Aflevering 50

Gepubliceerd op 16 december 2021

NTFR 2021/4266 - Over het nut van publieke rapportage van ‘reële’ effectieve belastingtarieven

Aflevering 50, gepubliceerd op 16-12-2021 geschreven door prof. dr. I.J.J. Burgers
Op 18 mei 2021 heeft de Europese Commissie haar ‘Mededeling over de belasting van ondernemingen in de 21e eeuw’ goedgekeurd ter bevordering van een robuust, efficiënt en billijk belastingstelsel voor ondernemingen in de Europese Unie. In deze Mededeling doet de Europese Commissie verslag van wat zij aanduidt als haar ‘korte- en langetermijnvisie die het herstel van Europa na de COVID-19-pandemie moet ondersteunen en in de komende jaren voor toereikende overheidsinkomsten moet zorgen’. Meest in het oog springend is dat de Europese Commissie aankondigt uiterlijk in 2023 een nieuw kader voor de belasting van ondernemingen in de EU te zullen presenteren waarin zij onder meer een voorstel zal doen voor één set regels: BEFIT (‘Business in Europe: Framework for Income Taxation’)1 Er komt dus geen herziene versie van de conceptrichtlijn voor een Common (Consolidated) Corporate Tax Base2 waaruit bijvoorbeeld – vanwege de ATAD-richtlijnen – de anti-ontgaansbepalingen zijn verwijderd en waarin de OECD-Pillar-1-en-2-voorstellen zijn verwerkt. Dat op de C(C)CTB wordt voortgebouwd, lijkt mij wel waarschijnlijk.

NTFR 2021/4268 - Voortgangsrapportage Jaarplan Belastingdienst

Aflevering 50, gepubliceerd op 16-12-2021
De staatssecretaris van Financiën heeft de voortgangsrapportage op het Jaarplan Belastingdienst 2021 aan de Tweede Kamer gestuurd. Deze voortgangsrapportage omvat de 1e voortgangsrapportage (periode en januari-april) en de 2e voortgangsrapportage (periode mei-augustus). Deze samenvoeging is eenmalig en betreft uitsluitend de activiteiten van de Belastingdienst. De voortgangsrapportages van Toeslagen en Douane wordt separaat aan de Tweede Kamer gestuurd. Naast de activiteiten uit het Jaarplan Belastingdienst 2021 verricht de Belastingdienst nog diverse herstelwerkzaamheden waarvoor capaciteit wordt aangewend. Hierover (programma Herstellen, Verbeteren en Borgen) is de Kamer via de kwartaalrapportage geïnformeerd. Over de bijdrage van de Belastingdienst aan de hersteloperatie van Toeslagen en diverse andere herstelacties wordt de Kamer via het jaarverslag van het Ministerie van Financiën geïnformeerd.

NTFR 2021/4276 - Wijziging beleidsbesluit over de bijleenregeling (eigenwoningregeling)

Aflevering 50, gepubliceerd op 16-12-2021
De staatssecretaris van Financiën heeft een wijzigingsbesluit gepubliceerd op het beleidsbesluit over de bijleenregeling in de eigenwoningregeling (besluit van 26 augustus 2010, nr. DGB2010/3057M (Stcrt. 2010, 13756)). De wijziging regelt een goedkeuring voor belastingplichtigen van wie de woning door de aardbevingsschade in Groningen moet worden gesloopt en waarbij de Nationaal Coördinator Groningen dan wel de gemeente in kwestie heeft bepaald dat zij hun nieuwe woning op een andere locatie moeten bouwen. Voor de eigenwoningschuld van de nieuwe eigen woning hoeft dan geen rekening te worden gehouden met de overwaarde van de aan de gemeente verkochte eigen woning. Daarnaast wordt de eigenwoningschuld op de oude eigen woning aangemerkt als eigenwoningschuld op de nieuwe eigen woning.

NTFR 2021/4281 - In zeer bijzondere omstandigheden hoeft bij toekenning IACK niet te zijn voldaan aan inschrijvingseis

ECLI:NL:RBZWB:2021:6107, datum uitspraak 01-12-2021, publicatiedatum 03-12-2021
Aflevering 50, gepubliceerd op 16-12-2021 met annotatie van mr. P.T. van Arnhem
evenredigheidsbeginsel, fundamentele rechtsbeginselen, gelijkheidsbeginsel, huishoudeis, inkomensafhankelijke combinatiekorting, materiële voorwaarden, mechanische wetstoepassing, niet-verdisconteerde bijzondere omstandigheden

NTFR 2021/4291 - Voorbelasting op tot ondernemingsvermogen gerekend appartement terecht gecorrigeerd

ECLI:NL:RBDHA:2021:7700, datum uitspraak 26-05-2021, publicatiedatum 03-11-2021
Aflevering 50, gepubliceerd op 16-12-2021 met annotatie van drs. M.J.M.A. Toet FB
bejegening, belaste actviteiten, economische activiteiten, eenmanszaak, eerdere procedure, herziening, hoorplicht, inzagerecht, naheffingaanslagen, op de zaak betrekking hebbende stukken, stalking, suppletie, vertrouwensbeginsel, vrijgestelde prestaties

NTFR 2021/4295 - Geen aftrek van verlegde btw bij medeweten van btw-fraude (Ferimet)

Aflevering 50, gepubliceerd op 16-12-2021 met annotatie van mr. A.J. Blank
Ferimet heeft in 2008 schroot verworven van Reciclatges de Terra Alta. Bij deze aankoop heeft Ferimet aangegeven dat de btw-verleggingsregeling van toepassing was en de bijbehorende factuur opgesteld. De op de factuur als leverancier vermelde onderneming beschikte echter in werkelijkheid niet over de materiële en persoonlijke middelen die nodig waren voor deze levering van schroot. De verwijzende rechter vraagt zich af of aan Ferimet het recht op aftrek van btw over de aankoop van het schroot moet worden ontzegd omdat Ferimet bewust een fictieve leverancier heeft vermeld op de door hemzelf in het kader van de verleggingsregeling opgestelde factuur.

NTFR 2021/4296 - Lokale btw verschuldigd bij intracommunautaire B2B-dienst door met fraude bekende ondernemer (Climate Corporation Emissions Trading – prej.vr. zaak C-641/21)

Aflevering 50, gepubliceerd op 16-12-2021 met annotatie van mr. dr. J.B.O. Bijl en mr. N. Arzini
Climate Corporation Emissions Trading (‘verzoekster’) is een Oostenrijkse vennootschap. Zij heeft in 2010 broeikasgasemissierechten tegen betaling overgedragen aan de Duitse vennootschap Bauduin. Bauduin was een deelnemer aan btw-carrouselfraude. Verzoekster had volgens de verwijzende rechter moeten weten dat de broeikasgasemissierechten werden gebruikt voor btw-fraude buiten Oostenrijk. De verwijzende rechter heeft tevens vastgesteld dat Bauduin een btw-ondernemer is. De verwijzende rechter legt aan het HvJ nu de vraag voor of in geval van (‘had moeten weten van’) btw-fraude de plaats van dienst moet worden beschouwd als in het binnenland – Oostenrijk – te zijn gelegen.

NTFR 2021/4297 - Vermindering maatstaf van heffing bij ontstaan niet-betaalde schuldvordering binnen zes maanden voor faillietverklaring (ELVOSPOL)

Aflevering 50, gepubliceerd op 16-12-2021 met annotatie van mr. N. Arzini en mr. J.P.W.H.T. Becks
Eind 2013 heeft ELVOSPOL goederen geleverd aan Mont. In mei 2014 is Mont door de Tsjechische rechter failliet verklaard. De verwijzende rechter wenst te vernemen of de Btw-richtlijn zich verzet tegen een nationale regeling op grond waarvan de maatstaf van heffing bij niet-betaling niet kan worden verlaagd als de schuldvordering is ontstaan in het tijdvak van zes maanden voorafgaand aan de faillietverklaring van een vennootschap.

NTFR 2021/4298 - Wijziging Toelichting Tabel I vanwege denksport

Aflevering 50, gepubliceerd op 16-12-2021
Dit besluit (besluit van 28 oktober 2021, nr. 2021-22773) wijzigt de Toelichting Tabel I. De aanwijzing voor denksporten als vorm van actieve sportbeoefening vervalt als gevolg van het oordeel van het HvJ dat het kaartspel bridge geen sport is in de zin van de Btw-richtlijn. In dit kader vervalt ook het voorbeeld van een ruimte die speciaal is ingericht voor de beoefening van bridge als sportaccommodatie. Deze wijzigingen gelden per 1 januari 2022.

NTFR 2021/4299 - 9% btw voor het vervoer van werknemers door de werkgever

Aflevering 50, gepubliceerd op 16-12-2021
In een nieuwsbericht op de site van de Belastingdienst staat dat het vervoer van werknemers in auto’s van de werkgever belast is met 9% btw. Soms verzorgt een werkgever het vervoer van zijn personeel. Dat gebeurt door werknemers wisselend als (betaald) chauffeur in te zetten in auto’s van de werkgever om andere werknemers te vervoeren van huis naar wisselende werkplekken. De werkgever houdt bij deze werknemers (niet bij de chauffeur) een vergoeding op het loon in voor dat vervoer. Taxivervoer wordt in art. 1 Wet personenvervoer 2000 (WPV 2000) omschreven als ‘personenvervoer per auto tegen betaling, niet zijnde openbaar vervoer’. Taxivervoer is ingevolge tabelpost b.9 belast met 9% btw. Voor de toepassing van het lage btw-tarief zijn alle andere bepalingen van de WPV 2000 niet van belang. Het hiervoor beschreven vervoer door de werkgever van zijn personeel voldoet aan de omschrijving van art. 1 WPV 2000. Het vervoer is daarom volgens de Belastingdienst belast met 9% btw.

NTFR 2021/4300 - Internetconsultatie Besluit vrachtwagenheffing

Aflevering 50, gepubliceerd op 16-12-2021
Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bereidt het Besluit vrachtwagenheffing voor. Het wetsvoorstel Wet vrachtwagenheffing is eerder in consultatie geweest en is op 14 september 2021 bij de Tweede Kamer ingediend. In het nu voorliggende besluit worden onderwerpen uit het wetsvoorstel nader uitgewerkt. Het gaat om voorwaarden voor ontheffingen, de bijbehorende voertuigdocumenten, gegevensbescherming en toezicht op de naleving van de wettelijke bepalingen.

NTFR 2021/4311 - Geen correctie van aangifte als controle voortvloeit uit risicoselectie op basis van afkomst

ECLI:NL:HR:2021:1748, datum uitspraak 10-12-2021, publicatiedatum 10-12-2021
Aflevering 50, gepubliceerd op 16-12-2021 met annotatie van mr. A.E.H. van der Voort Maarschalk
Belanghebbende heeft kosten in verband met alimentatie en zorg in aftrek gebracht. De inspecteur heeft daarover informatie opgevraagd. Na reactie van belanghebbende heeft de inspecteur aftrek deels geweigerd. Volgens Hof Den Haag mocht de inspecteur deze informatie opvragen en had belanghebbende geen recht op een hogere aftrek. In cassatie klaagt belanghebbende erover dat de belastingrente in strijd is met art. 1 EP doordat deze rente 4% bedraagt terwijl de wettelijke rente 3% bedraagt. Volgens de Hoge Raad faalt deze klacht. In dit geval is namelijk over een veel kortere periode rente in rekening gebracht dan wettelijk mogelijk was, zodat al voldoende rechtsherstel is geboden voor een eventuele strijdigheid van het systeem van belastingrente met art. 1 EP. De (feitelijke) klacht van belanghebbende over project 1043 en het gebruik van databank FSV is voor het eerst in cassatie aangevoerd, zodat de Hoge Raad daarover niet kan oordelen. Niettemin formuleert de Hoge Raad ten overvloede enige algemene uitgangspunten. Indien de inspecteur constateert dat ten onrechte aftrekposten zijn opgevoerd, mag hij ook onderzoek doen naar aangiften van eerdere en latere jaren. Dat mag hij ook doen als gegevens zijn opgeslagen in een bestand en deze gegevensverwerking onrechtmatig is. Tot een verlaging van de aanslag kan dat dus niet leiden. Evenmin kan de belastingrechter een schadevergoeding toekennen. Alleen als de controle van de aangifte voortvloeit uit een risicoselectie op basis van afkomst, geaardheid of geloofsovertuiging, kan het gebruik van hetgeen bij die controle aan het licht is gekomen ontoelaatbaar worden geacht. De aangifte mag op die punten dan niet worden gecorrigeerd.

NTFR 2021/4313 - Terstond en tot het volle bedrag invorderbaar verklaarde btw-naheffingsaanslag vernietigd wegens schending van Unierechtelijk verdedigingsbeginsel

ECLI:NL:HR:2021:1850, datum uitspraak 10-12-2021, publicatiedatum 10-12-2021
Aflevering 50, gepubliceerd op 16-12-2021 met annotatie van mr. M.H.W.N. Lammers
Aan belanghebbende is met dagtekening 6 april 2006 een terstond en tot het volle bedrag invorderbare naheffingsaanslag btw opgelegd. Het controlerapport, aanslagbiljet en dwangbevel zijn door een deurwaarder op 6 april 2006 aan belanghebbende uitgereikt. Volgens Hof Den Bosch is de naheffingsaanslag niet in strijd met het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel opgelegd. De inspecteur heeft belanghebbende weliswaar ten onrechte niet de gelegenheid geboden om vooraf te worden gehoord maar het vooraf horen zou niet tot een andere afloop hebben kunnen leiden, aldus het hof. Het principale cassatieberoep van belanghebbende bestrijdt met succes het oordeel van het hof over het andere-afloopcriterium. Het dossier laat volgens de Hoge Raad namelijk geen andere conclusie toe dan dat belanghebbende, indien zij vóór het vaststellen van de naheffingsaanslag naar behoren was gehoord, een inbreng had kunnen leveren die van belang was voor het vaststellen van het karakter van de door haar verleende diensten en van de plaats waar deze diensten hebben plaatsgevonden.

NTFR 2021/4314 - Geen vertrouwen aan uitlating in controlerapport als inspecteur onjuist is geïnformeerd

ECLI:NL:HR:2021:1849, datum uitspraak 10-12-2021, publicatiedatum 10-12-2021
Aflevering 50, gepubliceerd op 16-12-2021 met annotatie van mr. P.G.M. Jansen
Belanghebbende verricht vanaf 2000 reclamediensten voor Zwitserse AG’s. Bij de facturering is geen omzetbelasting in rekening gebracht. Na een boekenonderzoek bij belanghebbende in 2002 is in het controlerapport opgemerkt dat de omzet voor diensten verricht aan ondernemers die gevestigd zijn buiten de EU terecht buiten de heffing van omzetbelasting is gelaten. In 2005 is een boekenonderzoek ingesteld bij een in Nederland gevestigde bv die zowel met de AG’s als met belanghebbende is gelieerd. Naar aanleiding daarvan heeft de inspecteur geconcludeerd dat de reclamediensten niet jegens de AG’s maar jegens de bv zijn verricht, zodat belanghebbende daarover omzetbelasting is verschuldigd. Hof Den Bosch (NTFR 2019/2652) heeft de naheffingsaanslag vernietigd omdat met de uitlating in het controlerapport jegens belanghebbende het vertrouwen is gewekt dat de verrichte reclamediensten buiten de heffing van omzetbelasting blijven. Aan de feitelijke vraag of de diensten aan de AG’s of aan de bv zijn verricht, is het hof niet toegekomen. De Hoge Raad vernietigt de hofuitspraak. Aan een toezegging van de inspecteur kan vertrouwen worden ontleend als deze is gedaan nadat de inspecteur kennis heeft genomen van alle benodigde feiten en omstandigheden. Bij een boekenonderzoek ligt het initiatief voor het verkrijgen van informatie echter bij de inspecteur, zodat het risico van de ontoereikendheid van de informatie voor het doen van een toezegging ook bij de inspecteur ligt. Dit is echter anders als de belastingplichtige tijdens het boekenonderzoek onjuiste informatie heeft verstrekt dan wel de juiste informatie heeft onthouden, terwijl hij redelijkerwijs had moeten weten dat de inspecteur daardoor niet in staat was de desbetreffende kwestie goed en volledig te beoordelen. Dit heeft het hof niet onderzocht. Daarom volgt een vernietiging en verwijzing.

NTFR 2021/4317 - Kwartaalrapportage Herstellen, Verbeteren, Borgen (HVB), derde kwartaal 2021

Aflevering 50, gepubliceerd op 16-12-2021
Bij brief van 25 november 2021 (nr. 2021-0000235931) biedt de staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst de Tweede Kamer de kwartaalrapportage ‘Herstellen, Verbeteren, Borgen (HVB)’ over het derde kwartaal van 2021 aan. Dit betreft een rapportagecyclus die zich specifiek richt op de omgang met (persoons)registraties, risicomodellen en het gebruik van persoonsgegevens. De staatssecretaris bespreekt drie onderwerpen: (1) de compliantie met de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), (2) het informeren van burgers die geregistreerd stonden in de – in februari 2020 uitgezette – Fraudesignaleringsvoorziening (FSV), en (3) het vormgeven van herstelacties bij mogelijk onterechte gevolgen van die registraties.

NTFR 2021/4319 - EC verzoekt Luxemburg zijn wetgeving te wijzigen met het oog op correcte omzetting van regels betreffende de niet-aftrekbaarheid van rentebetalingen in EU-richtlijn bestrijding belastingontwijking

Aflevering 50, gepubliceerd op 16-12-2021
De Europese Commissie heeft besloten Luxemburg een met redenen omkleed advies te sturen wegens onjuiste omzetting van de Richtlijn bestrijding belastingontwijking (Richtlijn (EU) 2016/1164 van de Raad). Art. 4, lid 7, Richtlijn voorziet in een afwijking van de maatregelen om de aftrekbaarheid in de vennootschapsbelastinggrondslag van rentebetalingen te beperken ten gunste van financiële ondernemingen. Art. 2, lid 5, Richtlijn bevat een uitputtende lijst van entiteiten die voor dit doel als financiële onderneming worden beschouwd. Luxemburg staat de afwijking echter ook toe voor securitisatie-entiteiten, die geen financiële onderneming zijn in de zin van laatstgenoemde bepaling. Luxemburg heeft nu twee maanden de tijd om te reageren; daarna kan de commissie de zaak aanhangig maken bij het HvJ.

NTFR 2021/4320 - EC verzoekt België zijn wetgeving te wijzigen met het oog op correcte omzetting van regels betreffende gecontroleerde buitenlandse vennootschappen in EU-richtlijn bestrijding belastingontwijking

Aflevering 50, gepubliceerd op 16-12-2021
De Europese Commissie heeft besloten België een met redenen omkleed advies te sturen wegens onjuiste omzetting van de Richtlijn bestrijding belastingontwijking (Richtlijn (EU) 2016/1164 van de Raad). De Belgische wet staat, in strijd met art. 8, lid 7, Richtlijn, een belastingplichtige niet toe de door een gecontroleerde buitenlandse vennootschap in de staat van de fiscale woonplaats betaalde belasting van zijn belastingschuld af te trekken. Als België binnen twee maanden geen maatregelen neemt, kan de Commissie besluiten de zaak aanhangig te maken bij het HvJ.

NTFR 2021/4321 - EC dringt er bij Zweden op aan zijn voorschriften inzake dividendbelasting voor niet-ingezeten openbare pensioeninstellingen te wijzigen

Aflevering 50, gepubliceerd op 16-12-2021
De Europese Commissie heeft besloten Zweden een aanmaningsbrief te sturen in verband met zijn wetgeving inzake belasting op dividenden die aan openbare pensioeninstellingen worden uitgekeerd. Zweedse openbare pensioenfondsen zijn als overheidsinstanties volledig vrijgesteld van belastingplicht, maar dividenden die worden uitgekeerd aan vergelijkbare niet-ingezeten openbare pensioeninstellingen worden onderworpen aan een bronbelasting, doorgaans tegen een tarief van 15%, ingevolge de belastingverdragen tussen Zweden en andere EU/EER-landen. De commissie is van oordeel dat een dergelijke fiscale regeling op grond waarvan dividenden die aan buitenlandse openbare pensioeninstellingen worden uitgekeerd, minder gunstig worden behandeld dan soortgelijke uitkeringen in een zuiver binnenlandse situatie, een inbreuk vormt op het vrije verkeer van kapitaal (art. 63, lid 1, VWEU en art. 40 EER-Overeenkomst). Zweden heeft nu twee maanden de tijd om te reageren; daarna kan de commissie de zaak aanhangig maken bij het HvJ.

NTFR 2021/4322 - EC verzoekt Spanje de regels te wijzigen inzake belasting op door buitenlands belastingplichtigen verkregen meerwaarde wanneer deze in termijnen wordt betaald

Aflevering 50, gepubliceerd op 16-12-2021
De Europese Commissie heeft besloten een inbreukprocedure tegen Spanje in te stellen met de eis de regels inzake belasting op de meerwaarde die binnen het land door buitenlands belastingplichtigen is verkregen, in overeenstemming met het vrije verkeer van kapitaal te brengen (art. 63 VWEU). Op meerwaarde die wordt gerealiseerd door een overdracht van activa wanneer de betaling meer dan een jaar wordt uitgesteld of in termijnen wordt betaald over een periode van meer dan een jaar, krijgen ingezeten belastingplichtigen de mogelijkheid om de belasting te betalen op het moment waarop de meerwaarde wordt gerealiseerd of deze uit te stellen en deze proportioneel te betalen op basis van de kasstroom. Buitenlands belastingplichtigen krijgen echter geen mogelijkheid tot uitstel van betaling en moeten de belasting betalen wanneer de meerwaarde wordt gerealiseerd op het moment van de overdracht van de activa. Spanje heeft nu twee maanden de tijd om op de argumenten van de Commissie te antwoorden; daarna kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.