Aflevering 2

Gepubliceerd op 14 januari 2021

NTFR 2021/207 - Landelijke Landbouwnormen 2020 uitgebracht

Aflevering 2, gepubliceerd op 14-01-2021
De Belastingdienst heeft de Landelijke Landbouwnormen 2020 uitgebracht. Deze normen zijn bedoeld voor ondernemers van agrarische bedrijven en voor agrarische activiteiten in Nederland. De normen gaan over onttrekkingen, kostenposten, waarderingen en afschrijvingen in de veehouderij en de land- en tuinbouw. Agrarische ondernemers bepalen hiermee de jaarwinst voor de aangiften IB en VPB. De normen worden ook door de Belastingdienst toegepast bij de beoordeling van de aangiften. In uitzonderlijke gevallen mag worden afgeweken van de Landelijke Landbouwnormen. De normen gelden voor het kalenderjaar 2020 en het gebroken boekjaar dat begint in 2020 en eindigt in 2021.

NTFR 2021/209 - Niet aangegeven huurinkomsten uit 15 woningen terecht nagevorderd in box 1 met vergrijpboetes

ECLI:NL:RBDHA:2020:11743, datum uitspraak 06-11-2020, publicatiedatum 23-11-2020
Aflevering 2, gepubliceerd op 14-01-2021 met annotatie van M.W. Krijger MB RB
bewijslast, contante stortingen, illegale verhuur, normaal actief vermogensbeheer, omkering en verzwaring, opzet, redelijke schatting, rendement, resultaat uit overige werkzaamheden, row, sparen en beleggen, strafrechtelijk financieel onderzoek, willens en wetens

NTFR 2021/213 - DNB: fiscale verschillen verkleinen tussen kopen en huren van een woning

Aflevering 2, gepubliceerd op 14-01-2021
De Nederlandse Bank (DNB) heeft op zijn website een artikel geplaatst waarin het huren en kopen van een woning tegen elkaar worden afgezet. DNB constateert dat huren duurder is dan kopen en pleit voor het verkleinen van dat verschil door het afbouwen van belastingvoordelen voor kopers. Naast het beperkte huizenaanbod en de lage rentestand zijn de belastingvoordelen oorzaak voor het verschil. Ook bij gelijke maandlasten zijn huurders meer geld kwijt, omdat bij kopers ook de aflossing in de maandlasten zit. Daarbij komt dat huurders die een bedrag gelijk aan de aflossing voor kopers zouden sparen, belasting moeten betalen over dat spaarsaldo, terwijl het opgebouwde vermogen voor de koper niet als zodanig wordt belast. Op dit moment gaat het vooral om de starters en andere huishoudens die te veel verdienen om sociaal te kunnen huren, maar onvoldoende middelen hebben om te kopen. Het afbouwen van de belastingvoordelen is volgens DNB welvaartsverhogend en daarmee ook van belang voor toekomstig woningmarktbeleid. Concreet noemt DNB het stapsgewijs verhogen van het eigenwoningforfait of het in geleidelijke stappen verplaatsen van de woning (en de hypotheekschuld) naar box 3. Zo ontvangen kopers die vermogen opbouwen in de eigen woning niet langer een fiscaal voordeel ten opzichte van huurders die dat op een andere wijze doen. De extra belastingopbrengsten kunnen worden gebruikt om andere belastingen te verlagen. Als bijkomend positief effect vermeldt DNB dat het potentieel ook bijdraagt aan de betaalbaarheid van huren doordat verhuurders bij structureel lagere prijsniveaus minder huur hoeven te vragen om aan hun rendementseis te voldoen als woningprijzen minder worden opgedreven door belastingvoordelen.

NTFR 2021/216 - Waardering verpachte gronden box 3 2020

Aflevering 2, gepubliceerd op 14-01-2021
De Belastingdienst heeft op zijn website het jaarlijkse overzicht gepubliceerd voor 2020 van de waardering van verpachte gronden die in box 3 thuishoren. De normwaarden zijn bedoeld als hulp bij het bepalen van de waarde in het economische verkeer. De bij de normwaarden gehanteerde uitgangspunten zijn in de publicatie verder uitgewerkt. Zo is beschreven voor welke gronden de waardering wel en voor welke deze niet geldt.

NTFR 2021/222 - Sofina-arrestbesluit

Aflevering 2, gepubliceerd op 14-01-2021
De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst heeft in een besluit goedgekeurd beleid opgenomen voor teruggaaf van dividendbelasting en kansspelbelasting aan niet in Nederland gevestigde lichamen in lijn met het arrest in de zaak Sofina.

NTFR 2021/229 - Sekslustopwekkende middelen vallen niet onder verlaagd tarief voor voedingsmiddelen

ECLI:NL:HR:2020:2082, datum uitspraak 18-12-2020, publicatiedatum 18-12-2020
Aflevering 2, gepubliceerd op 14-01-2021 met annotatie van mr. P.F. Zijlstra
Belanghebbende verkoopt in haar winkel sekslustopwekkende producten. Hof Den Haag (24 februari 2017, nrs. 16/00451 t/m 16/00453, NTFR 2017/1820) heeft geoordeeld dat op deze producten het verlaagde tarief voor voedingsmiddelen van toepassing is. De Hoge Raad heeft bij arrest van 19 april 2019, nr. 17/01725, NTFR 2019/1129 prejudiciële vragen gesteld. Het HvJ heeft bij arrest van 1 oktober 2020, zaak C-331/19, NTFR 2020/2929 deze vragen beantwoord. Naar aanleiding daarvan overweegt de Hoge Raad in het onderhavige arrest dat het product niet alleen als zodanig geschikt moet zijn om te worden geconsumeerd. Het moet ook voedingsstoffen bevatten die dienen voor de opbouw, de energievoorziening en de regulering van het menselijk organisme en noodzakelijk zijn voor de instandhouding, de werking en de ontwikkeling van dat organisme, en worden geconsumeerd vanwege die stoffen. De onderhavige producten worden op de verpakkingen aangeprezen als sekslustopwekkende middelen, en worden ook als zodanig gebruikt. Zij zijn dus samengesteld en verkocht voor andere effecten dan die welke noodzakelijk zijn voor de instandhouding, de werking en de ontwikkeling van het menselijk organisme. Deze producten vormen dus geen voedingsmiddelen.

NTFR 2021/234 - Verstrekken financiering tegenover orderbriefje en overdracht daarvan aan derde btw-vrijgestelde kredietverlening en handeling inzake andere handelspapieren (Franck)

Aflevering 2, gepubliceerd op 14-01-2021 met annotatie van mr. dr. J.B.O. Bijl
Franck heeft middelen ter beschikking gesteld aan Konzum, een detailhandelsketen, door tegelijk drie soorten overeenkomsten af te sluiten. Ten eerste gaf Konzum als kredietverlener een orderbriefje uit aan Franck (kredietnemer), waarbij Franck zich ertoe verbond Konzum het in dit orderbriefje vermelde bedrag uit te betalen. Ten tweede droeg Franck dit orderbriefje over aan een factoringsmaatschappij, waarbij deze maatschappij 95 tot 100% van het bedrag betaalde aan Franck, die dat op zijn beurt overschreef op de rekening van Konzum. Ten derde verbond Konzum zich ertoe Franck de interesten en kosten die de factoringsmaatschappij aan hem factureerde terug te betalen en een vergoeding van 1% van het in het orderbriefje genoemde bedrag te betalen. De verwijzende rechter vraagt zich af of de btw-vrijstelling voor kredietverlening en de btw-vrijstelling voor handelingen inzake andere handelspapieren van toepassing zijn op de activiteiten van Franck.

NTFR 2021/235 - Levering warmte door VvE aan woningeigenaren is geen vrijgestelde verhuur van onroerend goed (WEG Tevesstraße)

Aflevering 2, gepubliceerd op 14-01-2021 met annotatie van mr. M. Soltysik
WEG Tevesstraße is een in Duitsland gevestigde vereniging van eigenaren. Zij heeft in 2012 op het terrein dat toebehoort aan de eigenaren van deze vereniging een warmtekrachtinstallatie geplaatst met het oog op de exploitatie ervan. De opgewekte elektriciteit werd geleverd aan een energiedistributeur, terwijl de geproduceerde warmte tegen vergoeding werd geleverd aan de eigenaren van voornoemde vereniging. De verwijzende rechter vraagt zich af of de in de Btw-richtlijn opgenomen vrijstelling voor verhuur van onroerend goed zich verzet tegen een nationale regeling die de levering van warmte door een VvE aan de eigenaren die deel uitmaken van die vereniging, vrijstelt van btw.

NTFR 2021/237 - Geen aftrek voorbelasting bij 90% privégebruik

Aflevering 2, gepubliceerd op 14-01-2021
Nederland is op verzoek door de Europese Raad gemachtigd de btw op goederen en diensten van het recht op aftrek uit te sluiten, als deze goederen en diensten voor meer dan 90% voor de privédoeleinden van een belastingplichtige of diens werknemers, dan wel voor andere dan bedrijfsdoeleinden of niet-economische activiteiten worden gebruikt.

NTFR 2021/238 - 21% btw voor de levering van doseerbrieven met individuele informatie voor patiënten

Aflevering 2, gepubliceerd op 14-01-2021
Volgens een nieuwsbericht op de website van de Belastingdienst is de levering van een doseerbrief belast met 21%, omdat een doseerbrief geen uitgave is. Een doseerkalender bevat informatie over de dagelijkse dosering van medicatie die een trombosepatiënt nodig heeft. De doseerkalender wordt door een ondernemer in een doseerbrief geprint en periodiek in opdracht van de trombosediensten aan de betreffende patiënt verzonden. Iedere doseerbrief bevat persoonlijke informatie en verschilt dus per afnemer. De levering van de doseerbrieven aan de trombosediensten is daarom volgens de Belastingdienst belast met 21% btw.

NTFR 2021/240 - Teruggaaf accijns voor uit veraccijnsde benzine teruggewonnen damp is mogelijk volgens A-G Ettema

ECLI:NL:PHR:2020:1145, datum uitspraak 30-11-2020, publicatiedatum 17-12-2020
Aflevering 2, gepubliceerd op 14-01-2021
Belanghebbende is een in Nederland gevestigde onderneming die zich bezighoudt met de productie, opslag, distributie en handel van en in minerale oliën. Zij produceert onder meer ongelode lichte olie (benzine) en levert die aan diverse tankstations in Nederland. Belanghebbende beschikt over een vergunning voor een accijnsgoederenplaats (agp). In januari 2016 heeft zij ter zake van de uitslag van benzine uit de agp accijns voldaan op aangifte.

NTFR 2021/242 - Eindrapportages Onderzoek naar Betalen Naar Gebruik

Aflevering 2, gepubliceerd op 14-01-2021
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat het kabinet, ten behoeve van de volgende kabinetsformatie, onderzoek doet naar Betalen Naar Gebruik. Op 16 oktober 2020 zijn de eerste vier onderzoeken aan de Tweede Kamer gestuurd (NTFR 2020/3004). Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën biedt bij brief van 17 december 2020 de Tweede Kamer ook deze twee laatste onderzoeken aan.

NTFR 2021/246 - Tariefonderscheid recreatiewoningen in Verordening forensenbelasting gemeente Ommen is volgens A-G IJzerman discriminatoir

ECLI:NL:PHR:2020:1142, datum uitspraak 30-11-2020, publicatiedatum 18-12-2020
Aflevering 2, gepubliceerd op 14-01-2021 met annotatie van mr. S. el Oiskhiri
Belanghebbende had in 2015 de erfpacht van een recreatiewoning gelegen binnen de gemeente Ommen. De woning is weliswaar gelegen op een recreatieterrein, maar is niet onderdeel van een recreatieterrein als bedoeld in art. 16, onderdeel e, Wet WOZ. De WOZ-waarde van de woning voor het belastingjaar 2015 is hoger dan € 140.000.

NTFR 2021/248 - Navordering niet mogelijk omdat te lage aanslag niet kenbaar was door pleitbaar standpunt in aangifte

ECLI:NL:HR:2020:2040, datum uitspraak 18-12-2020, publicatiedatum 18-12-2020
Aflevering 2, gepubliceerd op 14-01-2021 met annotatie van mr. P.G.M. Jansen
Bij belanghebbende is een boekenonderzoek ingesteld. De controlerend ambtenaar heeft verzuimd bij aanvang van het boekenonderzoek de automatische afdoening van de aangiften IB/PVV te blokkeren. Aan belanghebbende is een eerste navorderingsaanslag opgelegd zonder rekening te houden met de bevindingen van het boekenonderzoek. Vervolgens is een tweede navorderingsaanslag opgelegd ter zake van de bevindingen uit het boekenonderzoek. In HR 13 juli 2018, nr. 17/05454, NTFR 2018/1693 heeft de Hoge Raad overwogen dat de omstandigheid dat de controlerend ambtenaar heeft nagelaten het boekenonderzoek in het computersysteem van de Belastingdienst te vermelden, is aan te merken als een fout in de zin van art. 16, lid 2, onderdeel c, AWR, zodat navordering in beginsel mogelijk is. Na verwijzing heeft Hof Arnhem-Leeuwarden echter geoordeeld (7 april 2020, nrs. 18/00676 en 18/00677, NTFR 2020/1601) dat niet aan het kenbaarheidsvereiste is voldaan. In de aangifte is een pleitbaar standpunt ingenomen. Deze aangifte is bij het opleggen van de aanslag gevolgd. Omdat de correcties naar aanleiding van het boekenonderzoek pas daarna zijn aangekondigd, was het belanghebbende niet kenbaar dat de aanslag onjuist was vastgesteld. Navordering op grond van art. 16, lid 2, onderdeel c, AWR is dan niet mogelijk. Het hof heeft daarom de tweede navorderingsaanslag vernietigd. De Hoge Raad laat dit oordeel in stand.

NTFR 2021/255 - Ook gebruik van bewijsvermoeden mogelijk als bewijslast niet is omgekeerd

ECLI:NL:PHR:2020:1122, datum uitspraak 25-11-2020, publicatiedatum 11-12-2020
Aflevering 2, gepubliceerd op 14-01-2021 met annotatie van C. Presilli
A-G IJzerman heeft conclusie genomen over de vraag in hoeverre de inspecteur buiten het geval van omkering van de bewijslast, gebruik mag maken van bewijsvermoedens ter terugrekening van de bedragen die moeten hebben gestaan op een verzwegen Zwitserse bankrekening.

NTFR 2021/256 - Wijziging van het Besluit Fiscaal Bestuursrecht

Aflevering 2, gepubliceerd op 14-01-2021
Het Besluit Fiscaal Bestuursrecht is gewijzigd. Deze wijziging betreft de invoering van een verbod op het opnemen van een geheimhoudingsbepaling in een vaststellingsovereenkomst. Dit verbod wordt ingevoerd, omdat de geheimhoudingsbepaling van art. 67 AWR van toepassing is op de inhoud van vaststellingsovereenkomsten. Deze bepaling dekt alle door de wetgever beoogde situaties en mag in een vaststellingsovereenkomst niet worden beperkt of opgerekt. Om deze wijziging te bewerkstelligen is het bestaande elfde lid van par. 26 Besluit Fiscaal Bestuursrecht uitgebreid met onderdeel f, waarin is opgenomen dat er geen afspraken mogen worden gemaakt over de geheimhouding van de inhoud van een vaststellingsovereenkomst.

NTFR 2021/257 - Wijziging van het Besluit bestuursrecht Toeslagen

Aflevering 2, gepubliceerd op 14-01-2021
Het Besluit bestuursrecht Toeslagen is gewijzigd. Deze wijziging betreft de invoering van een verbod op het opnemen van een geheimhoudingsbepaling in een vaststellingsovereenkomst. Dit verbod wordt ingevoerd omdat de wettelijke geheimhoudingsplicht van art. 2:5 Awb van toepassing is op de inhoud van vaststellingsovereenkomsten. Deze bepaling dekt alle door de wetgever beoogde situaties en mag in een vaststellingsovereenkomst niet worden beperkt of opgerekt. Om deze wijziging te bewerkstelligen is een nieuw onderdeel 4 toegevoegd, waarin is opgenomen dat op de inhoud van een vaststellingsovereenkomst de wettelijke geheimhoudingsplicht van toepassing is. Deze bepaling dekt alle door de wetgever beoogde situaties en mag in een vaststellingsovereenkomst niet worden beperkt of opgerekt.

NTFR 2021/260 - Nederland behoudt door remittancebepaling in verdrag heffingsrecht na verplaatsing werkelijke leiding naar Malta

ECLI:NL:PHR:2020:1028, datum uitspraak 03-11-2020, publicatiedatum 27-11-2020
Aflevering 2, gepubliceerd op 14-01-2021 met annotatie van A.W. Ravelli
In deze conclusie van A-G Wattel is aan de orde het bereik van de remittancebepaling in art. 2, lid 5, Verdrag Nederland-Malta (hierna: Verdrag), die een heffingsvacuüm voor niet-overgemaakt inkomen moet voorkomen. Zij luidt als volgt:

NTFR 2021/261 - A-G Wattel vraagt Hoge Raad onder meer duidelijkheid te geven over reikwijdte Drielandenpuntarrest

ECLI:NL:PHR:2020:1150, datum uitspraak 01-12-2020, publicatiedatum 18-12-2020
Aflevering 2, gepubliceerd op 14-01-2021 met annotatie van dr. mr. M van Dun
Belanghebbende is een naar Nederlands recht opgerichte bv wier zetel in 2006 wordt verplaatst naar Singapore. Haar enige aandeelhouder P emigreert in 2006 naar Sint Maarten. Namens N Intertrust Singapore wordt een natuurlijke persoon statutair directeur van belanghebbende; het trustkantoor zelf wordt managing director. Belanghebbende wordt sindsdien door Singapore als inwoner belast. In 2010 heeft zij drie dividenden aan P uitgekeerd en daarvan aangiften gedaan inhoudende dat geen dividendbelasting is verschuldigd. In geschil is of Nederland onder het belastingverdrag met Singapore c.q. de BRK bevoegd is dividendbelasting van P te heffen, zodat belanghebbende inhoudingsplichtig is.