege het standpunt van de inspecteur dat belanghebbende omzetbelasting verschuldigd is over de betaalde beheersvergoeding. Belanghebbende stelt dat zij een instelling is voor collectieve belegging in effecten (ICBE). Het hof (Hof Amsterdam 5 december 2019, nrs. 18/00332 t/m 18/00334, NTFR 2020/415) heeft bij de beoordeling voorop gesteld dat ook instellingen die niet kunnen worden aangemerkt als ICBE-instellingen, kunnen delen in de vrijstelling, mits i) zij dezelfde kenmerken als ICBE-instellingen vertonen en dus dezelfde handelingen verrichten of op zijn minst zodanig vergelijkbaar zijn met deze instellingen dat zij daarmee concurreren, én ii) zij onder ‘bijzonder overheidstoezicht’ staan. Het hof oordeelt dat belanghebbende niet aan deze twee cumulatieve voorwaarden voldoet en dus niet in aanmerking komt voor de vrijstelling. Het primaire doel van belanghebbende is namelijk niet gericht op het – via het aan- en verkopen van activa – behalen van (een zo gunstig mogelijk) rendement, maar op het ondersteunen van jonge, innovatieve ondernemers in Bulgarije bij de start-up van hun bedrijf. Daarnaast verkoopt belanghebbende haar aandelen consequent na een periode van twee tot drie jaren, zelfs als dit verliesgevend is. Voor toepassing van de vrijstelling is het niet voldoende dat de beheerder onder de reikwijdte van de AIFM-richtlijn valt. Het ‘vallen onder de reikwijdte’ leidt niet automatisch tot overheidstoezicht.

NTFR 2020/3713 - Pas herziening bij stopgezet vastgoedproject als geen voornemen tot economische activiteit meer bestaat (ITH Comercial Timisoara)

Aflevering 51, gepubliceerd op 17-12-2020 met annotatie van mr. M. Soltysik
In 2006 heeft ITH een stuk grond en oude gebouwen gekocht van een liftproducent, ten behoeve van een project voor de bouw van een kantoortoren en winkelcentra die zij later wilde verhuren (eerste project). ITH kwam met de liftproducent overeen dat zij een productieruimte zou zoeken en inrichten die zij voor minimaal tien jaar aan de liftproducent zou verhuren. In 2007 heeft ITH stappen ondernomen met het oog op de sloop van de bestaande opstallen van het eerste project en de bouw van de productieruimte voor de liftproducent (tweede project). De twee projecten zijn als gevolg van de economische crisis eerst opgeschort en later zijn de desbetreffende investeringen geschrapt en geboekt als uitgaven voor het boekjaar 2015. De verwijzende rechter vraagt zich af of de door ITH gepleegde aftrek van btw moet worden herzien. Tevens vraagt deze rechter zich af of bij gebreke van een lastgevingsovereenkomst tussen ITH en de liftproducent de commissionairsregeling van toepassing is.

NTFR 2020/3715 - Stand van zaken verkenning verbetering en alternatieven provinciaal belastinggebied

Aflevering 51, gepubliceerd op 17-12-2020
Het kabinet werkt samen met de provincies aan een verkenning van de verbetering van en alternatieven voor een provinciaal belastinggebied. Minister Ollengren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties schrijft dit in de brief aan de Tweede Kamer over het vervolgproces van de herijking van de verdeling van het gemeentefonds. Voorstellen en aanbevelingen zijn gericht op de volgende kabinetsperiode. Besluitvorming hierover is dan ook aan een nieuw kabinet.

NTFR 2020/3721 - Besluit aanvullende tegemoetkoming werkelijke schade vanwege een onterechte kwalificatie opzet of grove schuld

Aflevering 51, gepubliceerd op 17-12-2020
De staatssecretaris van Financiën heeft in een besluit geregeld dat de Belastingdienst/Toeslagen een aanvullende tegemoetkoming voor werkelijk geleden schade kan toekennen aan een ouder die onterecht de kwalificatie opzet of grove schuld heeft gekregen bij het aanvragen van een persoonlijke betalingsregeling voor een kinderopvangtoeslagschuld. Deze aanvullende tegemoetkoming kan worden verleend als de schade van de ouder als gevolg van het niet-toekennen van een persoonlijke betalingsregeling voor de kinderopvangtoeslagschuld hoger is dan de wettelijke forfaitaire vergoeding van 30%. Deze tegemoetkoming komt boven op deze forfaitaire vergoeding.

NTFR 2020/3724 - EC verzoekt Griekenland om wijziging van de successiebelastingregels voor bankdeposito's en aandelen die gezamenlijk door echtgenoten worden aangehouden

Aflevering 51, gepubliceerd op 17-12-2020
De Europese Commissie heeft besloten Griekenland een aanmaningsbrief te sturen waarin zij erop aandringt de Griekse wetgeving inzake successiebelasting voor bankdeposito’s en aandelen in onderlinge fondsen die gezamenlijk door echtgenoten worden aangehouden, te wijzigen. Griekenland verleent momenteel een vrijstelling van successierechten voor deze nalatenschappen. De vrijstelling is beperkt tot de gezamenlijk aangehouden bankrekeningen en aandelen in onderlinge fondsen die door Griekse financiële instellingen worden aangeboden. De Commissie is van oordeel dat deze regels in strijd zijn met het vrije verkeer van kapitaal (art. 63, lid 1, VWEU en art. 40 EER-Overeenkomst). Als er binnen twee maanden geen bevredigend antwoord komt, kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

NTFR 2020/3725 - EC vraagt Italië de belastingvrijstelling voor havens te beëindigen

Aflevering 51, gepubliceerd op 17-12-2020
De Europese Commissie heeft in een persbericht van 4 december 2020 bekendgemaakt dat zij Italië heeft verzocht de vrijstelling van vennootschapsbelasting voor zijn havens af te schaffen om zo zijn belastingstelsel in overeenstemming te brengen met de staatssteunregels van de EU. De winsten van havenautoriteiten behaald met economische activiteiten moeten worden belast volgens de normale vennootschapsbelastingwetgeving om concurrentieverstoring te voorkomen. De Commissie is van oordeel dat de Italiaanse havens door de vrijstellingen een selectief voordeel krijgen dat in strijd is met de staatssteunregels van de EU. Bovendien is er met de vrijstelling geen specifiek publiek belang gediend. Italië moet de benodigde maatregelen treffen om de belastingvrijstelling te beëindigen en moet ervoor zorgen dat vanaf 1 januari 2022 alle havens aan dezelfde vennootschapsbelastingregels worden onderworpen als andere ondernemingen. Omdat de belastingvrijstelling voor havens in Italië al bestond vóór de oprichting van de EU, worden deze maatregelen als ‘bestaande steun’ beschouwd en kan de Commissie niet verlangen dat Italië de reeds verleende steun terugvordert.

NTFR 2020/3726 - EC beslist dat Portugal de staatssteunregeling voor de vrije zone van Madeira niet correct heeft toegepast en moet terugvorderen

Aflevering 51, gepubliceerd op 17-12-2020
De Europese Commissie heeft bekendgemaakt dat Portugal de goedgekeurde staatssteunregeling voor bedrijven die zich tussen 2007 en 2013 vestigden in de vrije zone van Madeira (NTFR 2007/1239) niet correct heeft toegepast. De goedkeuring voor de toekenning van de steun door middel van belastingverminderingen was beperkt tot bedrijven die op Madeira banen creëerden en was alleen van toepassing voor activiteiten die feitelijk op Madeira werden uitgeoefend. Volgens de Commissie is uit onderzoek gebleken dat ook bedrijven die geen bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling van de regio, waaronder het creëren van banen op Madeira, belastingverminderingen hebben ontvangen. Portugal moet de ten onrechte verleende steun, inclusief rente, terugvorderen van de bedrijven die niet aan de voorwaarden voldeden. Een openbare versie van de beslissing van de Commissie wordt later gepubliceerd.